User manual

Basisfuncties
30
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen
op het onderwerp:
-
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als
het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de
achtergrondkleur).
-
De lichtbron achter het onderwerp is te fel.
-
Het onderwerp glanst of weerspiegelt.
-
Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is.
-
Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Wanneer u
klaar bent, drukt u de [Ontspanknop] volledig in om de foto
te maken.
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 49)
Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de
functie Continu of
Bewegingsopname.
(pag. 66)