User manual

27
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
De beschikbare geheugencapaciteit kan variëren al naar gelang
de opnameomstandigheden en camerainstellingen.
Als de itser is uitgeschakeld, de modus Langzame synchronisatie,
of de DIS-modus is ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk
de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera (
Ã
)
weergegeven op het LCD-scherm. Gebruik in dat geval een statief,
zet de camera op een stabiele ondergrond, of schakel over naar de
modus itsopname.
Tegen het licht in opnamen maken: Neem geen foto’s recht in de zon. Als
u dit toch doet, wordt de foto zwart.
Als u een opname wilt maken tegen de
zon in, gebruikt u de instelling [Tegenl.]
in de opnamemodi scène (zie pagina
23), aanvullende itser (zie pagina
34), spotlichtmeting (zie pagina 46),
belichtingscorrectie (zie pagina 39) of
de ACB functie (zie pagina 49).
De sluiterknop tot halverwege indrukken.
Druk de sluiterknop licht in om scherp te stellen en het opladen
van de batterij voor de itser te bevestigen. Druk de sluiterknop
volledig in om de foto te maken.
Vermijd het afdekken van de lens of de itser als u een
opname maakt.
Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het
systeem voor scherpstelling niet werkt zoals verwacht:
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk re ecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
-
Als er sprake is van sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond
helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel
smal onderwerp (zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[de sluiterknop half indrukken] [de sluiterknop helemaal
indrukken]