Operation Manual

[42]
De scherpstelling controleren
De scherpstelling vergrendelen
Als u onderwerp zich buiten het scherpstelgebied (AF punt) bevindt, stelt u
eerst scherp op het onderwerp in het scherpstelgebied (AF punt) en wijzigt u
vervolgens de samenstelling.
1. Kader de gewenste samenstelling van uw
foto in de zoeker uit.
2. Centreer het onderwerp om scherp te
stellen in de zoeker en druk de sluiterknop
tot halverwege in. De scherpstelindicator
(
)
verschijnt en u hoort een piepgeluid als
het onderwerp scherpgesteld is (als het
(
)
knippert is het onderwerp niet
scherpgesteld).
3. Blijf de sluiterknop halverwege ingedrukt houden.
- Scherpstelling wordt vergrendeld tenzij u de sluiterknop loslaat.
4. Stel de foto opnieuw samen terwijl u de
sluiterknop halverwege houdt ingedrukt.
5. Druk de sluiterknop volledig in. De foto wordt gemaakt.
De scherpstelling is vergrendeld zolang de scherpstelindicator ( ) verlicht is.
Als u de zoomring draait terwijl de scherpstelvergrendeling actief is,
bestaat de kans dat het onderwerp niet meer scherp is.
U kunt het piepgeluid uitzetten via het [Signaal] menu in het [INSTEL-
LINGSMENU].
Om de belichting van uw onderwerp te vergrendelen drukt u de
sluiterknop halverwege in en houdt u deze ingedrukt om scherp te
stellen en drukt u vervolgens op de AE-L knop (
). (De belichting is
vergrendeld totdat u op de sluiterknop drukt.)
De scherpstelindicator knippert.