User manual
189
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
* Standaard
Optie Beschrijving
AFL-
vergrendeling
De functie voor automatische scherpstellingsvergrendeling
blijven uitvoeren na de opname. (De scherpstelling blijft
vergrendeld zelfs nadat u een foto hebt gemaakt.)
AEL + AFL
De automatische belichtings- en
scherpstellingsvergrendeling gezamenlijk uitvoeren.
AEL+AFL-
vergrendeling
De functies voor automatische belichtings- en
scherpstellingsvergrendeling gezamenlijk blijven uitvoeren
na de opname. (De belichting en de scherpstelling blijven
vergrendeld zelfs nadat u een foto hebt gemaakt.)
FEL
De functie voor vergrendeling van de itserintensiteit
uitvoeren. (p. 121)
FEL-
vergrendeling
De functie voor vergrendeling van de itserintensiteit blijven
uitvoeren na de opname. (De intensiteit blijft vergrendeld
zelfs nadat u een foto hebt gemaakt.) (p. 121)
AF ON
Stel een functie in voor de knop AF starten.
* Standaard
Optie Beschrijving
AF starten
De functie voor automatische scherpstelling uitvoeren.
AF starten +
vergrendelen
De functie voor automatische scherpstelling uitvoeren.
De functies voor automatische belichtings- en
scherpstellingsvergrendeling blijven uitvoeren na de
opname. (De belichting en de scherpstelling blijven
vergrendeld zelfs nadat u een foto hebt gemaakt.)
Lichtmeting en AF
starten*
Een optimale belichting instellen door de helderheid van
het scherpstelgebied te berekenen en tegelijkertijd de
automatische scherpstelfunctie uitvoeren.
Lichtmeting en
AF starten +
vergrendelen
Een optimale belichting instellen door de helderheid
van het scherpstelgebied te berekenen en tegelijkertijd
de automatische scherpstelfunctie uitvoeren.
De functies voor automatische belichtings- en
scherpstellingsvergrendeling blijven uitvoeren na de
opname. (De belichting en de scherpstelling blijven
vergrendeld zelfs nadat u een foto hebt gemaakt.)