User Manual (Windows 8)
95
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
BIOS-instellingen
In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer
instellen in overeenstemming met uw behoeften.
U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord •
voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te
wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen.
Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot •
storingen en het vastlopen van het systeem, moet u
zorgvuldig te werk gaan bij het congureren van het BIOS.
De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden •
gewijzigd in het kader van productverbetering.
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan •
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Turbo Control (uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Met deze technologie worden automatisch de
processorprestaties bepaalt om de warmtegeneratie te
minimaliseren wanneer de processortemperatuur een
vooraf ingestelde niveau overschrijdt. Door de automatische
controle van de processorprestaties kunnen de verwachte
prestaties minder zijn.
Als u Turbo Control-technologie niet wilt gebruiken, opent u
de BIOS-setup en u selecteert Advanced > Turbo Control in
het menu en stelt deze in op Disabled.
In dit geval kan de temperatuur van de buitenkant van
product oplopen. (Als u het menuonderdeel in het BIOS-
setupmenu niet kunt vinden, downloadt u de nieuwste
versie van de BIOS van het downloadcentrum waarna u deze
installeert.)
De BIOS-instellingen openen
1
Schakel de computer in.
Druk meteen enkele malen op toets F2.
2
Na enige tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm.
De items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken,
afhankelijk van het product.










