Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie over gezondheid en veiligheid
- Algemene problemen oplossen
- Beknopt overzicht
- Inhoud
- Basisfuncties
- Uitpakken
- Onderdelen en knoppen van de camera
- De batterij en geheugenkaart plaatsen
- De batterij opladen en de camera inschakelen
- De eerste instellingen uitvoeren
- Uitleg over de pictogrammen
- Het aanraakscherm gebruiken
- Het geluid instellen
- Het startscherm gebruiken
- De Helpmodus gebruiken
- Foto's maken
- Tips om betere foto's te maken
- Uitgebreide functies
- Opnamemodi gebruiken
- De Smart Auto-modus gebruiken
- De modus 3D-foto gebruiken
- De modus Live Panorama gebruiken
- De Scènemodus gebruiken
- De Nachtmodus gebruiken
- De Close-upmodus gebruiken
- De Timeropnamemodus gebruiken
- De modus Touch-opname gebruiken
- De DUAL IS-modus gebruiken
- De Programmamodus gebruiken
- De Filmmodus gebruiken
- De Slimme filmmodus gebruiken
- De portretmodi gebruiken
- Effectmodi gebruiken
- Opnamemodi gebruiken
- Opname-instellingen
- Weergeven en bewerken
- Instellingen
- Aanvullende informatie

Weergeven en bewerken
109
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
7
Raak aan om af te drukken.
•
Raak aan om alle foto's af te drukken.
8
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan
om te beginnen met afdrukken.
•
Als u het afdrukken wilt annuleren, raakt u Annuleer aan in
het pop-upvenster.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit → USB→ Printer aan.
3
Schakel de printer in en sluit de camera aan op de
printer met een USB-kabel.
4
Als de camera is uitgeschakeld, drukt u op de [POWER]
of [Afspelen] om deze in te schakelen.
•
De printer herkent de camera automatisch.
5
Selecteer een bestand om af te drukken.
6
Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren.
•
Als u printeropties wilt instellen, raakt u aan. (pag. 110)