Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie over gezondheid en veiligheid
- Algemene problemen oplossen
- Beknopt overzicht
- Inhoud
- Basisfuncties
- Uitpakken
- Onderdelen en knoppen van de camera
- De batterij en geheugenkaart plaatsen
- De batterij opladen en de camera inschakelen
- De eerste instellingen uitvoeren
- Uitleg over de pictogrammen
- Het aanraakscherm gebruiken
- Het geluid instellen
- Het startscherm gebruiken
- De Helpmodus gebruiken
- Foto's maken
- Tips om betere foto's te maken
- Uitgebreide functies
- Opnamemodi gebruiken
- De Smart Auto-modus gebruiken
- De modus 3D-foto gebruiken
- De modus Live Panorama gebruiken
- De Scènemodus gebruiken
- De Nachtmodus gebruiken
- De Close-upmodus gebruiken
- De Timeropnamemodus gebruiken
- De modus Touch-opname gebruiken
- De DUAL IS-modus gebruiken
- De Programmamodus gebruiken
- De Filmmodus gebruiken
- De Slimme filmmodus gebruiken
- De portretmodi gebruiken
- Effectmodi gebruiken
- Opnamemodi gebruiken
- Opname-instellingen
- Weergeven en bewerken
- Instellingen
- Aanvullende informatie

Opname-instellingen
63
Opnamen in het donker maken
Pictogram Beschrijving
Anti-rode ogen:
•
De flitser wordt geactiveerd wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is en
de camera corrigeert de rode ogen met de
geavanceerde software-analyse.
•
Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties
verschillen.
•
Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopnamen of als u
Zelfportret of Knipperen selecteert.
•
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 132)
•
Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht
is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen.
Pictogram Beschrijving
Rode ogen:
•
De flitser gaat twee keer af als het onderwerp
of de achtergrond te donker zijn om het
rode-ogeneffect te verminderen.
•
Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Invulflits:
•
Er wordt altijd een flits geactiveerd.
•
De camera past automatisch de intensiteit van
het licht aan.
Langz sync:
•
Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
•
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het
omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in
de achtergrond zichtbaar te maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt (
) wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.