Operation Manual
◀ ▶ ◀
Nederlands
❑
Het netwerk instellen
■
Netwerk instellen (Auto)
De meeste draadloze netwerken hebben een optioneel beveiligingssysteem waarbij
apparaten die toegang tot het netwerk zoeken, een gecodeerde beveiligingscode
moeten versturen, een zogenaamde toegangs- of beveiligingssleutel. De
beveiligingssleutel is gebaseerd op een wachtwoord, doorgaans een woord of een
combinatie van letters en cijfers met een bepaalde lengte die u hebt opgegeven bij
het instellen van de beveiliging voor uw draadloos netwerk. Als u deze methode
gebruikt om een netwerkverbinding in te stellen en u een beveiligingssleutel voor
het draadloze netwerk hebt opgegeven, moet u tijdens de configuratieprocedure
het wachtwoord opgeven.