Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie over gezondheid en veiligheid
- Algemene problemen oplossen
- Beknopt overzicht
- Inhoud
- Basisfuncties
- Uitpakken
- Onderdelen en knoppen van de camera
- De batterij en geheugenkaart plaatsen
- De batterij opladen en de camera inschakelen
- De eerste instellingen uitvoeren
- Uitleg over de pictogrammen
- Het aanraakscherm gebruiken
- Het geluid instellen
- Het startscherm gebruiken
- De Helpmodus gebruiken
- Foto's maken
- Tips om betere foto's te maken
- Uitgebreide functies
- Opnamemodi gebruiken
- De Smart Auto-modus gebruiken
- De modus 3D-foto gebruiken
- De modus Live Panorama gebruiken
- De Scènemodus gebruiken
- De Nachtmodus gebruiken
- De Close-upmodus gebruiken
- De Timeropnamemodus gebruiken
- De modus Touch-opname gebruiken
- De DUAL IS-modus gebruiken
- De Programmamodus gebruiken
- De Filmmodus gebruiken
- De Slimme filmmodus gebruiken
- De portretmodi gebruiken
- Effectmodi gebruiken
- Opnamemodi gebruiken
- Opname-instellingen
- Weergeven en bewerken
- Instellingen
- Aanvullende informatie

Basisfuncties
33
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctie Na correctie
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Raak OIS aan en raak vervolgens de gewenste optie aan
om deze in te schakelen.
Uit
Aan
OIS
•
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp
te volgen
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lager sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-
functie bij gebruik van een statief uit.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als
dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.