ML-451x Series ML-501x Series Gebruikershandleiding Basis imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
Inhoud 1. Inleiding 2 3.
Inhoud 5.
1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen. • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie handleiding Geavanceerd). • Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie handleiding Geavanceerd). • Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Belangrijkste voordelen Gemak • Samsung Easy Printer Manager en Samsung-printerstatus (of Smart Panel) zijn programma´s die de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie handleiding Geavanceerd). • Met AnyWeb Print kunt u van een scherm in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie handleiding Geavanceerd).
Functies per model Sommige functies en optionele accessoires zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. Zie de onderstaande tabel. functies ML-451x Series ML-501x Series Hi-Speed USB 2.
Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 46). • Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer. • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 22). • Selecteer uw printer als de standaardprinter in uw besturingssysteem.
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 1.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 11 Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken. U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 12 5 Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. Bedieningswijze Zij kunnen brandwonden oplopen. Opgepast Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dit kan het apparaat beschadigen. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. 1. Inleiding 13 Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien nodig, een grotere telefoondraad. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 14 7 Onderhoud/controle Opgepast Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt. U kunt letsel oplopen.
Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 15 8 Gebruik van verbruiksartikelen Opgepast Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen. Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden gebracht. Haal de tonercassette niet uit elkaar. Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 9 Toebehoren Netsnoer Tonercassette Beeldeenheid Software-cda Beknopte installatiehandleiding Div. accessoiresb a. De software-cd bevat het stuurprogramma van de printer en programma´s. b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 17 10 Voorkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Apparaatoverzicht 1. Inleiding 18 11 Achterkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Overzicht van het bedieningspaneel Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. 1. Inleiding 2 3 (Achterkant) Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item. OK 4 (Annuleren) 12 Type A 5 (aan/uit) 6 1 10 2 9 3 (StatusLED) 7 4 1 Weergave Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. 10 Toont de status van uw printer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 93).
Overzicht van het bedieningspaneel 1. Inleiding 20 13 3 Type B (aan/uit) 4 1 Weergave 2 (Annuleren) Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. Stopt de huidige bewerking. Op het scherm wordt een pop-upbericht weergegeven waarin wordt vermeld dat de gebruiker kan stoppen of hervatten. Met deze knop kunt u de stroom inen uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen vanuit de energiebesparingsmodus.
Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. 2 Zet de aan/uit-schakelaar aan. 1.
Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding Geavanceerd). • Door Geavanceerde installatie > Aangepaste installatie te selecteren kunt u kiezen welke programma’s u wilt installeren.
Lokaal installeren van het stuurprogramma 4 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik daarna op Volgende. 5 Volg de instructies in het installatievenster. 1.
Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 15 Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren. 3 4 Volg de instructies in het installatievenster.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Items Opties Menuoverzicht Configuratie 1 Info verb.art. ML-451x Series/ ML-501x Series Demopagina PCL-lettertype • Druk op de knop (Menu) om toegang te krijgen tot deze menu’s. Druk op de pijlen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
Menuoverzicht Items Papier Grafisch 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Opties Items Opties Exempl. Datum en tijd MF-lade/ [Lade ] Klokmodus Papierinvoer Menu Formulier Aut. Ladekeuze Form. select. Lade bevestigen In wachtrij plaatsen Resolutie Taal Tekst wissen Standaardpapierformaat Tonersterkte Energiebesp. Systeeminste Ontwaakgebeurtenis llingen Autom. doorgaan Luchtdrukcorrectie Autom. Regelomslag Time-out voor taak Meerdere vakken Inst. import. Inst. export.
Menuoverzicht 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 28 2 Items Opties Ethernet-snel. 802.1x TCP/IP (IPv4) Netwerk ML-5015 Series/ML-5017 Series U kunt menu's eenvoudig instellen met behulp van het aanraakscherm. TCP/IP (IPv6) • Het Hoofdscherm wordt weergegeven op het aanraakscherm op het bedieningspaneel. Inst. wissen Netwerkconfiguratie • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu's uitgegrijsd worden weergegeven. Net.
Menuoverzicht Items 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Opties Items Opties Systeem Directe USB Afdrukken vanaf 29 Datum en tijd Bestandsbeheer Klokmodus Ruimte tonen Menu Formulier In wachtrij plaatsen Taal Onderhoud Standaardpapierformaat Energiebesp. Autom. doorgaan Instellen Luchtdrukcorrectie Autom. Regelomslag Time-out voor taak Bestandsbeleid Time-out voor wachtrij Afb. overs. Meerdere vakken Inst. import. Inst. export. Ontwaakgebeurtenis Inst.
Menuoverzicht Items 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Opties Netwerk Ethernet-snel. Papier Exempl. Lade 1 TCP/IP (IPv6) Lade 2-5 802.1x MP-lade Netwerkconfiguratie Papierinvoer Http activeren Aut. Ladekeuze Instellen (doorgaan) Inst.
Menuoverzicht Items Help 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Opties • (Directe USB): Hiermee gaat u naar het USB-menu als een USB-opslagapparaat op de USB-poort van uw printer is aangesloten. • (Instellen): U kunt door de huidige apparaatinstellingen bladeren of deze veranderen. • (Taakstatus): De taakstatus toont de taken die momenteel worden uitgevoerd en in de wachtrij staan.
Een testpagina afdrukken Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een testpagina afdrukken. 3 1 2 3 ML-451x Series/ ML-501x Series Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Informatie > OK > Demopagina > OK. Druk op Afdrukken? > Ja > OK. Er wordt een testpagina afgedrukt. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 4 ML-5015 Series/ ML-5017 Series 1 2 Druk op Informatie in het Hoofdscherm. Druk op Demopagina > Afdruk. Er wordt een testpagina afgedrukt.
De taal op het display wijzigen Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel te wijzigen: 5 1 2 3 ML-451x Series/ ML-501x Series Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminstellingen > OK > Taal > OK. Kies de gewenste optie en druk op OK. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 33 6 1 2 3 4 ML-5015 Series/ ML-5017 Series Druk op Instellen in het Hoofdscherm. Druk op Systeem > Volg. > Taal. Selecteer de gewenste taal.
Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. • Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 34 7 Lade overzicht Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 35 8 De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt. 1 2 1 Vol 2 Leeg Plaats papier in de lade/optionele lade Open de papierlade (zie "Lade overzicht" op pagina 34). Buig de papierstapel om of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst.
Afdrukmateriaal en lade 3 4 Houd om het formaat te wijzigen de breedtegeleider en lengtegeleider ingedrukt om ze in de sleuf te plaatsen met het papierformaat dat onderaan de lade wordt aangegeven. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 36 5 Verschuif de lengtegeleider tot deze lichtjes de stapel papier raakt. 6 Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze zonder deze te buigen tegen de stapel papier.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen • Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier, aangezien het papier hierdoor kan buigen. De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 47).
Afdrukmateriaal en lade • Let voor optimale adrukkwaliteit en ter voorkoming van vastlopend papier (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113) op de volgende aanwijzingen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 38 1 Open de multifunctionele lade en trek het verlengstuk van de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld. 2 Pas de multifunctionele lade met de papiergeleiders aan op de breedte van het papier.
Afdrukmateriaal en lade 3 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst. 4 Plaats het papier in de lade. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en stel ze in op de breedte van het papier. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 39 De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel.
Afdrukmateriaal en lade Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113). Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 113 voor papiergewicht per vel.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 41 Enveloppen • Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen. Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. • Gebruik geen afgestempelde enveloppen. • Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. • Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit.
Afdrukmateriaal en lade • • Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop. Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen. 2. Menuoverzicht en basisinstellingen • Bestand tegen de fixeertemperatuur in het apparaat. • Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald. • Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen Etiketten - Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben. - Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13 mm omkrullen. - Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel.
Afdrukmateriaal en lade 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 44 Kartonpapier/papier van een aangepast formaat • • Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C) van het apparaat. • De inkt op het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen.
Afdrukmateriaal en lade 11 Papierformaat en -type instellen Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 4 12 Tijdens het afdrukken Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh, Linux of Unix OS-gebruiker bent. 46 De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. Klik op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 47).
Eenvoudige afdruktaken 14 Voorkeursinstellingen openen 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 4 47 Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. • Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken bevat echter vrijwel dezelfde eigenschappen.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 48 Voorkeursinstellingen gebruiken Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.
Eenvoudige afdruktaken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 49 ► ML-451x Series/ ML-501x Series 16 Eco-afdruk Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken. Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze modus aan. De standaardinstelling in de eco-modus is dubbelzijdig afdrukken (lange zijde), 2 op 1 veel, blanco pagina´s overslaan en tonerbesparing.
Eenvoudige afdruktaken - Aangepaste Eco: Volg de instellingen van de Syncthru™ Web Service. Voordat u dit onderdeel selecteert, moet u de eco-functie instellen de SyncThru™ Web Service> tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings. ► ML-5015 Series/ ML-5017 Series 1 2 Druk op Eco in het Hoofdscherm. 3 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 50 • Eco-afdruk: Schakelt eco-modus in. Activeert de verschillende te gebruiken eco-onderdelen.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 17 Informatie over USB-geheugenapparaat Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van documenten, presentaties, muziek en video’s, hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of verplaatsen. Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/ FAT32 en sectoren van 512 bytes. Controleer het bestandssysteem van het USBgeheugenapparaat van uw leverancier.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 2. Menuoverzicht en basisinstellingen 52 18 Afdrukken vanaf een USBgeheugenapparaat U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USBgeheugenapparaat rechtstreeks afdrukken. Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer bestanden of mappen in de geselecteerde map. 19 Bestandstypen die worden ondersteund door de optie Direct afdrukken: • PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde stuurprogramma zijn compatibel.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 21 USB-geheugen beheren U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren. U kunt de functies van het menu Directe USB > Bestandsbeheer gebruiken (zie "Menuoverzicht" op pagina 26). Als u een + voor de naam van een map staat, staat er een of meer bestanden of mappen in de geselecteerde map.
3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 3. Onderhoud 55 De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.
Beschikbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Type Standaardrendem ent tonercassette Gemiddeld aantal afdrukkena Ong. 7.000 pagina’s Benaming van onderdeel 56 Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht.
Beschikbare accessoires 3. Onderhoud 57 U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren. Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). Optie Geheugenmodule Optionele lade Functie Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit. ML-MEM170: 512 MB Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra papierlade plaatsen.
Beschikbare accessoires Optie Massaopslagapparaat Afwerkingseenheid (stapelaar en nieter) 3. Onderhoud Functie Benaming van onderdeel Hiermee kunt u de capaciteit van het apparaat uitbreiden en afdrukken op diverse manieren. ML-HDK470 Hiermee kunt u afdrukken sorteren en nieten. ML-OCT65 Er moet een massaopslagapparaat zijn geïnstalleerd om bepaalde opties voor de afwerkingseenheid in het printerstuurprogramma te gebruiken.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 3. Onderhoud 59 Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • knippert de Status-LED rood. 3. Onderhoud 2 60 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen.
Toner herverdelen 3 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 4 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3.
De tonercassette vervangen Als een tonercassette het einde van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56). 1 3. Onderhoud 3 62 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water.
De tonercassette vervangen 4 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 5 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3.
De beeldeenheid vervangen Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u de beeldeenheid kunt vervangen. 3. Onderhoud 2 Trek de beeldeenheid naar buiten. 3 Haal de nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. 64 Als een beeldeenheid het einde van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56). 1 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette.
De beeldeenheid vervangen 4 Schud de beeldeenheid 5 tot 6 keer krachtig heen en weer om de toner evenredig te verspreiden binnen de beeldeenheid. 5 Verwijder de beschermlaag en verzegeling. 3. Onderhoud 65 • Raak het groene oppervlak van de beeldeenheid niet aan. 6 • Om schade aan de beeldeenheid te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
Een geheugenmodule upgraden 3. Onderhoud Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 57.
Een massaopslagapparaat installeren 3. Onderhoud Voor dit apparaat zijn geen schroeven van type A nodig. Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 57.
De nietjescassette vervangen 3. Onderhoud Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 57.
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 1 3. Onderhoud 69 2 ML-451x Series/ ML-501x Series 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminstellingen > OK > Onderhoud > OK. Druk op Info verb.art. > OK. Druk op de toetsen OK om de gewenste optie te selecteren. ML-5015 Series/ ML-5017 Series 1 2 3 4 Druk op Instellen in het Hoofdscherm. Druk op Systeem > Volg. > Onderhoud > Biedt informatie. Druk op de gewenste optie. Druk op het startpictogram ( de Stand-bymodus.
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. 3 ML-451x Series/ ML-501x Series 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminstellingen > OK > Onderhoud > OK. Klik op Toner bijna op > OK. Kies de gewenste optie en druk op OK. 3.
Het apparaat reinigen 3. Onderhoud 71 Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Het apparaat reinigen 3. Onderhoud 72 6 De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen. Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat reinigen 3.
Het apparaat reinigen 7 Reinigen van de opneemrol 3.
4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 76 • Papierstoringen verhelpen 77 • Informatie over de status-LED 93 • Informatie over displaymeldingen 95 Dit hoofdstuk biedt nuttige informatie voor als u een foutmelding opmerkt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, controleert u eerst het bericht op het displayscherm om te fout op te lossen.
Tips om papierstoringen te voorkomen 4. Problemen oplossen 76 U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 34). • Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt.
Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
Papierstoringen verhelpen 2 In optionele lade 4.
Papierstoringen verhelpen 3 In de multifunctionele lade 4.
Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen 4 Binnenin het apparaat • Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. • Raak het groene oppervlak van de beeldeenheid niet aan. • Om schade aan de beeldeenheid te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de deze zo nodig af met een stuk papier.
Papierstoringen verhelpen 4.
Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 2 4.
Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen 83 5 In het uitvoergebied • Het gebied rond de fixeereenheid is extreem heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert, zodat u zich niet verbrand.
Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen 84 6 Rond de duplexeenheid • Het gebied rond de fixeereenheid is extreem heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert, zodat u zich niet verbrand.
Papierstoringen verhelpen 4.
Papierstoringen verhelpen Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied: 4.
Papierstoringen verhelpen 7 In de optionele afwerkingseenheid (stapelaar en nieteenheid) Het papier is vastgelopen aan de voorkant van de afwerkingseenheid 4.
Papierstoringen verhelpen Het papier is vastgelopen in de afwerkingseenheid 4.
Papierstoringen verhelpen Het papier is vastgelopen bij de uitgang van de afwerkingseenheid 4.
Papierstoringen verhelpen 4.
Papierstoringen verhelpen Het papier is vastgelopen in het optionele postvak met meerdere vakken 4.
Papierstoringen verhelpen 4.
Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar. • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen. • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel. • Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED LED Status Off Groen 4. Problemen oplossen 94 Omschrijving Het apparaat is offline. Knippert Aan Knippert • Als het lampje langzaam knippert, ontvangt het apparaat gegevens van de computer. • Als het lampje snel knippert, is het apparaat bezig met afdrukken. • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display.
Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. 4.
Informatie over displaymeldingen Melding • St. uitv.gb.afw.eenh • Papierstoring uitvoergebied afwerkeenh • Pap stor vr postvak • Er is papier vastgelopen in de voorkant van de postvak. Verw. vastgel. papier • Papierst. voork. van vak [aantal] • Papierst. voork. van vak [aantal] Verw. vastgel. papier Betekenis Voorgestelde oplossing Melding 4. Problemen oplossen Betekenis Er is papier vastgelopen in het gebied van de afwerkingseenheid.
Informatie over displaymeldingen Melding Papierst. in apparaat • Pap stor in postvak • Het papier is vastgelopen in het postvak. Verw. vastgel. papier Papierst. in [ladetype] Betekenis Voorgestelde oplossing Er is papier vastgelopen in het apparaat. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Binnenin het apparaat" op pagina 80). Er is papier vastgelopen in het postvak-gebied. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Het papier is vastgelopen in het optionele postvak met meerdere vakken" op pagina 91).
Informatie over displaymeldingen 4. Problemen oplossen 98 Meldingen over de tonercassette Melding • BE is niet compatibel Betekenis Voorgestelde oplossing De beeldeenheid die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Plaats beeldeenheden van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor uw apparaat. • Beeldeenheid is niet geplaatst. Plaats de eenheid. De beeldeenheid is niet geplaatst of de CRUM in de beeldeenheid is niet goed aangesloten. Plaats de beeldeenheid twee of drie keer opnieuw.
Informatie over displaymeldingen Melding • Vervang beeldeenheid • Plaats een nieuwe beeldeenheid Betekenis 4. Problemen oplossen 99 Voorgestelde oplossing De aangegeven beeldeenheid is bijna aan • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het bedieningspaneel. Als u Stop het einde van de geschatte levensduur. selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de beeldeenheid niet hebt vervangen.
Informatie over displaymeldingen Melding • Vervang beeldeenheid • Einde van gebruiksduur. Plaats een nieuwe beeldeenheid Betekenis De aangegeven beeldeenheid is aan het einde van de geschatte levensduur. Het apparaat stopt mogelijk met afdrukken. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een beeldeenheid. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de beeldeenheid volgens ISO/ IEC 19752.
Informatie over displaymeldingen Melding • Bereid nw. TC voor • Bereid nieuwe tonercassette voor 4. Problemen oplossen 101 Betekenis Voorgestelde oplossing De tonercassette is bijna leeg. Het einde van de geschatte levensduur van de cassette is bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 60).
Informatie over displaymeldingen Melding • Plaats nieuwe cas. • Plaats nieuwe tonercassette Betekenis 4. Problemen oplossen 102 Voorgestelde oplossing De aangegeven tonercassette is bijna aan • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het bedieningspaneel. Als u het einde van haar geschatte levensduur. Stop selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet hebt vervangen.
Informatie over displaymeldingen Melding • Plaats nieuwe cas. • Einde levensduur. Plaats nieuwe tonercassette Betekenis De aangegeven tonercassette is aan het einde van de geschatte levensduur. Het apparaat stopt mogelijk met afdrukken. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een cassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de beeldeenheid volgens ISO/ IEC 19752.
Informatie over displaymeldingen Melding • Schud tonercassette Betekenis • Tonercassette niet compatibel. Zie handl. • Er is geen tonercassette geplaatst • Tonercassette is niet geplaatst. Plaats er een. 104 Voorgestelde oplossing De toner is niet gelijkmatig verdeeld. Herverdeel de toner (zie "Toner herverdelen" op pagina 60). De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Plaats tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor uw apparaat.
Informatie over displaymeldingen Meldingen over de papierlade Melding Betekenis • Uitvoerlade vol Teveel papier in de uitvoerlade. • Teveel papier Melding Voorgestelde oplossing Verwijder het afgedrukte papier. in uitvoervak [vaknummer]. Verwijder afgedrukt papier • Papier op in [ladetype] Betekenis De lade is niet goed geplaatst. 105 Voorgestelde oplossing Sluit de lade. • [Ladetype] is geopend. Plaats deze op de juiste manier. Meldingen over het netwerk De papierlade is leeg.
Informatie over displaymeldingen Melding • 802.1x netwerkfout Betekenis Verificatie mislukt. • 802.1x netwerkfout. Contact beheerder. Voorgestelde oplossing Controleer het netwerkverificatiepr otocol. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als dit probleem zich blijft voordoen. Melding Fout: • #C1-1311 • #C1-1330 Fout: • #C3-1312 4. Problemen oplossen Betekenis 106 Voorgestelde oplossing De toner is niet Herverdeel de toner en gelijkmatig verdeeld.
Informatie over displaymeldingen Melding Fout: • #A3-3211 • #A3-3212 • #A3-3311 Betekenis Er is een probleem met een sensor. Voorgestelde oplossing Zet uit en weer aan Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Melding Fout: • #H2-1710 • #H2-1711 • #H2-1720 • #A3-3312 • #H2-1721 • #A3-3411 • #H2-1730 • #A3-3412 • #H2-1731 • #H2-1750 • #H2-1751 • #H2-1752 • #H2-1753 • #H2-1760 • #H2-1761 • #H2-1800 • #H2-1A50 • #H2-1A52 • #H2-1A70 • #H2-1A80 4.
Informatie over displaymeldingen Melding Fout: • • • • • #H2-4700 #H2-4701 #H2-4710 #H2-4711 #H2-4A50 Betekenis Er is een probleem in Zet uit en weer aan Als het postvak. het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Fout: • #U1-2115 • #U1-2116 • #U1-2117 • #U1-2320 • #U1-2327 • #U1-2330 • #U1-2340 Er is een probleem met fixeereenheid. Fout: Er is een probleem met de LSU. • #U2-1111 • #U2-1113 Fout: • #S2-1320 Fout: • #M1-1411 Voorgestelde oplossing Melding • Kl.
Informatie over displaymeldingen Melding • Postvak [nummer] vol • Te veel papier in lade [nummer]. Verw. afgedr. pag. • Klep postvak open Betekenis Voorgestelde oplossing Teveel papier in de Verwijder het stapelaar van het afgedrukte papier. postvak De klep van het postvak is open. Sluit de klep van het postvak. • De klep van het postvak is open. Sluit de klep. • Nietjes op • Nietcassette is leeg. Vervang de cassette. • Nietjes bijna op • Nietcassette is bijna leeg. Vervang de cassette.
5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 5. Bijlage 111 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen.
Specificaties 5. Bijlage Items Gemiddeld vermogen Stroomverbruik Stand-bymodus Omschrijving • ML-451x Series: minder dan 850 W • ML-501x Series: minder dan 900 W • ML-451x Series: minder dan 12 W • ML-501x Series: minder dan 15 W Energiebesparende modus minder dan 4.5 W Uitgeschakelde toestand minder dan 0.5 W a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken. b.
Specificaties 5. Bijlage 2 Specificaties van de afdrukmedia Type Formaat Afmetingen Gewicht afdrukmediaab/capaciteitc Lade 1/Optionele lade Letter 216 x 279 mm 70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) Legal 216 x 356 mm • 520 vellen (80 g/m2) US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm Normaal papier ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm Bepaling 140 x 216 mm A5 148 x 210 mm 105 x 148 mm A6 70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) • 250 vellen voor lade1.
Specificaties Type Enveloppen Formaat 5. Bijlage Afmetingen Gewicht afdrukmediaab/capaciteitc Lade 1/Optionele lade Envelop Nr. 9 98 x 225 mm 75 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) Envelop Nr. 10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm • 50 vellen alleen voor lade1 en voor optionele lade2.
Specificaties Type Etikettend Kartonpapier Bankpost Formaat Zie Normaal papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier Voorbedrukt, Gekleurd, Katoen-, Gerecycled, Briefhoofd-, Geperforeerd Zie Normaal papier Postkaart Zie Normaal papier 5.
Specificaties Type Formaat 5. Bijlage Afmetingen Gewicht afdrukmediaab/capaciteitc Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade • 76 x 127 mm Multifunctionele lade Minimaal formaat (aangepast)e • 98,6 x 148,5 mm Multifunctionele lade, Lade1 • 98,6 x 210 mm Multifunctionele lade, Lade1, Optionele lade Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm a. Als het gewicht van de afdrukmedia meer is dan 105 g/m2 (bankpostpapier), laadt u de vellen papier één voor één in de multifunctionele lade. b.
Specificaties 5.
Specificaties 5. Bijlage 118 • Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. • Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. • Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat. • Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist. Macintosh Besturingssysteem Vereisten (aanbevolen) Processor • Intel®-processoren Mac OS X 10.3 ~ 10.4 • PowerPC G4/G5 • Intel®-processoren Mac OS X 10.
Specificaties 5. Bijlage Linux Items Vereisten Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit) Fedora 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 (32/ 64 bit) SuSE Linux 10.1 (32 bit) Besturingssysteem OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bit) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits) Debian 4.0, 5.
Specificaties 5. Bijlage 4 Netwerkomgeving Alleen voor draadloos model (zie "Functies per model" op pagina 7). U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. 5 Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Informatie over wettelijke voorschriften 6 5. Bijlage 122 8 Alleen voor Taiwan Energiebesparingsmodus Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. 7 Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. Veiligheid in verband met ozon ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Informatie over wettelijke voorschriften 5. Bijlage 123 10 Alleen voor China 11 Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv.
Informatie over wettelijke voorschriften 12 5. Bijlage 124 13 Correcte verwerking van de in dit product gebruikte batterijen (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op de batterij, handleiding of verpakking geeft aan dat de batterijen in dit product aan het eind van hun levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid.
Informatie over wettelijke voorschriften 5. Bijlage 125 • Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op. Canadese regelgeving inzake radio-interferentie • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Informatie over wettelijke voorschriften 15 5. Bijlage 126 18 Alleen voor Rusland De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk 16 Alleen Duitsland 17 Alleen voor Turkije Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten.
Informatie over wettelijke voorschriften Als u de aangegoten stekker afsnijdt, gooi deze dan meteen weg. U kunt de stekker niet meer aan het snoer bevestigen en u riskeert een elektrische schok als u hem in het stopcontact steekt. 5. Bijlage 127 Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart. In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn aangebracht.
Informatie over wettelijke voorschriften 1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EG van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd.
Informatie over wettelijke voorschriften 20 Alleen voor China 5.
Copyright 5. Bijlage 130 © 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Index 131 A C aanuitknop 19 accessoires bestellen 57 achterkant 18 afdrukken een document afdrukken Windows conventie E ecoafdruk 49 ecoknop 19 Een backup maken van uw gegevens 52 46 afdrukmedia 41 etiketten 43 functies het papierformaat instellen 45 het papiertype instellen 45 kartonpapier 44 speciale media 39 transparanten 42 uitvoersteun gebruiken voorbedrukt papier algemene pictogrammen 113 44 9 breedte en lengte instellen 34 de grootte van de lade aanpassen 34 een
Index 132 N R USBgeheugen beheren netwerk reinigen USBgeheugenapparaat installatieomgeving numeriek toetsenblok binnenkant 72 19 buitenkant 71 uw apparaat reinigen opneemrol 74 V O onderdelen voor onderhoud 59 optionele lade 57 bestellen 57 papier plaatsen 35 S specificaties afdrukmedia 77 tips om papierstoringen te voorkomen 76 Tijdens pijltoetsen 10 113 symbolen 10 verbruiksartikelen 45 57 19 plaatsen 46 de cassette vervangen 62 toner herverdelen 60 beschikbare
ML-451x Series ML-501x Series Gebruikershandleiding Geavanceerd imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Inhoud 2 66 Systeeminstallatie 1. Installatie van de software 5 Installatie voor de Macintosh 7 Opnieuw installeren voor Macintosh 8 Installatie voor Linux 10 Opnieuw installeren voor Linux 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 69 Emulatie 70 Netwerk 71 Beheerinstellingen 72 Eco 73 Taakstatus 4.
Inhoud 5. Onderhoud 99 De tonercassette (of beeldeenheid) bewaren 101 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 102 Nuttige beheerprogramma´s 6.
1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Installatie voor de Macintosh 1. Installatie van de software 5 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat 10 Op alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Volgende. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Selecteer Typische installatie voor een lokale printer 11 en klik vervolgens op OK. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X.
Installatie voor de Macintosh automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed 17 Als werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam van uw apparaat in Modelnaam. • Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model. • Voor Mac OS X 10.5-10.6: als Automatisch selecteren niet goed werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in Druk af via.
Opnieuw installeren voor Macintosh Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 8 Voer het wachtwoord in en klik op OK. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst.
Installatie voor Linux 1. Installatie van de software 6 7 U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
Installatie voor Linux 1. Installatie van de software 3 Download het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en plaats het op uw computer. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility en decomprimeer het. 4 Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het uit. 5 Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh. 5 Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt. • Nuttige netwerkprogramma’s 12 • Instelling bekabeld netwerk 13 • Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 17 • IPv6-configuratie 30 • Draadloos netwerk instellen 33 De ondersteunde opties en functies kunnen van model tot model verschillen.
Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IP-adres instellen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 12 2 SyncThru™ Web Admin Service Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders.
Instelling bekabeld netwerk U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten op de desbetreffende poort op uw computer. • • Gebruik het programma SyncThru™ Web Service of SetIP bij modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. - zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 102. - zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14.
Instelling bekabeld netwerk 5 Het IP-adres instellen Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IPadres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows) 2.
Instelling bekabeld netwerk 8 Klik op Apply en vervolgens op OK. Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh) 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 4 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 5 Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in.
Instelling bekabeld netwerk 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux) Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via System Preferences or Administrator.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 6 1 Windows Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14). Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Directe invoer Directe invoer laat u toe om een specifiek apparaat te zoeken op het netwerk. - Zoeken op IP-adres: voer hier het IP-adres of de hostnaam in. Klik vervolgens op Volgende. Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IPadres van uw apparaat te controleren (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk ► Opdrachtregelparameters Opdrachtregel De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het opdrachtvenster. De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd wanneer de opdracht gebruikt wordt met /s of /S. /h, /H of /? zijn uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden. Opdrachtregel /s of /S Definitie Start installatie op de achtergrond.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel Definitie /a"" Specificeert het of / doelpad voor de A"" installatie. Omschrijving Aangezien apparaatstuurprogra mma's geïnstalleerd moeten worden op een voor het Het doelpad besturingssysteem moet een specifiek pad, is deze volledig opdracht alleen van gekwalificee toepassing op rd pad zijn. toepassingssoftware. 2.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel / n"" of / N"" Definitie Specificeert de printernaam. De printerinstantie zal worden gemaakt conform de opgegeven printernaam. Omschrijving Met deze parameter kunt u naar wens printerinstanties toevoegen. Opdrachtregel /nd of /ND 2.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel /x of /X / up"" of / UP"" Definitie Omschrijving Maakt gebruik van bestaande apparaatstuurprogra mmabestanden om de printerinstantie te maken als deze al is geïnstalleerd. Deze opdracht biedt een mogelijkheid om een printerinstantie te installeren die gebruikmaakt van geïnstalleerde printerstuurprogramm abestanden zonder een bijkomend stuurprogramma te installeren.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel Definitie /f"" of /F"" Specificeert de naam van het logboekbestand. Indien niet gespecificeerd, wordt het standaard logboekbestand gemaakt in de tijdelijke map op het systeem. /h, /H of /? Toont het gebruik van de opdrachtregel.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Code Taal 0X0418 Roemeens 0X0402 Bulgaars 0X041A Kroatisch 0X081A Servisch 0X0422 Oekraïens 0X041B Slowaaks 0X0421 Indonesisch 0x041E Thais 0X0429 Farsi 7 1 2 Macintosh Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14). Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 2.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 12 Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd. 13 Klik op OK om door te gaan met de installatie. 14 Klik op Volgende in het venster Leesmij. 15 Nadat de installatie is voltooid klikt u op OK. Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s > 16 Printerconfiguratie. • Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map Programma’s > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen. 17 Klik op Voeg toe op de Printerlijst. • 18 • In Mac OS X 10.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 8 Linux U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). Om andere software te installeren: 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 26 5 Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op Continue. 6 7 8 Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next. Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 4 5 Selecteer Network printer en klik op de knop Search. 6 7 8 Selecteer uw apparaat en klik op Next. Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst weergegeven. Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. 2.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 Schakel over naar de map "binaries" van het stuurprogramma. Bijvoorbeeld op IBM AIX, cd aix_power/binaries 6 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in de root-terminal: Voer het installatiescript uit. accept .
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het volledige pakket ongedaan te maken. e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de deïnstallatie te controleren. Gebruik de opdracht ". /install" om de binaire gegevens opnieuw te installeren. De printer instellen Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen aan uw UNIX-systeem.
IPv6-configuratie 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 30 11 IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. IPv6 gebruiken Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het IPv6-adres te gebruiken. 10 1 2 3 4 5 IPv6 activeren Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6 activeren. 1 Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. 2 3 Schakel het apparaat in.
IPv6-configuratie 12 IPv6-adressen instellen Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer. • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres. • Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-adres.
IPv6-configuratie Handmatige adresconfiguratie 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 13 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt. 2 Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menublak en klikt u op Network Settings. 3 4 Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website. Schakel het selectievakje voor Manual Address in.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 33 Naam van draadloos netwerk en netwerksleutel Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt. Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet beschikbaar. 14 Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), een beveiligings-id en een netwerksleutel voor het netwerk gegenereerd.
Draadloos netwerk instellen Via de computer 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 34 16 WPS gebruiken Wij raden aan een USB-kabel te gebruiken met het programma dat op de meegeleverde cd met software staat. zie "Instellen met Windows" op pagina 40. • Met een USB-kabel: U kunt een draadloos netwerk instellen met behulp van het programma op de bijgeleverde cd met software.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 35 Wat u nodig hebt • Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt. • Controleer of uw apparaat Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt. • Netwerkcomputer (alleen in de PIN-modus) Druk op instellingen om de WPS-modus te wijzigen. Bij modellen met het aanraakscherm op het bedieningspaneel, volgt u de volgende procedure: a Druk op Instellen in het Hoofdscherm.
Draadloos netwerk instellen 3 Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Informatievenster wordt weergegeven waarin een verwerkingstijd voor verbinden wordt aangegeven van 2 minuten. 4 Druk op de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router). De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCD-display weergegeven: a Verbinden: Het apparaat is bezig verbinding te maken met het toegangspunt (of de draadloze router).
Draadloos netwerk instellen Apparaten zonder een display ► Aansluiten in PBC-modus (aangeraden) 1 1 b Als het apparaat verbonden is met het draadloze netwerk, blijft de WPS-LED branden. Het netwerkconfiguratierapport met het PIN-nummer moet worden afgedrukt. Houd in de stand-bymodus de knop (Annuleren of Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel ca. 5 seconden ingedrukt. Het PIN-nummer van uw apparaat wordt weergegeven.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Opnieuw verbinding maken met een netwerk Verbinding met een netwerk verbreken Wanneer de draadloze netwerkfunctie is uitgeschakeld, wordt automatisch opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte instellingen voor de draadloze verbinding en het adres.
Draadloos netwerk instellen 17 WLAN gebruiken 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 3 Druk op OK om de gewenste installatiemethode te selecteren. • Wizard (aangeraden): In deze modus wordt de installatie automatisch uitgevoerd. Het apparaat geeft een lijst met beschikbare netwerken. Nadat een netwerk is geselecteerd, vraagt de printer naar de bijbehorende beveiligingscode.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 40 ► Opzetten van de netwerkinfrastructuur 18 Instellen met Windows Snelkoppeling naar programma Draadloze verbindingen instellen zonder CD: All u het printerstuurprogramma eenmaal heeft geïnstalleerd, heeft u zonder CD toegang tot het programma Draadloze verbindingen instellen.
Draadloos netwerk instellen • Draadloze verbindingen instellen en installeren: Configureer de draadloze netwerkinstellingen van uw apparaat en installeer vervolgens het printerstuurprogramma met behulp van de USB-kabel. Deze procedure is uitsluitend bedoeld voor gebruikers die nog nooit een draadloze netwerkverbinding hebben ingesteld. 41 Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op Geavanceerde instelling.
Draadloos netwerk instellen • Netwerksleutel bevestigen:: bevestig de sleutelwaarde van de netwerkcodering. • WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste WEP-sleutelindex. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 8 Het venster bevat de instellingen voor het draadloze netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Volgende. • Voor de methode DHCP Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is, controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld.
Draadloos netwerk instellen 9 - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). - Gateway: 169.254.133.1 Als de instelling van het draadloos netwerk is voltooid, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en het apparaat los. Klik op Volgende. venster Instelling van draadloos netwerk voltooid 10 Het wordt geopend. Kies Ja als u de huidige instellingen aanvaardt en u wilt doorgaan. Kies Nee als u naar het beginvenster wilt terugkeren. Klik daarna op Volgende.
Draadloos netwerk instellen Ad-hoc via USB-kabel 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 4 44 Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en installeren. Als u geen toegangspunt hebt, kunt u de printer alsnog draadloos met uw computer verbinden door een draadloos adhocnetwerk in te stellen. Volg hiervoor de volgende eenvoudige stappen.
Draadloos netwerk instellen 5 6 45 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en kies Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst Klik daarna op Volgende. Als u ad-hocinstellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop Geavanceerde instelling. De software zoekt het draadloos netwerk. • Voer de naam van het draadloze netwerk in: Voer de SSID in (de SSID is hoofdlettergevoelig). • Werkingsmodus: Selecteer Ad-hoc.
Draadloos netwerk instellen Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft. Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt. Selecteer Open syst. of Ged. sleutel voor de verificatie en klik op Volgende. • WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen tot uw draadloze netwerk.
Draadloos netwerk instellen 9 Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer los. Klik op Volgende. Als het venster Computernetwerkinstelling wijzigen verschijnt, volgt u de stappen op het venster. Klik op Volgende als u klaar bent met de instellingen voor het draadloze netwerk van de computer. Als het draadloze netwerk van de computer is ingesteld op DHCP, duurt het enkele minuten om het IP-adres te ontvangen.
Draadloos netwerk instellen 19 Instellen met Macintosh Wat u nodig hebt • Toegangspunt • Netwerkcomputer • Software-cd die bij het apparaat is geleverd • Het apparaat met een daarop geïnstalleerd draadloosnetwerkinterface • USB-kabel Toegangspunt via USB-kabel 1 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. 2 3 4 Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 48 5 Dubbelklik op de map MAC_Installer.
Draadloos netwerk instellen 14 De software zoekt het draadloos netwerk. Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden, controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en volgt u de instructies in het venster. de zoekactie toont het venster de draadloze 15 Na netwerkapparaten. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u gebruikt en klik op Next. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.
Draadloos netwerk instellen Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk. Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt. Het venster kan verschillen naargelang de beveiligingsmodus: WEP of WPA. • WEP Selecteer Open syst. of Ged. Sleutel voor de verificatie en typ de WEP-beveiligingssleutel. Klik op Next.
Draadloos netwerk instellen - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). Gateway: 169.254.133.1 wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt 17 Ervolgens de netwerkconfiguratie. 18 Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer los. de aanwijzingen op het scherm om de installatie te 19 Volg voltooien. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten of Start opnieuw.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 52 verschijnt een lijst met de draadloze netwerken die het 8 Klik op Volgende. 14 Erapparaat heeft gevonden. Als u de standaardinstelling voor ad-hocnetwerken van 9 Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende. Samsung wilt gebruiken, selecteert u het laatste draadloze Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de netwerk in de lijst met de Netwerknaam (SSID). Deze is 10 gebruiksrechtovereenkomst.
Draadloos netwerk instellen • Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in. • Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde van de netwerkcodering. • WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste WEP-sleutelindex. Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft. Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt. Selecteer Open syst. of Ged.
Draadloos netwerk instellen Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn: - IP-adres: 169.254.133.42 - Subnetmasker: 255.255.0.0 Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat: - IP-adres: 169.254.133.43 - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). - Gateway: 169.254.133.1 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 20 Een netwerkkabel gebruiken Uw apparaat is netwerkcompatibel.
Draadloos netwerk instellen Een netwerkconfiguratierapport afdrukken 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 55 Om parameters van het draadloos netwerk te configureren, kunt u SyncThru™ Web Service gebruiken. U kunt bepalen welke netwerkinstellingen voor uw apparaat worden gebruikt door een netwerkconfiguratierapport af te drukken. SyncThru™ Web Service gebruiken zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13.
Draadloos netwerk instellen 5 Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Network Settings. 6 Klik op Wireless > Wizard. De Wizard zal u door de configuratie van het draadloos netwerk loodsen. Als u het draadloos netwerk echter rechtstreeks wilt instellen, selecteert u Custom. 7 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op Infrastructure selecteert u de SSID van het toegangspunt.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 21 Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen 1 Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat aansluiten. 2 Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in. Voorbeeld: 3 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website.
Draadloos netwerk instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken ► Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden ► Fout bij verbinding met pc • • • De geselecteerde of opgegeven netwerknaam (SSID) kan niet worden gevonden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken. • De beveiliging is niet goed geconfigureerd. Controleer de beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Draadloos netwerk instellen Andere problemen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken • Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen voordoen, controleert u de volgende punten: 59 Controleer of firewallsoftware (V3, Norton en/of andere antivirussoftware) de communicatie blokkeert. Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software mogelijk de communicatie.
Draadloos netwerk instellen • Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet ondersteund. • In de ad-hocmodus onder besturingssystemen zoals Windows Vista is het mogelijk dat u de draadloze verbinding bij elk gebruik van de draadloze printer opnieuw moet instellen. • Bij draadloze netwerkprinters van Samsung kunnen de infrastructuurmodus en de ad-hocmodus niet tegelijkertijd worden gebruikt.
3. Menu´s met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt. • Informatie 62 • Lay-out 63 • Papier 64 • Grafisch 65 • Systeeminstallatie 66 • Emulatie 69 • Netwerk 70 • Beheerinstellingen 71 • Eco 72 • Taakstatus 73 Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat.
Informatie 3. Menu´s met nuttige instellingen Item Omschrijving Menuoverzicht(Hel plijst) Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige instellingen van dit apparaat af. Configuratie Drukt een overzicht van de globale instellingen van het apparaat af. Info verb.art. Drukt een pagina met gegevens over verbruiksartikelen af. Demopagina Druk de demopagina af om te controleren of uw apparaat goed werkt. PCL-lettertype Item De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
Lay-out Item Afdrukstand 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Item Emulatiemarge MP-lade Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest u de bindrand. • Binding: Bij het afdrukken op beide zijden van het papier is de marge op kant A het dichtst bij de bindrand evengroot als de smalste marge op zijde B. De marges aan de andere kant van de bindrind zijn in beide gevallen ook hetzelfde. Stelt de papiermarge in de multifunctionele lade in.
Papier Item Exempl. MF-lade / [Lade ] Papierinvoer 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren. • Papierformaat: Selecteert het standaard papierformaat. • Papiertype: Selecteert het type papier dat zich momenteel in de lade bevindt. Hiermee wordt bepaald welke papier papierlade standaard wordt gebruikt.
Grafisch Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Resolutie Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Tekst wissen Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal document. Tonersterkte Maakt de afdrukk op de pagina helderder of donkerder. De instelling Normaal levert doorgaans het beste resultaat. Gebruik de instelling Licht om toner te besparen.
Systeeminstallatie Item Omschrijving Datum en tijd Stelt de datum en tijd in. Klokmodus Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-uur of 24-uur. • Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus Normaal. • Enkel form.: Hiermee worden alle pagina’s afgedrukt met het eerste formulier. Menu Formulier • Dubbel form.: hiermee wordt het voorblad afgedrukt met het eerste formulier, en de achterpagina met het tweede formulier. Form. select.
Systeeminstallatie Item Omschrijving 3. Menu´s met nuttige instellingen Item Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte boven zeeniveau. Autom. Regelomslag Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of DOS-gebruikers. Time-out voor taak Als er gedurende een bepaalde periode geen gegevens worden ontvangen, wordt een taak afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
Systeeminstallatie Item Omschrijving 3. Menu´s met nuttige instellingen Item 68 Omschrijving Inst. import. Importeert gegevens opgeslagen op een USB-geheugenstick naar het apparaat. Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en milieuvriendelijke afdrukken maken. Inst. export. Exporteert de op het apparaat opgeslagen instellingen naar een geheugenstick. • Standaardmodus: Selecteert of de Ecomodus in- of uitgeschakeld wordt.
Emulatie Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Type emulatie De apparaattaal definieert hoe de computer met het apparaat communiceert. Instellen Stelt de gedetailleerde instelllingen voor het geselecteerde emulatietype in.
Netwerk Optie 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Selecteer het passende protocol en de configuratieparameters voor gebruik in de netwerkomgeving. TCP/IP (IPv4) Er moeten heel wat parameters ingesteld worden. Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of raadpleeg u de netwerkbeheerder. TCP/IP (IPv6) Selecteer deze optie om gebruik te maken van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6configuratie" op pagina 30). Ethernet-snel.
Beheerinstellingen Item Omschrijving 3. Menu´s met nuttige instellingen Item Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het Wacht menu Beheerinstellingen. Kies Aan om gebruik bescherming te maken van deze optie en om het wachtwoord in te voeren. Wachtw. wijzigen Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de Beheerinstellingen van het apparaat. Onderhoud 71 Omschrijving • Fixeereenheid reinigen: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Het afgedrukte vel bevat tonerresten.
Eco 3. Menu´s met nuttige instellingen Item Omschrijving Eco - aan U kunt de optie in-/uitschakelen. Instellingen Huidige Eco-gerelateerde instellingen weergeven en standaardinstellingen wijzigen. Voorbeeldsimulator Geeft een geschat overzicht weer wanneer u huidige eco-instellingen gebruikt.
Taakstatus Item 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Huidige taak Geeft een lijst met taken weer die worden uitgevoerd of in de wachtrij staan. Veilige taak Geeft de takenlijst met veilige taken weer. Opgeslagen taak Geeft de takenlijst met opgeslagen taken weer. Voltooide taak Geeft de lijst met voltooide afdruktaken weer.
4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard. • Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 75 • De lettertype-instelling wijzigen 76 • De standaardafdrukinstellingen wijzigen 77 • Uw apparaat instellen als standaardprinter 78 • Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 79 • Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows).
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
De lettertype-instelling wijzigen Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt. Als u het lettertype wilt wijzigen of een lettertype wilt instellen voor een speciale omgeving (bijvoorbeeld DOS), kunt u de lettertype-instelling wijzigen in het gedeelte Apparaatinstellingen of Emulatie. • Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 107 als u Windows gebruikt.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 2 Klik op het menu Start van Windows. Als bij het item Voorkeursinstellingen het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • • 3 4 4. Speciale functies Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
Uw apparaat instellen als standaardprinter 1 2 3 4 Klik op het menu Start van Windows. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 4. Speciale functies 79 1 Afdrukken naar een bestand (PRN) XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling • Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie. • U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station plaatst. Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven, selecteert u Geavanceerde installatie > Aangepaste installatie.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 4. Speciale functies 80 Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte programma. 2 Speciale afdrukfuncties verklaard U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Poster afdrukken 4. Speciale functies 81 Omschrijving U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 82 Omschrijving U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. Dubbelzijdig afdrukken • U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. • Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 83 Omschrijving Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters DRAFT of CONFIDENTIAL diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Watermerk (Een watermerk verwijderen) 4. Speciale functies 84 Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Overlay (Een nieuwe paginaoverlay maken) Overlay (Een paginaoverlay gebruiken) 4. Speciale functies 85 Omschrijving a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt. c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Overlay (Een paginaoverlay verwijderen) 4. Speciale functies 86 Omschrijving a b c d e f Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd. Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen. Klik op Wissen. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 87 Omschrijving • Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele massaopslagapparaat hebt geïnstalleerd of het RAM-station hebt ingesteld. Om de Ramschijf in te stellen moet u deze inschakelen via SyncThru™ Web Service > Settings > Machine Settings > Ram Disk. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen.
Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows). Wat is Hulpprogramma Direct afdrukken? • Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF versie 1,7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om te kunnen afdrukken. Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDFbestanden rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze bestanden hoeft te openen.
Gebruiken van Hulpprogramma Direct afdrukken (alleen voor Windows). 4 5 Pas de printerinstellingen naar wens aan. Klik op Afdruk. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. 5 Via het contextmenu 1 Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt afdrukken en kies Direct afdrukken. Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het PDF-bestand is hierin al toegevoegd. 2 3 4 Kies het te gebruiken apparaat. De apparaatinstellingen aanpassen. Klik op Afdruk.
Functies van het geheugen/massaopslagapparaat gebruiken Bestandsbeleid: U kunt het bestandsbeleid kiezen voor het genereren van een bestandsnaam voor u doorgaat met een afdruktaak vanaf het optioneel geheugen. Als de naam reeds in het optioneel geheugen is opgeslagen, wijzigt u de naam of overschrijft u de bestaande naam. • Opgeslagen taak: Hiermee kunt u een opgeslagen afdruktaak afdrukken of verwijderen.
Afdrukken in Macintosh 8 4. Speciale functies 91 9 Een document afdrukken Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: 1 2 3 4 5 6 Open het af te drukken document. Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling (Documentinstellingen in enkele toepassingen).
Afdrukken in Macintosh 4 4. Speciale functies 92 Klik op Druk af. Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af. 11 Dubbelzijdig afdrukken 12 Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina’s wilt inbinden.
Afdrukken in Linux 4. Speciale functies 13 • Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding. • Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en bestemming instellen. Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken.
Afdrukken in Linux 14 4. Speciale functies 94 15 Bestanden afdrukken U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Afdrukken in Linux 4 • Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. • Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige afdruktaken weer te geven. • Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort.
Afdrukken in Unix 4. Speciale functies 5 16 Doorgaan met de afdruktaak 96 Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak. 17 Printerinstellingen wijzigen Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of HPGL-bestand om af te drukken. 1 Voer de opdracht "printui " uit. U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken. printui document1 Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
Afdrukken in Unix 4. Speciale functies 97 • Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s afgedrukt op één vel papier. Het tabblad Margins • Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Single-line hairline, Double-line hairline). • Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
5. Onderhoud Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. Er wordt ook informatie gegeven over het onderhoud van de tonercassette.
De tonercassette (of beeldeenheid) bewaren Tonercassettes (of beeldeenheden) bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. • Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt; idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid.
De tonercassette (of beeldeenheid) bewaren 2 5. Onderhoud 100 3 Gebruik van de tonercassette (of beeldeenheid) Samsung Electronics raadt het gebruik van tonercassettes (of beeldeenheden) van andere merken dan Samsung af, met inbegrip van generieke, hervulde of gerecycleerde tonercassettes (of beeldeenheden) of tonercassettes van witte producten.
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat • U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan hierbij toner vrijkomen in het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. • Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. 5.
Nuttige beheerprogramma´s 4 Samsung AnyWeb Print Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma’s > Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download the latest version om naar de website te gaan waar u het hulpprogramma kunt downloaden. 5.
Nuttige beheerprogramma´s SyncThru™ Web Service overzicht 5. Onderhoud 103 ► Het tabblad Settings Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s mogelijk niet verschijnen. • Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde opties in. • Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Nuttige beheerprogramma´s ► Het tabblad Maintenance Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren. • Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat. • Contact Information: Contactgegevens tonen.
Nuttige beheerprogramma´s 6 5. Onderhoud Klik op Apply. Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder. 4 Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en emailadres van de beheerder in. 5 Klik op Apply. 105 6 Informatie over de systeembeheerder instellen Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-mailmelding. 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud Informatie over Samsung Easy Printer Manager Openen van het programma: Printerlijst 1 Kies Start > Programma´s or Alle Programma´s > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager. 106 In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven van de printers die op uw computer zijn geïnstalleerd. Printerinfor In dit kader staat algemene informatie over uw matie apparaat.
Nuttige beheerprogramma´s Snelkoppeli Toont Snelkoppelingen naar ngen printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat 4 ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. Inhoud 5 Benodighe 6 den bestellen Toont informatie over de geselecteede printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen.
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 108 7 Gebruiken van Samsung-printerstatus (alleen voor Windows) Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat (zie basishandleiding).
Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 109 8 Tonerniveau 1 Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 2 Waarschuw.inst Selecteer de gewenste instellingen in het elling venster Opties. 3 Benod. bestellen U kunt reservetonercassette(s) online bestellen.
Nuttige beheerprogramma´s Overzicht Smart Panel 5. Onderhoud 2 Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten. Macintosh Klik op het Smart Panel-pictogram op de menubalk. Linux Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram in het berichtenkader. Nu kopen Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding.
Nuttige beheerprogramma´s Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Klik met de rechtermuisknop in Linux of Mac OS X op het pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties. 5. Onderhoud Unified Driver Configurator openen 1 Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad. U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren.
Nuttige beheerprogramma´s 3 5. Onderhoud Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten. Printers configuration Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en Classes. ► Het tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. 112 1 Schakelt naar Printers configuration.
Nuttige beheerprogramma´s ► Het tabblad Classes Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. • Refresh: vernieuwt de lijst met klassen. • Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen. • Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse. 5.
6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer Toestand 6. Problemen oplossen 115 Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • • • • Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
Problemen met de voeding en het netsnoer 6. Problemen oplossen 116 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over het oplossen van problemen met de netvoeding. Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing • Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Stroom) heeft op het bedieningspaneel, drukt u deze in totdat het apparaat wordt ingeschakeld.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Het apparaat krijgt geen stroom. 6. Problemen oplossen 117 Voorgestelde oplossing Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Stroom) heeft op het bedieningspaneel, drukt u deze in totdat het apparaat wordt ingeschakeld. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep aan de voorzijde is niet gesloten.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 118 Voorgestelde oplossing Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 119 Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt De kabel van het apparaat zit los of is wel af, maar de tekst defect. is niet correct, vervormd of niet volledig. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Mogelijke oorzaak Incompatibiliteit tussen het PDFbestand en de Acrobat-producten. 6. Problemen oplossen 120 Voorgestelde oplossing Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Problemen met de afdrukkwaliteit 6. Problemen oplossen 121 Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Voorgestelde oplossing Lichte of vage afdrukken • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette. • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c Onregelmatigheden A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C 6. Problemen oplossen 122 Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat. • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen 6. Problemen oplossen 123 Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de beeldeenheid in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen 6. Problemen oplossen 124 Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De beeldeenheid is mogelijk beschadigd. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u de beeldeenheid en plaatst u een nieuwe. • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand 6. Problemen oplossen 125 Voorgestelde oplossing Er blijven tonerdeeltjes De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. hangen rond vetgedrukte • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor tekens of donkere foto’s. afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd 6. Problemen oplossen 126 Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook het papier in de lade 180° te draaien en/of het papier te vervangen. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner 6. Problemen oplossen 127 Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw. • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe. • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. • Reinig de binnenkant van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen 6. Problemen oplossen 128 Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw. • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe. Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 129 1 Algemene Windows-problemen Toestand Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Voorgestelde oplossing Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 130 2 Algemene Macintosh-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt het PDFHet bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel bestand niet juist af. Sommige Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 131 Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintoshfoutmeldingen. 3 Algemene Linux-problemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Voorgestelde oplossing • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 132 Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt geen volledige pagina’s af. Slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt. Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger.
Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 133 4 Veelvoorkomende PostScript-problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt. Mogelijke oorzaak Mogelijk is het PostScriptstuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Oplossing • Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software" op pagina 4).
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center ALBANIA 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 BAHRAIN 8000-4726 BELARUS 810-800-500-55-500 02-201-24-18 BELGIUM BOSNIA BRAZIL BULGARIA www.samsung.com 05 133 1999 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site ESTONIA 800-7267 www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (726- www.samsung.com 7864 € 0,14/min) GEORGIA 8-800-555-555 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com MACEDONIA 023 207 777 MEXICO 01-800-SAMSUNG (726- www.samsung.com 7864) 136 Country/Region Customer Care Center PERU 0-800-777-08 www.samsung.com 1800-10-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com SINGAPORE 1800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (7267864) www.samsung.com SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com SWITZERLAND 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/ min) www.samsung.
Verklarende woordenlijst 138 Toegangspunt De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen. 802.11 ADF 802.
Verklarende woordenlijst 139 Bitdiepte CCD Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd. CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt.
Verklarende woordenlijst 140 Dekkingsgraad Standaard Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger.
Verklarende woordenlijst 141 DNS Duplex DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus.
Verklarende woordenlijst 142 Emulatie EtherTalk Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
Verklarende woordenlijst 143 Fixeereenheid Halftoon Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt.
Verklarende woordenlijst 144 Intranet IPP Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website.
Verklarende woordenlijst 145 ISO JBIG De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
Verklarende woordenlijst 146 LSU MH Een LSU is een laserscaneenheid die met elektrisch potentiaal beelden vormt op de OPC-drum door een laserstraal te richten vanaf de draaiende polygoonspiegel door de lens. MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4.
Verklarende woordenlijst MR MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden. NetWare Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Verklarende woordenlijst 148 PABX Printerstuurprogramma PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer. PCL Afdrukmedia Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche.
Verklarende woordenlijst 149 Protocol Resolutie Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. PS Zie PostScript. PSTN Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
Verklarende woordenlijst 150 SSID TIFF SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn. TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner.
Verklarende woordenlijst 151 TWAIN USB Een standaard voor scanners en software. Als een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh. USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden.
Verklarende woordenlijst 152 WIA WPS WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIAcompatibele scanner. WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer.
Index 153 A G draadloos afdrukken afdrukken naar een bestand 79 de standaardafdrukinstellingen wijzigen 77 dubbelzijdig afdrukken Macintosh 92 adhocmodus 33 bedieningspaneel 33 computer 34 Infrastructuurmodus 33 installatie 33 USBkabel 40 het hulpprogramma Direct afdrukken gebruiken 88 WPS verbinding verbreken Linux 93 Macintosh 91 WPS De printer heeft geen display PBC PIN meerdere paginas afdrukken op één vel papier Macintosh 91 UNIX 96 afdrukresolutie instellen Linux apparaa
Index 154 8 unified driver configurator introductie van netwerkprogrammas 12 IPv6configuratie 111 stuurprogrammainstallatie Linux Macintosh UNIX Windows M Macintosh afdrukken 91 besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 7 O help gebruiken overlay afdrukken 92 installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 24 SetIP gebruiken 15 stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 5 veelvoorkomende problemen onder Macinto
Index het verbonden netwerk 155 27 USBkabel besturingsbestand opnieuw installeren 7, 10 stuurprogrammainstallatie 5, 8 V verbruiksartikelen apparaatgegevens verklarende woordenlijst 62 138 W watermerk bewerken 83 maken 83 verwijderen 84 Windows installatie van het stuurprogramma voor 17 het verbonden netwerk SetIP gebruiken 14, 55 veelvoorkomende problemen onder 129 Windows