Operation Manual

[47]
Continue opnameLichtmeting
- [ENKEL] : Slechts één opname maken.
- [WISE SHOT] : Er worden twee opnamen
tegelijkertijd gemaakt. Eén wordt
gemaakt met de invulflitsfunctie en
de ander met de ASR-functie.
- [CONTINU] : Er worden continu opnamen
gemaakt, totdat u de sluiterknop
loslaat. De opnamecapaciteit is afhankelijk van het geheugen.
- [AEB] : Neemt 3 foto's na elkaar met verschillende
belichtingswaarden: standaard belichting (0.0EV), korte
belichting (-1/3EV) en overbelichting (+1/3EV).
-
[BEW. BEELD]
: Deze functie maakt 30 opnamen per seconden als de
sluiterknop ingedrukt wordt gehouden. Na het voltooien van de
continuopnamen, worden de afbeeldingen opgeslagen en
teruggespeeld op het LCD-scherm aan de achterzijde.
Het maximum aantal opnamen is 30. De opnamegrootte is
1024X768 en de kwaliteit is als normaal ingesteld.
U kunt continue opnamen en automatische belichtings bracket (AEB) selecteren.
Bij een hoge resolutie en beeldkwaliteit neemt de tijd toe die nodig is voor
het opslaan van bestanden en neemt ook de stand-by-tijd toe.
Slimme opname is uitsluitend beschikbaar in de ASR-modus (blz. 16)
Als het [Continu], [AEB] of [BEW. BEELD] submenu wordt gekozen, wordt
de flitser automatisch uitgeschakeld.
Als de geheugencapaciteit onvoldoende is voor 3 opnamen, is de modus
AEB niet beschikbaar.
U kunt het beste een statief gebruiken in de AEB-modus omdat de
opslagtijd voor elk opnamebestand langer is en de opname onscherp kan
worden doordat de camera trilt.
INFORMATIE
[ PROGRAMMA modus ]
SNELHEID
ENKEL
Als u geen geschikte belichtingscondities kunt vinden, kunt u de meetmethode
wijzigen om helderdere opnamen te maken.
- [MULTI] : De belichting wordt berekend op basis
van een gemiddelde van de beschikbare
hoeveelheid licht in het
afbeeldingsgebied. Bij de berekening ligt
de nadruk echter op het midden van het
afbeeldingsgebied. Deze methode is
geschikt voor algemeen gebruik.
- [SPOT] : Alleen in het rechthoekige gebied in het
midden van het LCD-scherm vindt lichtmeting plaats.
Dit is een geschikte methode als het onderwerp in het midden correct
wordt belicht, ongeacht de achtergrondverlichting.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het scherpstellingsgebied
bevindt, maakt u geen gebruik van spotmeting aangezien andere een
belichtingsfout kan optreden. Maak in dat geval liever gebruik van
belichtingscorrectie.
[ PROGRAMMA modus ]
L.METING
MULTI