Operation Manual

Geavanceerde functies
33
Opnamemodi
Tips voor scherpere foto's
De camera goed vasthouden
De ontspanknop half indrukken
Zorg dat uw vingers
zich niet voor de lens
bevinden.
Zorg dat uw vingers
zich niet voor de lens
bevinden.
Druk de [Ontspanknop] half
in en stel het beeld scherp.
De
scherpstelling en belichting worden
automatisch aangepast.
Druk de [Ontspanknop] half
in en stel het beeld scherp. De
scherpstelling en belichting worden
automatisch aangepast.
De diafragmawaarde en sluitertijd
worden automatisch ingesteld.
De diafragmawaarde en sluitertijd
worden automatisch ingesteld.
Autofocuskader
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u
de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
aan en drukt u de [
Ontspanknop] weer half in.
Autofocuskader
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u
de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
aan en drukt u de [
Ontspanknop] weer half in.
Bewegingsonscherpte verminderen
Wanneer wordt weergegeven
Druk op [OIS] om bewegingsonscherpte
optisch tegen te gaan. (pag.17)
Selecteer de modus 7 om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 29)
Druk op [OIS] om bewegingsonscherpte
optisch tegen te gaan. (pag.17)
Selecteer de modus 7 om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 29)
Stel de flitsoptie bij opnemen in
het donker niet in op
(Langzame synchronisatie)
of
(Uit). Het diafragma blijft
in dat geval langer open, en de
camera is wellicht moeilijker stil
te houden.
Gebruik een statief of stel de
flitsfunctie in op
(Invullen).
(pag. 41)
Stel een hogere ISO-waarde
in. (pag. 42)
Stel de flitsoptie bij opnemen in
het donker niet in op
(Langzame synchronisatie)
of
(Uit). Het diafragma blijft
in dat geval langer open, en de
camera is wellicht moeilijker stil
te houden.
Gebruik een statief of stel de
flitsfunctie in op
(Invullen).
(pag. 41)
Stel een hogere ISO-waarde
in. (pag. 42)
BewegingsonscherpteBewegingsonscherpte