Operation Manual

Opnameopties
43
De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen
Macro gebruiken 2173
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van
bloemen of insecten.
Houd de camera zo stil mogelijk om onscherpe foto's te
voorkomen.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm is.
Autofocus gebruiken 2173
Om scherpe foto's te nemen selecteert u de juiste scherpsteloptie al
naar gelang de afstand tot het onderwerp.
Druk in de opnamemodus herhaaldelijk op [r] om de
focusafstandoptie te wijzigen.
Optie Omschrijving
(Automacro)
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van 8 cm of meer bevindt (50 cm of meer bij
gebruik van de zoomfunctie).
(Macro)
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van 8 tot 80 cm bevindt (van 50 tot 80 cm bij
gebruik van de zoomfunctie).
(Supermacro)
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van 3 tot 8 cm bevindt.
Als u wilt scherpstellen op een onderwerp op een grotere afstand dan 80 cm,
drukt u herhaaldelijk op [r] totdat er geen focusafstandpictogram meer wordt
weergegeven.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.