Operation Manual

Table Of Contents
Uitgebreide functies
48
De portretmodi gebruiken
Selecteer de opnamemodus voor portretfoto's.
De modus Poseerhulp gebruiken
In de modus Poseerhulp geeft de camera een voorbeeld van de houding weer die u
hebt geselecteerd. Lijn het onderwerp uit met het voorbeeld voordat u de foto maakt.
1
Raak aan op het startscherm.
Pictogram Beschrijving
Informatie over de houding.
Andere houding.
2
Als u de pose wilt wijzigen, raakt u aan.
3
Selecteer een poseerhulp en raak aan.
4
Lijn uw onderwerp uit met het voorwerp op het scherm.
5
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
6
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De modus Automatisch zoomen gebruiken
In de opnamemodus Automatisch zoomen detecteert de camera
automatisch het onderwerp en past het toestel de zoomfactor van
het gedetecteerde gezicht aan als het moeilijk is de zoom handmatig
in te stellen of de positie van het onderwerp te veranderen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer deze modus om scherp te stellen op een
gezicht.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
•
Alleen een gezicht dat naar voren is gericht wordt gedetecteerd.
•
Er kunnen maximaal 10 gezichten worden gedetecteerd in één
scène, waarbij de zoom wordt scherpgesteld op het dichtstbijzijnde
gezicht of een gezicht in het midden.
•
Als u op de zoomknop drukt tijdens het gebruik van de opnamemodus
Automatisch zoomen, wordt de functie voor automatisch zoomen
gestopt en wordt het zoompictogram weergegeven.
•
Als u het zoompictogram aanraakt na gebruik te hebben gemaakt van de
zooknop, verandert de modus terug in de opnamemodus Automatisch zoomen.