Operation Manual

[21]
Spraak opname ( )/Spraak memo ( )/Omhoog toets
Een spraakmemo opnemen
1. Draai aan de keuzeschijf voor modusselectie om een opnamemodus te
selecteren, met uitzondering van FILMCLIP.
2. Druk op de knop SPRAAKMEMO ( ). Als de indicator voor het opnemen
van spraakmemo´s wordt weergegeven op het LCD-scherm, is deze instelling
ingeschakeld.
Druk, terwijl het menu wordt weergegeven, op de knop OMHOOG om de cursor
omhoog te verplaatsen in het submenu. Als het menu niet wordt weergegeven
op het LCD-scherm, werkt de knop Omhoog als knop voor spraakopname of als
knop voor het opnemen van spraakmemo's ( ). U kunt uw spraak toevoegen
aan een opgeslagen stilstaand beeld. Raadpleeg pagina 18 voor meer
informatie over de functie voor spraakopname.
3. Druk op de sluiterknop en maak een opname. De afbeelding wordt
opgeslagen op de geheugenkaart.
4. De spraakmemo wordt opgenomen gedurende tien seconden vanaf het
moment waarop de afbeelding is opgeslagen. Als u tijdens het opnemen van
een spraakmemo op de sluiterknop drukt, wordt de geluidsopname beëindigd.
[Spraakmemo voorbereiden] [Spraakmemo voorbereiden]
Stop:Shutter
Zoomknop W/ T
Het verwerken van opnames die zijn gemaakt met behulp van de digitale
zoomfunctie duurt mogelijk iets langer. Dit kan even duren.
De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt bij het opnemen van
filmclip.
Het gebruik van de digitale zoomfunctie kan leiden tot een lager
beeldkwaliteit.
Als u een duidelijker beeld met digitale zoom wilt bekijken, drukt u de
sluiterknop half in tot de positie voor de maximale optische zoom (5X) en
drukt u nogmaals op de zoomknop T.
De digitale zoom kan niet worden ingeschakeld in de scènemodi [nacht],
[kinderen], [tekst], [close-up], [vuurwerk] en [ASR-modus].
Raak de lens niet aan om te voorkomen dat u een onduidelijke opname
maakt of dat er een storing optreedt in de camera. Als de afbeelding van
lage kwaliteit is, schakelt u de camera uit en opnieuw in om de lenspositie te
veranderen.
Druk niet op de lens aangezien hierdoor een storing in de camera kan
optreden.
Als de camera is ingeschakeld, mag u de bewegende delen van de
cameralens niet aanraken omdat dit tot onduidelijke opnamen kan leiden.
INFORMATIE
40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het
maken van geluidsopnames.
Het geluidsmemo kan niet worden gebruikt bij de bewegingsopname en bij
intervalopnamen.
INFORMATIE