Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie over gezondheid en veiligheid
- Algemene problemen oplossen
- Beknopt overzicht
- Inhoud
- Basisfuncties
- Uitpakken
- Onderdelen en knoppen van de camera
- De batterij en geheugenkaart plaatsen
- De batterij opladen en de camera inschakelen
- De eerste instellingen uitvoeren
- Uitleg over de pictogrammen
- Het aanraakscherm gebruiken
- Het geluid instellen
- Het startscherm gebruiken
- De Helpmodus gebruiken
- Foto's maken
- Tips om betere foto's te maken
- Uitgebreide functies
- Opnamemodi gebruiken
- De Smart Auto-modus gebruiken
- De modus 3D-foto gebruiken
- De modus Live Panorama gebruiken
- De Scènemodus gebruiken
- De Nachtmodus gebruiken
- De Close-upmodus gebruiken
- De Timeropnamemodus gebruiken
- De modus Touch-opname gebruiken
- De DUAL IS-modus gebruiken
- De Programmamodus gebruiken
- De Filmmodus gebruiken
- De Slimme filmmodus gebruiken
- De portretmodi gebruiken
- Effectmodi gebruiken
- Opnamemodi gebruiken
- Opname-instellingen
- Weergeven en bewerken
- Instellingen
- Aanvullende informatie

Aanvullende informatie
128
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de
batterij.
Situatie Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
•
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
•
Formatteer de geheugenkaart.
•
De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Laad de batterij op.
•
Controleer of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
•
Mogelijk is de flitser uitgeschakeld.
(pag. 62)
•
In bepaalde modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
•
Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
•
Controleer of de batterij correct in de
camera is geplaatst. (pag. 17)
•
Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
•
Laad de batterij op.
•
De camera bevindt zich mogelijk in de
spaarstand. (pag. 114)
•
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
•
Bij lage temperaturen (onder 0 °C) kan
de batterij sneller leeg raken. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
•
Met het gebruik van de flitser en het
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
•
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na
verloop van tijd moeten worden vervangen.
Koop een nieuwe batterij als de levensduur
drastisch afneemt.