User manual
Een SOS-bericht activeren en verzenden
In geval van nood kunt u SOS-berichten naar uw familie of vrienden
verzenden.
Het SOS-bericht activeren
1. Selecteer in de menustand Berichten→Instellingen→
SOS-berichten→Verzendopties.
2. Selecteer SOS wordt verzonden om de functie voor SOS-
berichten te activeren.
3. Selecteer Ontvangers→Ontvangers toevoegen→
Contacten.
U kunt ook telefoonnummers ingeven in de lijst met
ontvangers. Ga naar stap 6.
4. Selecteer Meerdere.
5.Selecteercontacten→Voeg toe.
6. Wanneer u de ontvangers hebt ingesteld, selecteert u Opsl.
om de ontvangers op te slaan.
7. Selecteer Herhalen, stel het aantal keren in dat het SOS-
bericht moet worden herhaald en selecteer Opsl.
8.Drukopdeterugtoets→Ja.
Een SOS-bericht verzenden
1. Terwijl het aanraakscherm en de toetsen zijn vergrendeld,
drukt u vier keer op de volumetoets om een SOS-bericht te
verzenden naar vooraf ingestelde nummers.
2. Druk op [ ] om de SOS-stand af te sluiten.
Een recent gekozen nummer opnieuw
bellen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recent
gekozen nummers weer te geven.
2. Selecteer
◄of ►voor een oproeptype.
3. Scroll omhoog of omlaag naar een nummer of naam.
4. Selecteer het nummer of de naam om details van de oproep
te bekijken of druk op [
] om het nummer te bellen.
Widgets gebruiken
Hier vindt u informatie over het gebruik van widgets in het standby-
scherm.
Voor sommige widgets wordt verbinding met •
webservices gemaakt. Als u een dergelijke webwidget
selecteert, worden er mogelijk extra kosten in rekening
gebracht.
Welke widgets beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw •
regio of serviceprovider.
Widgets openen
1. Blader in de standby-stand naar links of rechts naar een
paneel van het stand-byscherm.
2. Selecteer een widget in het stand-byscherm om deze te
activeren.
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)
U kunt microSD™- of microSDHC™-geheugenkaarten van
maximaal 16 GB in de telefoon plaatsen (afhankelijk van de
fabrikant en het type van de geheugenkaart).
Als u de geheugenkaart op een computer formatteert, •
kan de kaart incompatibel worden met uw telefoon.
Formatteer de geheugenkaart alleen met de telefoon.
Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de •
levensduur van de geheugenkaart.
1. Verwijder de achterklep.
2. Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige
contactpunten naar beneden gericht.
Geheugenkaart
3. Duw de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf totdat de
kaart vastklikt.
4. Plaats de achterklep terug.
Uw widget indelen
U kunt elk paneel van het standby-scherm inrichten met uw
favoriete widgets.
1. Selecteer in de standby-stand in de linkerbovenhoek
van het scherm om de widgetwerkbalk te openen.
2. Selecteer een widget voor elk paneel.
Tekst invoeren
De tekstinvoerstand wijzigen
Selecteer • NI om de invoertaal te wijzigen.
Selecteer • T9 om te schakelen tussen de T9- en ABC-
standen. De stip wordt groen in de T9-stand.
Selecteer • 123 of sym om over te schakelen naar de cijfer-
of symboolstand.
T9-stand
1. Druk op de betreffende virtuele toetsen om een heel woord
in te geven.
2. Als het woord juist wordt weergegeven, selecteert u
om een spatie in te voegen. Als het juiste woord niet wordt
weergegeven, selecteert u
om een alternatief woord te
selecteren.
ABC-stand
Druk op de betreffende virtuele toets totdat het gewenste teken
wordt weergegeven.
Cijferstand
Druk op de betreffende virtuele toets om een cijfer in te geven.
Pictogrammen in deze
gebruiksaanwijzing
Let op: situaties die schade aan de telefoon of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
→
Gevolgd door:devolgordevandeoptiesofmenu’sdieu
moet selecteren om een stap uit te voeren. Bijvoorbeeld:
selecteer in de menustand Berichten→Bericht maken
(betekent Berichten, gevolgd door Bericht maken)
[ ]
Vierkante haken: telefoontoetsen. Bijvoorbeeld: [
]
(staat voor de beëindigingstoets)
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u informatie over het gebruik van het aanraakscherm.
Gebruik geen scherpe hulpmiddelen om krassen op het
aanraakscherm te voorkomen.
Voor optimaal gebruik van het aanraakscherm •
verwijdert u de beschermende folie voordat u de
telefoon gebruikt.
Het aanraakscherm heeft een laag die kleine •
elektrische ladingen detecteert die door het menselijk
lichaam worden veroorzaakt. Voor de beste prestaties
tikt u met uw vingertop op het aanraakscherm. Het
aanraakscherm reageert niet als het door scherpe
hulpmiddelen zoals een stylus of een pen wordt
aangeraakt.
De functie Mobiel opsporen inschakelen
Wanneer iemand een andere SIM- of USIM-kaart in de telefoon
plaatst, stuurt de functie Mobiel opsporen het nummer automatisch
naar de opgegeven ontvangers, zodat u de telefoon kunt opsporen.
De functie Mobiel opsporen inschakelen:
1. Selecteer in de menustand Instellingen→Beveiliging→
Mobiel opsporen.
2. Geef uw wachtwoord in en selecteer OK.
De eerste keer dat u Mobiel opsporen start, wordt u gevraagd
een wachtwoord in te stellen en te bevestigen.
3. Selecteer Mobiel opsporen om Mobiel opsporen in te
schakelen.
4. Selecteer Ontvangers→Meer→Contacten.
U kunt ook telefoonnummers met een landcode (met +)
ingeven in de lijst met ontvangers. Ga naar stap 6.
5.Selecteerdegewenstecontacten→Voeg toe.
6. Wanneer u de ontvangers hebt ingesteld, selecteert u Opsl.
om de ontvangers op te slaan.
7. Selecteer het invoerveld voor de afzender.
8. Geef de naam van een afzender in en selecteer Gereed.
9. Selecteer Opsl.→OK.
3. Selecteer Volume → Belsignaal.
4. Sleep de schuifregelaar om het volumeniveau aan te
passen en selecteer Opslaan.
Het volume van de toetstoon aanpassen
Druk in de standby-stand op de volumetoets om het volume aan
te passen.
Het spraakvolume tijdens een oproep aanpassen
Druk tijdens een oproep op de volumetoets om het volume aan te
passen.
In rumoerige omgevingen kan het lastig zijn om de
luidsprekerfunctie te gebruiken. Gebruik dan voor betere
geluidsprestaties de normale telefoonstand.
De beltoon wijzigen
1. Selecteer in de menustand Instellingen→
Geluidsproelen.
2.Selecteerhetproeldatugebruikt.
Alsuhetstilleproelgebruikt,kuntudebeltoonnietwijzigen.
3. Selecteer Beltoon spraakoproep.
4. Selecteer een geheugenlocatie (indien nodig).
5. Selecteer een beltoon en selecteer Instellen.
Alsuwiltoverschakelennaareenanderproel,selecteertueen
proelindelijst.
De batterij opladen
Als de batterij volledig is ontladen, kunt u het toestel niet
inschakelen, zelfs niet als de reisadapter is aangesloten. Laad
een lege batterij enkele minuten op voordat u probeert het
toestel in te schakelen.
1. Sluit een reisadapter aan.
Naar een stopcontact
2. Als de batterij is
opgeladen, koppelt u
de reisadapter los.
Het is mogelijk dat het aanraakscherm tijdens het •
opladen niet werkt wegens een onregelmatige
stroomvoorziening. Als dit gebeurt, koppelt u de
reisadapter los van de telefoon.
Haal altijd de reisadapter uit het toestel voordat u de •
batterij verwijdert. Als u de batterij verwijdert terwijl de
reisadapter nog is aangesloten, kan de telefoon worden
beschadigd.
Om energie te besparen, koppelt u de reisadapter los •
wanneer deze niet wordt gebruikt. De reisadapter heeft
geen aan/uit-schakelaar, dus u moet de reisadapter
uit het stopcontact halen wanneer de adapter niet
wordt gebruikt om energieverspilling te voorkomen. De
reisadapter moet zich in de buurt van het stopcontact
bevinden wanneer de adapter wordt gebruikt.
Berichten verzenden en bekijken
Een SMS- of MMS-bericht verzenden
1. Selecteer in de menustand Berichten→Bericht maken.
2.Selecteerhetontvangersveld→Handmatig ingeven.
3. Geef een telefoonnummer voor een ontvanger in en
selecteer Gereed.
4. Selecteer het tekstinvoerveld.
5. Geef het bericht in en selecteer Gereed.
Zie “Tekst ingeven”.
Ga naar stap 7 als u een SMS-bericht wilt verzenden.
Ga door met stap 6 als u multimedia wilt toevoegen.
6. Selecteer Media toevoeg. en voeg een item toe.
7. Selecteer Verzend om het bericht te verzenden.
SMS- of MMS-berichten bekijken
1. Selecteer in de menustand Berichten→Postvak IN.
2. Selecteer een SMS- of MMS-bericht.
Nepoproepen plaatsen
U kunt een oproep aan uzelf simuleren als u een vergadering wilt
ontvluchten of een ongewenste conversatie wilt beëindigen.
De functie voor nepoproepen inschakelen
Selecteer in de menustand Instellingen→Oproepen→
Nepoproep→Sneltoets nepoproep.
Een nepoproep plaatsen
Houd de volumetoets ingedrukt.
4. Druk op de terugtoets om één niveau omhoog te gaan. Druk
op [
] om terug te gaan naar de standby-stand.
Wanneer u een menu wilt openen waarvoor de PIN2-•
code is vereist, moet u de PIN2-code ingeven die bij
de SIM-kaart is geleverd. Neem contact op met uw
serviceprovider voor informatie.
Samsung is niet verantwoordelijk voor verlies van •
wachtwoorden of privégegevens of andere schade die
door illegale software wordt veroorzaakt.
Bellen
1. Selecteer in de standby-stand Toetsen en geef het
netnummer en abonneenummer op.
2. Druk op [
] om het nummer te bellen.
3. Druk op [
] om de oproep te beëindigen.
Opnemen
1. Druk op [ ] wanneer er een oproep binnenkomt.
2. Druk op [
] om de oproep te beëindigen.
Het volume aanpassen
Het volume van de beltoon aanpassen
1. Selecteer in de menustand Instellingen→
Geluidsproelen.
2.Selecteerhetproeldatugebruikt.
Alsuhetstilleproelgebruikt,kuntuhetvolumevandebeltoon
niet wijzigen.
De SIM-kaart en de batterij plaatsen
1. Verwijder de achterklep en plaats de SIM-kaart.
Achterklep
SIM-kaart
2. Plaats de batterij en de achterklep weer terug.
Batterij
Symboolstand
Druk op de betreffende virtuele toets om een symbool in te geven.
Andere functies voor tekstinvoer gebruiken
Selecteer • en vervolgens de virtuele navigatietoets om
de cursor te verplaatsen.
Selecteer •
om tekens één voor één te verwijderen.
Tik op
en blijf dit aanraken om woorden snel te
verwijderen.
Selecteer • 1 herhaaldelijk om leestekens in te voeren.
Als u een nieuwe regel wilt starten, selecteert u •
.
Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, •
selecteert u
.
Een nieuw contact toevoegen
De geheugenlocatie waar nieuwe contacten worden
opgeslagen, is mogelijk vooraf ingesteld. Dit is afhankelijk
van uw serviceprovider. Als u de geheugenlocatie wilt
wijzigen, selecteert in de menustand Contacten→Meer→
Instellingen→Opslaglocatie→eengeheugenlocatie→
Opslaan.
1. Selecteer in de standby-stand Toetsen en geef een
telefoonnummer in.
2. Selecteer
→Contact toevoegen→een
geheugenlocatie (indien nodig).
3. Selecteer een type nummer (indien nodig).
4. Geef de contactgegevens in.
5. Selecteer Opsl. om het contact aan het geheugen toe te
voegen.
Tikken: één keer aanraken om een menu, optie of •
applicatie te selecteren of starten.
Blijven aanraken: tik op een item en blijf dit langer dan •
2 seconden aanraken.
Slepen: tik met uw vinger en veeg hiermee omhoog, •
omlaag, naar links of naar rechts om items in lijsten te
verplaatsen.
Slepen en neerzetten: blijf een item aanraken en sleep met •
uw vinger om het item te verplaatsen.
De telefoon in- of uitschakelen
De telefoon inschakelen:
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Geef uw PIN-code in en selecteer OK (indien nodig).
3. Wanneer de instelwizard wordt geopend, past u de telefoon
naar wens aan volgens het scherm.
Als de batterij volledig leeg blijft of wordt verwijderd uit het
toestel, worden de tijd en datum opnieuw ingesteld.
Herhaal stap 1 om de telefoon uit te schakelen.
Menu’s openen
Ukuntdemenu’svandetelefoonalsvolgtopenen:
1. Selecteer in de standby-stand Menu om naar de
menustand te gaan.
2. Scroll naar links of rechts naar een hoofdmenuscherm.
3. Selecteer een menu of applicatie.
Pictogram Beschrijving
Signaalsterkte
GPRS-
netwerkverbinding
EDGE-
netwerkverbinding
Actieve oproep
Doorschakelen
van oproepen
actief
Functie voor
SOS-berichten
ingeschakeld
Alarm
ingeschakeld
Verbinden
met beveiligde
webpagina
Verbonden met
computer
FM-radio aan
FM-radio
onderbroken
Muziek wordt
afgespeeld
Afspelen van
muziek is
onderbroken
Pictogram Beschrijving
Roaming (buiten
het gebruikelijke
servicegebied)
Bluetooth
ingeschakeld
Wi-Fi-
toegangspunt
ingeschakeld
Nieuw SMS-
bericht
Nieuw MMS-
bericht
Nieuw
e-mailbericht
Nieuw
voicemailbericht
Geheugenkaart
geplaatst
Normaalproel
ingeschakeld
Stilproel
ingeschakeld
Batterijlading
Huidige tijd
De volgende statusaanduidingen worden boven aan het scherm
van uw telefoon weergegeven:
Verklaring van overeenstemming
Productgegevens
Voor het volgende
Product : GSM BT/WiFi Mobiele telefoon
Model(len) : GT-S5220
Verklaring en toepasselijke normen
Wij verklaren hierbij dat het bovenstaande product voldoet aan de essentiële
bepalingen van de R&TTE-richtlijn (1999/5/EG) door toepassing van:
VEILIGHEID EN 60950-1 : 2006 + A12 : 2011
SAR EN 50360 : 2001 / AC 2006
EN 62209-2 : 2010
EN 62479 : 2010
EN 62209-1 : 2006
EN 62311 : 2008
EMC EN 301 489-01 V1.9.2 (09-2011)
EN 301 489-17 V2.1.1 (05-2009)
EN 301 489-07 V1.3.1 (11-2005)
RADIO EN 301 511 V9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 V1.7.1 (10-2006)
en de richtlijn (2011/65/EU) betreffende beperking van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
De in Artikel 10 genoemde en in Annex [IV] van richtlijn 1999/5/EG nader beschreven
procedure voor evaluatie van de overeenstemming is gevolgd met betrokkenheid van
de volgende aangemelde instantie(s):
TÜVSÜDBABT,ForsythHouse,ChurcheldRoad,Walton-on-Thames,
Surrey, KT12 2TD, UK*
Identicatie:0168
In de EU vertegenwoordigd door
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2012.11.29 Joong-Hoon Choi / Lab. Manager
(Plaats en datum van uitgifte) (Naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Servicecenter. Voor het adres of telefoonnummer van
het Samsung Servicecenter raadpleegt u de garantiekaart of neemt u contact op met de
winkel waar u het product hebt gekocht.