Operation Manual
Table Of Contents
- Informatie over gezondheid en veiligheid
- Algemene problemen oplossen
- Beknopt overzicht
- Inhoud
- Basisfuncties
- Uitpakken
- Onderdelen en knoppen van de camera
- De batterij en geheugenkaart plaatsen
- De batterij opladen en de camera inschakelen
- De eerste instellingen uitvoeren
- Uitleg over de pictogrammen
- Het aanraakscherm gebruiken
- Het geluid instellen
- Het startscherm gebruiken
- De Helpmodus gebruiken
- Foto's maken
- Tips om betere foto's te maken
- Uitgebreide functies
- Opnamemodi gebruiken
- De Smart Auto-modus gebruiken
- De modus 3D-foto gebruiken
- De modus Live Panorama gebruiken
- De Scènemodus gebruiken
- De Nachtmodus gebruiken
- De Close-upmodus gebruiken
- De Timeropnamemodus gebruiken
- De modus Touch-opname gebruiken
- De DUAL IS-modus gebruiken
- De Programmamodus gebruiken
- De Filmmodus gebruiken
- De Slimme filmmodus gebruiken
- De portretmodi gebruiken
- Effectmodi gebruiken
- Opnamemodi gebruiken
- Opname-instellingen
- Weergeven en bewerken
- Instellingen
- Aanvullende informatie

Weergeven en bewerken
98
Foto's bewerken
Draaien
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak → een foto aan.
3
Raak aan en selecteer vervolgens een van de draai-
opties.
4
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Storyboard maken
U kunt een kadereffect toepassen op een gewone foto door
diverse kaders en randen te gebruiken.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer maximaal 5 foto's en raak vervolgens aan.
•
Er wordt een storyboard gegenereerd met vakken voor het
aantal geladen afbeeldingen.
3
Raak aan, selecteer het gewenste kader en raak
aan.
4
Raak aan, selecteer de gewenste rand en raak
aan.
5
Raak de foto aan binnen het kader om de positie en
schaal ervan aan te passen.
•
U kunt foto's rechtstreeks naar een ander kader slepen.
•
U kunt de grootte van de foto in het kader wijzigen door of
te selecteren.