User Manual

P
RINTER
ONDERHOUDEN
5.5
5
Printer reinigen
Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang de printer goed
schoon te houden door onderstaande instructies op te volgen.
Doe dit iedere keer als u de tonercassette vervangt of als de
afdrukkwaliteit achteruit gaat.
NB:
Vermijd tijdens het reinigen van de binnenkant van de printer
dat u de transferrol aanraakt (deze bevindt zich onder de
tonercassette). Vet of olie op uw vingers kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
LET OP:
Wanneer u de behuizing van de printer schoonmaakt met
schoonmaakmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere
bijtende bestanddelen bevatten, kan deze van kleur veranderen of
barsten.
Buitenzijde reinigen
U kunt de behuizing van de printer het best schoonmaken met een
zachte, niet-pluizende doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met
water, maar let erop dat er geen water op of in de printer komt.
Binnenzijde reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in de printer papierresten,
toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment
problemen met de afdrukkwaliteit gaan veroorzaken, zoals
tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden
opgeheven of tegengegaan door de binnenkant van de
printer te reinigen.
Binnenzijde printer reinigen
1
Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact
Wacht daarna tot de printer is afgekoeld.
2
Open de voorklep en verwijder de tonercassette. Duw de
tonercassette omlaag en haal hem uit de printer.