User manual

Instellingen
99
APPARAAT
Geluid
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
•
Geluidstand
: instellen dat het apparaat de stille of geluidsstand gebruikt.
•
Volume
: het volume voor beltonen, muziek, video's, systeemgeluiden en meldingen instellen.
•
Beltonen
: een beltoon voor inkomende oproepen toevoegen of selecteren.
•
Trillingen
: een trilpatroon toevoegen of selecteren.
•
Meldingen
: een beltoon selecteren voor gebeurtenissen, zoals inkomende berichten en
gemiste oproepen.
•
Trillen bij overgaan
: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een trilsignaal
wordt gebruikt door het apparaat.
•
Toon kiestoetsenblok
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u op toetsen
tikt op het toetsenbord.
•
Aanraakgeluiden
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een applicatie of
een optie op het aanraakscherm selecteert.
•
Geluid schermvergrendeling
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt en ontgrendelt.
•
Geluid bij tikken
: het apparaat zo instellen dat een geluid wordt gebruikt wanneer op een toets
wordt gedrukt.
Display en achtergrond
De display-en achtergrondinstellingen wijzigen.
•
Helderheid
: de helderheid van het scherm aanpassen.
•
Achtergrond
:
Startscherm
: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm.
Vergrendelscherm
: een achtergrondafbeelding selecteren voor het vergrendelde scherm.
Start- en vergrendelscherm
: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm en
het vergrendelde scherm.
•
Thema's
: wijzig het thema van het start- en applicatiescherm.