User manual

5
1. Installatie van de software
Installatie voor de Macintosh
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
6
Klik op Volgende.
7
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende.
8
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
9
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Volgende.
11
Selecteer Typische installatie voor een lokale printer
en klik vervolgens op OK.
12
Klik op Volgende in het venster Leesmij.
13
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten.
14
Open de map Programma’s > Hulpprogramma’s >
Printerconfiguratie.
Voor Mac OS X 10.5-10.6 opent u de map
Programma’s > Systeemvoorkeuren en klikt u op
Afdrukken en faxen.
15
Klik op Voeg toe op de Printerlijst.
Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op het pictogram +,
waarna een venster verschijnt.
16
In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad USB.
In Mac OS X10.4 klikt u op Standaardkiezer en zoekt
u de USB-verbinding.
In Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Standaard en zoekt u
de USB-verbinding.