User Manual

A
FDRUKMATERIAAL
KIEZEN
3.5
3
Uitvoer kiezen
De printer heeft twee uitvoermogelijkheden:
de achteruitvoer en de bovenuitvoer.
Wanneer u de bovenuitvoer wilt gebruiken, moet u ervoor
zorgen dat de achteruitvoer gesloten is. Om de achteruitvoer
te gebruiken, moet u deze eerst openen.
Opmerkingen:
Als er bij gebruik van de bovenuitvoer problemen zijn met
het papier, bijvoorbeeld omkrullen, helpt het misschien
wanneer u de achteruitvoer gebruikt.
Om vastlopen van het papier te voorkomen, moet u de
achteruitvoer niet openen terwijl de printer bezig is met
afdrukken.
Afdrukken via de bovenuitvoer
(Voorkant omlaag)
In de bovenuitvoer wordt het papier met de voorkant omlaag
en in de juiste volgorde verzameld. U kunt de bovenuitvoer
voor de meeste afdruktaken gebruiken.
NB: Als u langdurig veel pagina's afdrukt, kan het oppervlak van
de uitvoerlade heet worden. Zorg ervoor dat u het oppervlak niet
aanraakt. Let hierop met name bij kinderen.
Bovenuitvoer Achteruitvoer