User manual

Aanvullende informatie
99
Onderhoud van de camera
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen
van de camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen
waar de luchtvochtigheid snel verandert.
• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera
niet op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld een auto
die in de zon staat.
• Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en
sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en
interne onderdelen te voorkomen.
• Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare
stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de
camera of de accessoires van de camera.
• Berg de camera niet op met mottenballen.
Gebruik op het strand of aan de waterkant
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of
geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met
natte handen kan de camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen
met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten
houder plaatsen.
• Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd
opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan
lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd
en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de
camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij gedurende
langer dan 40 uur gescheiden zijn geweest.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar een
warme, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne
onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen
en minstens 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de
geheugenkaart, moet u de kaart verwijderen uit de camera en wachten
tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u
uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen
kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.