User manual

[69]
Instellingenmenu ( )
Zelfportret
Dit kenmerk herkent automatisch de locatie van het gezicht en
optimaliseert de camerainstellingen om een geweldig zelfportret te
garanderen.
- Dit kenmerk kan worden ingesteld met behulp
van de knoppen [UIT] en [AAN].
Lampje voor automatische scherpte-instelling
U kunt het lampje voor automatische scherpte-instelling (AF-lampje) in- en
uitschakelen.
- Submenu's
[UIT] : Het AF-lampje gaat niet branden bij
weinig licht.
[AAN] : Het AF-lampje gaat branden bij weinig
licht.
Snelweergave
Als u Quick View (Snelweergave) inschakelt voordat u een opname
maakt, kunt u de zojuist gemaakte opname bekijken op het LCD-scherm
gedurende de tijd die u hebt ingesteld in de instelling voor [S.WEERG.].
Quick View is uitsluitend mogelijk bij stilstaande opnamen.
- Submenu's
[UIT] : De Quick View functie kan niet
worden geactiveerd.
[0.5, 1, 3 SEC] : De vastgelegde opname wordt
kort getoond gedurende de
ingestelde tijd.
- Als u tijdens het snel bekijken de sluiterknop
indrukt, wordt dit beëindigd.
BESTAND
ZELFPORTRET
AF-LAMP
S.WEERG.
AFDRUK
Exit:BACK
UIT
AAN
BESTAND
ZELFPORTRET
AF-LAMP
S.WEERG.
AFDRUK
Exit:BACK
UIT
AAN
BESTAND
ZELFPORTRET
AF-LAMP
S.WEERG.
AFDRUK
Exit:BACK
UIT
0.5 SEC
1 SEC
3 SEC