User manual

[17]
De opnamemodus starten
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
De modus SPRAAKOPNAME ( ) gebruiken
Het maken van een spraakopname kan doorgaan zolang
er voldoende geheugencapaciteit beschikbaar is.
(Max: 1 uur)
1. In elke modus, met uitzondering van de modus Filmclip,
kunt u de modus SPRAAKOPNAME selecteren door
tweemaal op de knop voor spraakopname te
drukken.
2. Druk op de sluiterknop om een spraakopname
te maken.
- Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt
een spraakopname gemaakt zolang de
beschikbare opnametijd dit toelaat
(maximaal: 1 uur).
De opnametijd wordt weergegeven op het
LCD-scherm. Als u de sluiterknop loslaat, gaat
het maken van de spraakopname gewoon door.
- Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
- Bestandstype : *.WAV
* 40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het
maken van geluidsopnamen.
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt.
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor
de flitser te bevestigen. Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
[ De sluiterknop indrukken ]
De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en
camera-instellingen.
Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt
u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser
inschakelen.
Opname met tegenlichtcorrectie :
Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet tegen de zon in
fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Als
u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling [TEGNLICHT]
in de scènemodus (zie pagina 16), steunflits (zie pagina 23), spotmeting (zie
pagina 34), of belichtingscorrectie (zie pagina 31).
Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto.
Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[SPRAAKOPNAME]
REC:Shutter EXIT: