User manual
Mijn camera
31
Onderdelen en functies
Nr. Naam
1
Modusdraaiknop
• t: Smart Auto-modus (p. 54)
• P: Programmamodus (p. 56)
• A: Diafragmaprioriteitmodus (p. 58)
• S: Sluitervoorkeuzemodus (p. 59)
• M: Handmatige modus (p. 60)
• i: Lensprioriteitsmodus (p. 61)
• s: Smart-modus (p. 65)
• B: Wi-Fi (p. 122)
2
Instelwieltje
• Op het menuscherm: naar het
gewenste menu-item gaan.
• In het Smart-paneel: een
geselecteerd optie aanpassen.
• In de opnamemodus: de sluitertijd
of diafragmawaarde aanpassen in
bepaalde opnamemodi of het formaat
van een scherpstelgebied wijzigen.
• In de afspeelmodus: miniaturen
weergeven, een foto vergroten of
verkleinen, of een map met serie- of
burstopnamen openen of sluiten in de
afspeelmodus.
3
DIRECT LINK-knop: een vooringestelde
Wi-Fi-functie starten. (p. 33)
Nr. Naam
4
Microfoon
5
Hot-shoe-bescherming
6
Hot-shoe
7
Oogje voor de polslus van de camera
8
Beeldsensor
9
Interne antenne/NFC-code
* Vermijd contact met de interne
antenne wanneer u het draadloze
netwerk gebruikt.
10
Luidspreker
11
Lensontgrendelknop
12
Lensvatting
13
Lensvattingmarkering
14
AF-hulplampje/Timerlampje
15
Aan/uit-schakelaar
16
Ontspanknop
1
2
3
4
5
7
9
10
11
12
13
14
6
4
8
7
16
15