Gebruikershandleiding SCX-472x Series SCX-470x Series BASIS BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows. GEVORDERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
BASIS Basisfuncties voor faxen 1. Inleiding 67 3.
BASIS 5.
1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen. • U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken om papier te besparen (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 229). • Om papier te besparen, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 229).
Belangrijkste voordelen • Met AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina 275). • Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
Functies per model Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. Besturingssysteem SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470x ND Series Windows ● ● ● Macintosh ● ● ● Linux ● ● ● Unix ● ● ● Besturingssysteem (●: beschikbaar.
Functies per model SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470x ND Series Instellingen voor scannen naar pc ● ● ● Instellingen voor faxen naar pc ● ● Apparaatinstellingen ● ● ● Samsung-printerstatus ● ● ● Smart Panel ● ● ● AnyWeb Print ● ● ● SyncThru™ Web Service ● ● ● SyncThru Admin Web Service ● ● ● Easy Eco Driver ● ● ● ● ● Software Samsung Easy Printer Manager Faxen Samsung Network PC Fax
Functies per model SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470x ND Series Twainscanstuurprogramma ● ● ● WIAscanstuurprogramma ● ● ● Samsung Scanassistent ● ● ● ● ● ● Software Scannen SmarThru 4 SmarThru Office a. Afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt, kan het geïnstalleerde printerstuurprogramma afwijken. (●: beschikbaar.
Functies per model Verschillende functies SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470xND Series Hi-Speed USB 2.0 ● ● ● Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN ● ● ● functies Netwerkinterface 802.
Functies per model SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series Meerdere verz. ● ● Uitgest. verz. ● ● Prior. verz. ● ● Veilige ontv. ● ● Dubbelz. afdr. ● ● Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - fax ● ● functies Faxen SCX-470xND Series Dubbelzijdig verzenden Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - e-mail Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - server 1.
Functies per model SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470xND Series Scan naar pc ● ● ● Identiteitskaarten kopiëren ● ● ● Sorteren ● ● ● Posters afdrukken ● ● ● Klonen ● ● ● functies Scannen Scannen naar e-mail Scannen naar SMBserver Scannen naar FTPserver Dubbelzijdig scannen Kopiëren Boek 1.
Functies per model SCX-472xFD Series SCX-472xHD Series SCX-472xHN Series SCX-472xFW Series SCX-472xHW Series SCX-470xND Series 2 pagina's/vel, 4 pagina's/vel ● ● ● Achtergrond wijzigen ● ● ● ● ● ● functies Kopiëren (Vervolg) Marge versch. Rand wissen Grijs verbeteren Dubbelzijdig kopiëren (●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar) 1.
Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 58). • Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer. • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 30).
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 4 Bedrijfsomgeving Waarschuwing 3 Belangrijke veiligheidssymbolen Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in dit hoofdstuk Waarsch uwing Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Veiligheidsinformatie 5 Opgepast Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. Bedieningswijze Opgepast Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. U kunt brandwonden oplopen. Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Opgepast Dit kan het apparaat beschadigen. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen. Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in.
Veiligheidsinformatie 7 Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label.
Veiligheidsinformatie Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij. Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen.
Apparaatoverzicht 9 Toebehoren Netsnoer Beknopte installatiehandleiding Software-cda Telefoonhoornb Div. accessoiresc a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer en programma's. b. Alleen voor model met telefoonhoorn (zie "Functies per model" op pagina 7) c. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model. 1.
Apparaatoverzicht 10 Voorkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 1 Documentinvoerklep 7 Handmatige invoer 13 Glasplaat van de scanner 2 Klep van documentinvoergeleider 8 Voorklep 14 Documentinvoerlade 1.
Apparaatoverzicht 3 4 5 6 Documentuitvoerlade 9 Uitvoerlade 15 Papierbreedtegeleiders op een documentinvoer Steun voor documentuitvoer Configuratiescherm 10 Papieruitvoersteun 16 Indicator papierniveau 11 Papierbreedtegeleider op een handmatige invoer 17 Lade 12 Scannerdeksel Telefoonhoorna a. Alleen voor model met telefoonhoorn (zie "Functies per model" op pagina 7) 1.
Apparaatoverzicht 11 Achterkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 1 2 Netwerkpoort Uitgang voor extra telefoontoestel (EXT) (alleen SCX-472x Series) 3 Telefoonkabelaansluiting (Line) 5 (alleen SCX-472x Series) 4 USB-poort 6 Aansluiting netsnoer Achterklep 1.
Overzicht van het bedieningspaneel Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. 1 2 12 Eco Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier (zie "Eco-afdruk" op pagina 60). (WPS) Type A (SCX-472x Series) 3 4 Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie handleiding Geavanceerd).
Overzicht van het bedieningspaneel 8 (Menu) 9 Pijlen-links/rechts Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's. 18 Hiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u waarden. 19 Display screen 10 OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm. 11 Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu. (Back) 12 (Start) 13 (Stop/Clear) 15 Numeriek toetsenblok Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke tekens in.
Overzicht van het bedieningspaneel 13 Type B (SCX-470x Series) 2 Darkness Hiermee past u de helderheid aan om een kopie te verkrijgen die beter leesbaar is als het origineel onduidelijke markeringen en donkere afbeeldingen bevat. 3 kopie ID Hiermee kunt u beide zijden van een identiteitskaart of een rijbewijs op één zijde van een vel papier kopiëren (zie "Identiteitskaarten kopiëren" op pagina 64). 4 Scan to Verzend gescande informatie (zie "Basisfuncties voor scannen" op pagina 66).
Overzicht van het bedieningspaneel 11 (Start) 12 (Stop/Clear) 13 Status-LED Hiermee start u een taak. Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken. De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 98). 14 Het configuratiescherm aanpassen 1.
Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar aan. 1.
Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding Geavanceerd). • Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh, Linux of Unix OS-gebruiker bent.
Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 16 Windows 1 2 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 3 4 Volg de instructies in het installatievenster. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma's of Alle programma's > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. • Naast het gekozen menu verschijnt een sterretje (*). • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
Menuoverzicht Items Faxfunctiea Opties Prior. verz. Doorsturen Veilige ontv. Items Faxinstel.a Opties Ontvangst Ontvangstmodus Fax Opn. na bels. PC Ontv.g. stemp. Startc. ontv. Aan Aut. verklein. Uit Grootte neger. Afdrukken Inst. ong. fax Pag. toevoegen DRPD-modus Taak annuleren Faxinstel.a Verzending Dubbelz. afdr. Aant. kiespog. St.inst. wijz. Resolutie Opn. kiezen na Tonersterkte Kenget. kiezen Contrast ECM-modus Scanformaat Transm.rapport Autom. rapport TCR voor afb.
Menuoverzicht Items Kopieerfunctie Opties Contrast Oorspr. type Lay-out Licht+5- Licht+1 Items Kopieerinstel. Opties St.inst. wijz. Normaal Exemplaren Donker+1- Donker+5 Kopieen sort. Tekst Verkl./vergr. Tekst/Foto Dubbelzijdig Foto Tonersterkte Contrast Normaal Oorspr. type 2 op Achtergrondkl. 4 op kopie ID Afdrukinst. Afdrukstand Meer op 1 vel Dubbelzijdig Uit Uit 1->2Lan. zij. Auto 1->2Kor. zij. Versterk.nv.1 Exemplaren [1-999]:1 Versterk.nv.2 Resolutie 600 dpi-Norm.
Menuoverzicht Items Afdrukinst. Opties Duid. Tekst Auto CR Emulatie Uit Items Systeeminst. Opties Apparaatinst. Apparaat-id Minimum Faxnummera Medium Datum en tijd Maximum Klokmodus LF Taal LF+CR Energ.spaarst. Type emulatie Ontw.gebeurt. Instellingen Time-out syst. Time-out taak Luchtdrukcorr. Aut. doorgaanc Verkeerd papier Verv. papierc Lege pg. afdr. Tonerbesparing Eco-instel. Papierinstel. Papierformaat Type papier Papierinvoer Marge 2.
Menuoverzicht Items Systeeminst. Opties Geluid/Volume Rapport Toetsgeluid Items Systeeminst. Opties Instel. wissen Waarsch.geluid Afdrukinst. Luidspreker Faxinstel.a Belsignaal Kopieerinstel. Alle rapporten Systeeminst. Configuratie Netwerkinstel. Info verb.art. Adresboek Adresboek Fax verzondena Fax verzendena Fax ontvangena Fax verzondena Netwerk TCP/IP (IPv4) DHCP Fax ontvangena BOOTP Geplande taken Statisch Ongewenste faxa TCP/IP (IPv6) Netwerkconf.
Menuoverzicht Items Netwerk Opties Instel. wissen Items Kopieerfunctie Opties Contrast Licht+5- Licht+1 Normaal Netwerkconf. Draadloosa Donker+1- Donker+5 Wi-Fi AAN/UIT WPS-inst. Oorspr. type Tekst WLAN-inst. Tekst/Foto WLAN Standaard Foto WLAN-signaal Lay-out Normaal 2 op a. alleen SCX-472x Series. b. Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar. c. Deze optie is alleen beschikbaar als 'Verkeerd papier' is ingeschakeld. d.
Menuoverzicht Items Kopieerinstel. Opties St.inst. wijz. Scanformaat Items Afdrukinst. Opties Duid. Tekst Exemplaren Minimum Kopieen sort. Medium Verkl./vergr. Maximum Dubbelzijdig Auto CR Tonersterkte Contrast Oorspr. type Achtergrondkl. Afdrukinst. Afdrukstand Uit LF LF+CR Emulatie Type emulatie Instellingen Staand Liggend Dubbelzijdig Uit 1->2Lan. zij. 1->2Kor. zij. Exemplaren [1-999]:1 Resolutie 600 dpi-Norm. 1200 dpi-Best Tonersterkte Normaal Licht Donker 2.
Menuoverzicht Items Systeeminst. Opties Apparaatinst. Items Apparaat-id Systeeminst. Opties Rapport Datum en tijd Configuratie Klokmodus Info verb.art. Taal Geplande taken Energ.spaarst. Netwerkconf. Ontw.gebeurt. Gebruiksteller Time-out syst. Onderhoud Time-out taak Aut. doorgaan Toner Op wis.b Gebruiksduur Luchtdrukcorr. Serienummer a Verkeerd papier c Papierinstel. Alle rapporten Ws tr bijna op Systeeminst. Instel. wissen Alle instel. Verv. papier Afdrukinst.
Menuoverzicht Items Netwerk Opties TCP/IP (IPv4) DHCP BOOTP Statisch TCP/IP (IPv6) IPv6 activeren DHCPv6 config Ethernet-snel. Onmiddellijk 10 Mbps Half 10 Mbps Full 100 Mbps Half 100 Mbps Full Netwerk Instel. wissen Netwerkconf. a. Deze optie is alleen beschikbaar als 'Verkeerd papier' is ingeschakeld. b. Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner bevat. 2.
De taal op het display wijzigen Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel te wijzigen: 1 Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. > Taal op het bedieningspaneel. Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan. 2 3 Selecteer de taal die u wilt weergeven op het bedieningspaneel. Druk op OK om de selectie op te slaan. 2.
Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. 2 Lade overzicht • Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung. • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen. Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Afdrukmateriaal en lade De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt. Beschikbare papiersoorten voor dubbelzijdig afdrukken Afhankelijk van het stroomvoltage dat uw apparaat gebruikt, verschillen de beschikbare papiersoorten voor dubbelzijdig afdrukken. Raadpleeg de onderstaande tabel. Stroomvoltage 1 Beschikbaar papier 110V Letter, Legal, US Folio, Oficio 220V A4 2 1 Vol 2 Leeg 2.
Afdrukmateriaal en lade 3 Papier in de lade plaatsen Wanneer u afdrukt met de lade, moet u geen papier in de handmatige invoer plaatsen omdat dit een papierstoring kan veroorzaken. 2.
Afdrukmateriaal en lade 4 Papier plaatsen in handmatige invoer In de handmatige invoer kunnen speciale soorten en formaten afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 109). Tips voor het gebruik van de handmatige invoer • Plaats slechts één soort, formaat en gewicht van afdrukmedia tegelijk in de handmatige invoer. • Voeg tijdens het afdrukken geen papier toe als de handmatige invoer nog papier bevat.
Afdrukmateriaal en lade 5 Afdrukken op speciale afdrukmedia De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia in elke lade. De media wordt ook weergegeven in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u het juiste mediatype in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken > tabblad Papier > Papiertype (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 58). Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als Papiertype. 2.
Afdrukmateriaal en lade • Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 109). • Afdrukken op speciale media (voorzijde naar boven) Als speciale media afdrukt worden met vouwen, kreuken of dikke zwarte lijnen, moet u de achterklep openen en het afdrukken nogmaals proberen. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
Afdrukmateriaal en lade Enveloppen - Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde enveloppen. Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. - Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in werking te kunnen. Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken. • Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen. • Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Afdrukmateriaal en lade • Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop. • Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het afdrukken. • Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen. • Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Afdrukmateriaal en lade Etiketten - Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13 mm omkrullen. Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. - Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel. • • Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt.
Afdrukmateriaal en lade Kartonpapier/papier van een aangepast formaat Voorbedrukt papier Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft. • Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van de afdrukmedia.
Afdrukmateriaal en lade • Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt. • De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu.
Afdrukmateriaal en lade - Gekruld of opgerold papier - Papier met scheuren • Verwijder alle nietjes en paperclips voor u het papier plaatst. • Controleer of eventuele lijm, inkt of correctievloeistof op het papier volledig droog is voor u het plaatst. • Plaats geen originelen van verschillend formaat of gewicht. • Plaats geen boekjes, foldertjes, transparanten of documenten met andere afwijkende eigenschappen. 1 Til het deksel van de scanner op.
Afdrukmateriaal en lade 2 Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Plaats het document zorgvuldig in het verlengde van de markering linksboven op de glasplaat. • Als u het deksel van de scanner tijdens het kopiëren niet sluit, kan dat een nadelig effect hebben op de kopieerkwaliteit en het tonerverbruik. • Stof op de glasplaat kan leiden tot zwarte vlekken op de afdruk. Houd de glasplaat schoon (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 81).
Afdrukmateriaal en lade 1 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst. 2 Plaats de originelen in de documentinvoerlade met de bedrukte zijde naar boven. Zorg ervoor dat de onderkant van de stapel originelen samenvalt met de markering voor het papierformaat op de invoerlade. 3 Stel de ADI in overeenkomstig het papierformaat. • Stof op de glasplaat van de ADI kan zwarte strepen op de afdruk veroorzaken.
Eenvoudige afdruktaken Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 229) voor speciale afdrukfuncties. 3 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. 4 De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. 9 Tijdens het afdrukken Wanneer u gebruik maakt van Macintosh of Linux, raadpleegt u "Afdrukken in Macintosh" op pagina 239 of "Afdrukken in Linux" op pagina 241.
Eenvoudige afdruktaken 10 Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier: • U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( • ) in de taakbalk van Windows. U kunt de huidige taak ook annuleren door op bedieningspaneel te drukken. 1 2 Open het document dat u wilt afdrukken. 3 4 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
Eenvoudige afdruktaken Voorkeursinstellingen gebruiken Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de gekozen instellingen. Om de opgeslagen instellingen te wissen Met de optie Vooraf ingest.
Eenvoudige afdruktaken 13 Eco-afdruk Instellen van Eco-modus op het bedieningspaneel. Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken. • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze modus aan.
Eenvoudige afdruktaken • 3 Temp wijz: Volg de instellingen van de Syncthru™ Web Service. Voordat u dit onderdeel selecteert, moet u de ecofunctie instellen de SyncThru™ Web Service> tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings. Druk op OK om de selectie op te slaan. Resultaatsimulator De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxideemissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen.
Normaal kopiëren 15 Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Menu Kopiëren" op pagina 189) voor speciale afdrukfuncties. 14 Normaal kopiëren 1 2 Selecteer De instellingen per kopie wijzigen Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren zodat u snel en gemakkelijk een kopie kunt maken. Met behulp van de kopieerfunctieknoppen op het bedieningspaneel kunt u de opties per kopie wijzigen. (kopiëren) op het bedieningspaneel.
Normaal kopiëren 1 Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Tonersterkte op het bedieningspaneel. Of druk op de knop Tonersterkte op het bedieningspaneel. 2 1 Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Origineel op het bedieningspaneel. 2 Selecteer de gewenste optie en druk op OK. Selecteer de gewenste optie en druk op OK. • Tekst: gebruik deze optie voor originelen die hoofdzakelijk uit tekst bestaan. • Tekst/Foto: gebruik deze optie voor originelen die tekst en foto’s bevatten.
Normaal kopiëren 4 • Afhankelijk van het model of optionele onderdelen zijn enkele LED's mogelijk niet beschikbaar (zie "Verschillende functies" op pagina 10). Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. Als u een verkleinde kopie maakt, kunnen er onderaan op de kopie zwarte lijnen verschijnen. • Wanneer het apparaat is ingesteld op Eco-modus, zijn de vergrooten verkleinfuncties niet beschikbaar.
Normaal kopiëren 1 Druk op ID Copy op het bedieningspaneel. 2 Plaats een origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. 3 4 5 Keer het origineel om en leg het op de glasplaat zoals wordt aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. 6 Druk op Start. Plaats voorzijde en druk op Start verschijnt op het display. Druk op Start. Het apparaat begint de voorzijde te scannen.
Basisfuncties voor scannen Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Scanfuncties" op pagina 246) voor speciale scanfuncties. Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de poortconnectie of selecteert u Scannen vanaf paneel op apparaat inschakelen in Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren > Instellingen voor scannen naar pc. 17 Basisfuncties voor scannen Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van originelen.
Basisfuncties voor faxen 18 • Deze functie wordt niet ondersteund voor SCX-470X Series (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25). Voorbereiden om te faxen • Raadpleeg de Handleiding Geavanceerd (zie "Faxfuncties" op pagina 258), voor speciale faxfuncties. • U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via een internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie.
Basisfuncties voor faxen 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 54). 2 3 Selecteer 4 5 Voer het faxnummer van de ontvanger in. (faxen) op het bedieningspaneel. Stel de gewenste resolutie en tonersterkte in (zie "De documentinstellingen aanpassen" op pagina 70). Druk op (Start) op het bedieningspaneel.
Basisfuncties voor faxen Groepsverzending (faxen naar meerdere bestemmingen verzenden) 5 Voer het nummer van het eerste ontvangende faxapparaat in en druk op OK. U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer Met de functie Groepsverzending kunt u een fax naar meerdere bestemmingen verzenden. Uw documenten worden automatisch in het geheugen opgeslagen en naar een extern faxapparaat verzonden.
Basisfuncties voor faxen 20 Een fax ontvangen De SCX-470x Series ondersteunt de faxfuncties niet. Uw apparaat is standaard ingesteld op faxmodus. Als u een fax ontvangt, beantwoordt het apparaat de oproep na een opgegeven aantal belsignalen en wordt de fax automatisch ontvangen. 21 De documentinstellingen aanpassen De SCX-470x Series ondersteunt de faxfuncties niet.
Basisfuncties voor faxen • Kleurenfax: originelen met kleuren. • Verzenden vanuit het geheugen is niet beschikbaar in deze modus. • U kunt alleen een kleurenfax verzenden als het apparaat waarmee u communiceert, de ontvangst van een kleurenfax ondersteunt en als u de fax handmatig verzendt. 3 Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. Tonersterkte U kunt de helderheid van het originele document selecteren. De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak.
3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice.
Beschikbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Type Gemiddeld aantal afdrukken a Benaming van onderdeel Standaardrendement tonercassette Ong. 1.500 pagina's MLT-D103S Tonercassette met hoge capaciteit Ong. 2.500 pagina's MLT-D103L Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • knippert de Status-LED rood. In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De tonercassette vervangen • Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette. • Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. • Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
De tonercassette vervangen Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken. 3.
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen. Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan. 1 2 3 Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Gebruiksduur op het bedieningspaneel. Selecteer de gewenste optie en druk op OK. • Info verb.art.
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. 1 2 3 Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel. Selecteer de gewenste optie. Druk op OK om de selectie op te slaan. 3.
Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Het apparaat reinigen 2 De binnenkant reinigen • Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen. • Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt. • Voordat u de voorklep opent, moet u eerst de uitvoersteun sluiten. 3.
Het apparaat reinigen 3 Reinigen van de opneemrol • Voordat u de voorklep opent, moet u eerst de uitvoersteun sluiten. • Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt. 3.
Het apparaat reinigen 3.
Het apparaat reinigen 4 Scannereenheid reinigen Houd de scannereenheid goed schoon. Dat komt de kwaliteit van de kopieën ten goede. Wij raden u aan de scannereenheid aan het begin van elke dag te reinigen en dit zo nodig in de loop van de dag te herhalen. 1 2 3 Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of een velletje keukenrol met een beetje water. Til het deksel van de scanner op. Veeg de glasplaat schoon en droog ze af.
Het apparaat reinigen 4 5 Veeg de onderkant van het scannerdeksel schoon en droog deze af. Sluit het deksel van de scanner. 3.
4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 88 • Vastgelopen originelen verwijderen 89 • Papierstoringen verhelpen 93 • Informatie over de status-LED 98 • Informatie over displaymeldingen 100 In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om de fout op te lossen.
Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 43). • Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. • Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Vastgelopen originelen verwijderen Als een origineel vastloopt in de ADI verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen. 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 1 Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 2 Het origineel is in de scanner vastgelopen 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 3 Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner. 1 2 Verwijder alle resterende pagina’s uit de ADI. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de ADI. 4.
Papierstoringen verhelpen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 4 In de papierlade 4.
Papierstoringen verhelpen 5 In de lade voor handmatige invoer 4.
Papierstoringen verhelpen 6 Binnenin het apparaat Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 4.
Papierstoringen verhelpen 7 In het uitvoergebied 4.
Papierstoringen verhelpen 8 Rond de duplexeenheid 1 1 2 2 4.
Informatie over de status-LED De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar. • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen. • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Afdrukstatus of Smart Panel. • Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED Status WPS-LEDb PowerLED Eco-knop Omschrijving Blauw Aan Als het apparaat met een draadloos netwerk is verbonden, gaat de WPS-LED blauw branden. Blauw Aan Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus. Uit Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld. Aan Eco-modus is ingeschakeld.
Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. • Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis Voorgestelde oplossing • Pap.st. in uitv.gebied Er is papier vastgelopen in het papieruitvoergebied. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In het uitvoergebied" op pagina 96). • Pap.st. onderk. DE Er is papier vastgelopen in het duplex-gebied. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Rond de duplexeenheid" op pagina 97). • Papierst. bovenkant duplexeenh. 4.
Informatie over displaymeldingen 10 Meldingen over de tonercassette Melding Betekenis Voorgestelde oplossing • Plaats tonercas. Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette. • Zwarte TC comp. De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor uw apparaat. • Bereid nieuwe cass. Voor De tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner.
Informatie over displaymeldingen Melding • Plaats nieuwe cass. • Geen toner meer Betekenis De tonercassette heeft de geschatte levensduur bereikt. Stopt het apparaat met afdrukken. Voorgestelde oplossing • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet hebt vervangen.
Informatie over displaymeldingen 11 12 Meldingen over de papierlade Melding Betekenis Meldingen over het netwerk Voorgestelde oplossing • Uitvoervak vol Verw. pap. De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat de printer door met afdrukken. • is leeg in [ladetype] Er bevindt zich geen papier in de lade of handmatige invoer. Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 45, "Papier in de lade plaatsen" op pagina 45).
Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis Voorgestelde oplossing • Fout [foutnummer] Zet uit en aan Het apparaat kan niet bestuurd worden. Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. • Geh. vol Verw. taak Het geheugen is vol. U kunt de ontvangen faxtaak afdrukken of verwijderen in Veilige ontv. (zie de handleiding Geavanceerd). • Scanner geblok. De scanner is vergrendeld.
5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde informatie.
Specificaties Items Omschrijving Relatieve luchtvochtigheid Gebruik 20 tot 80% RV Opslag (in verpakking) 10 tot 90% RV Nominaal vermogenc Modellen op 110 volt AC 110 – 127 V Modellen op 220 volt AC 220 – 240 V Gemiddeld vermogen Minder dan 400W Stand-bymodus minder dan 50 Watt Energiebesparende modus minder dan 3,0 Watt Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,2 W (0,1 Wd) Module U98Z058 Stroomverbruik Draadloose a.
Specificaties 2 Specificaties van de afdrukmedia Type Formaat Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade Normaal papier Letter 216 x 279 mm 60 tot 163 g/m2 (bankpostpapier) Legal 216 x 356 mm US Folio 216 x 330 mm • 250 vellen van 80 g/m2 (bankpostpapier) A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm A6 105 x 148 mm Handmatige invoerb 60 tot 220 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties Type Formaat Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade Monarchenvelop 98 x 191 mm Envelop Nr. 10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop C6 114 x 162 mm Dik papier Zie Normaal papier Dikker papier Handmatige invoerb Niet beschikbaar in lade 60 tot 220 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties Type Formaat Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade Kartonpapier Letter, Legal, US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5 Handmatige invoerb Zie Normaal papier 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier) 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier) Zie Normaal papier 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier) 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier) • Handmatige invoer: 76 x 127 mm 60 tot 163 g/m2 (bankpostpapier) d, e Briefkaart 4x6 Bankpostpapier Zie Normaal papier Minimaal formaat (aangepast) Maxima
Specificaties 3 Systeemvereisten Microsoft® Windows® Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor RAM Vrije schijfruimte Windows® 2000 Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz) 64 MB (128 MB) 600 MB Windows® XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server® 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2 GB) 10 GB Windows V
Specificaties • Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. • Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. • Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat. • Voor Windows 2000 is Service Pack 4 of hoger vereist. Macintosh Besturingssysteem Mac OS X 10.4 Vereisten (aanbevolen) Processor • Intel®-processoren • PowerPC G4/G5 Mac OS X 10.
Specificaties Linux Items Besturingssysteem Vereisten Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits) Fedora 5 ~ 13 (32/ 64 bit) SuSE Linux 10.1 (32 bits) OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bit) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits) Debian 4.0, 5.
Specificaties 4 Netwerkomgeving Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 7). U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. Items Specificaties Netwerkinterface • Ethernet 10/100 Base-TX bedraad LAN • 802.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en letsels te beperken.
Informatie over wettelijke voorschriften 7 9 Kwik Recycleren Bevat kwik en moet weggegooid worden conform de plaatselijke voorschriften, de wetten van de staten en de federale wetten (alleen voor VSA). Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze op een milieuvriendelijke wijze. 8 Energiebesparingsmodus 10 Alleen voor China Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Informatie over wettelijke voorschriften 11 Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen voor batterijen) (Alleen voor de Verenigde Staten) Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website: www.samsung.
Informatie over wettelijke voorschriften 12 13 Correcte verwerking van de in dit product gebruikte batterijen (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op de batterij, handleiding of verpakking geeft aan dat de batterijen in dit product aan het eind van hun levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis.
Informatie over wettelijke voorschriften De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt aangegeven dat de afstand tussen een draadloos apparaat en het lichaam minstens 20 cm moet bedragen, bij gebruik van het apparaat nabij het lichaam (uitstekende delen niet meegerekend). Dit apparaat moet op meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden wanneer de draadloze apparatuur is ingeschakeld.
Informatie over wettelijke voorschriften 17 Alleen Duitsland 18 Alleen voor Turkije Het REN (Ringer Equivalence Number) is een indicatie van het maximum aantal apparaten dat mag worden aangesloten op een telefooninterface. U kunt een willekeurige combinatie van apparaten aansluiten op een telefooninterface mits de som van de REN's van alle apparaten niet groter is dan 5.
Informatie over wettelijke voorschriften De telefoonmaatschappij kan wijzigingen aanbrengen in haar communicatiefaciliteiten, in de werking van haar installaties of in procedures waar dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften van FCC Deel 68.
Informatie over wettelijke voorschriften Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit apparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant ertoe leiden dat de gebruiker het recht verliest om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet veroorzaakt, moet de telefoonmaatschappij de klant waarschuwen dat de dienst kan worden onderbroken.
Informatie over wettelijke voorschriften 22 De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: • Groen/geel: aarding Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken.
Informatie over wettelijke voorschriften 23 Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
Informatie over wettelijke voorschriften Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor producten uitgerust met door de EU goedgekeurde radioapparaten) Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten aanwezig zijn.
Informatie over wettelijke voorschriften 25 Mededelingen aangaande normen Draadloze geleiding Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band. De volgende sectie geeft een algemeen overzicht van beschouwingen die betrekking hebben op het gebruik van een draadloos apparaat.
Informatie over wettelijke voorschriften Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht. IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze communicatieapparaten.
Informatie over wettelijke voorschriften 26 Alleen voor China 5.
Copyright © 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Gebruikershandleiding SCX-472x Series SCX-470x Series GEAVANCEERD GEAVANCEERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD 1. Installatie van de software Installatie voor de Macintosh 136 Opnieuw installeren voor Macintosh 138 Installatie voor Linux 139 Opnieuw installeren voor Linux 141 2. Een netwerkapparaat gebruiken Menu Scannen 200 Systeeminstallatie 202 Beheerinstellingen 216 Aangepaste instellingen 217 4.
GEAVANCEERD SyncThru™ Web Service gebruiken 277 Samsung Easy Printer Manager gebruiken 281 Samsung-printerstatus gebruiken 285 Smart Panel gebruiken 287 De Linux Unified Driver Configurator gebruiken 289 6.
1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Installatie voor de Macintosh 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 12 Na het installeren van de software moet u uw computer opnieuw opstarten. Klik op Ga door met installatie. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 13 14 Nadat de installatie is voltooid klikt u op Herstart. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Ga door.
Installatie voor de Macintosh Het faxstuurprogramma installeert u als volgt: a Open de map Programma's > Samsung > Faxwachtrijmaker. b Uw apparaat wordt weergegeven in de Printerlijst c Selecteer het apparaat dat u wilt gebruiken en klik op de knop Maken 1.
Opnieuw installeren voor Macintosh Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Uninstaller OS X. 5 6 Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Installatie voor Linux U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http://www.samsung.com > vind uw product > Service en downloads). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in.
Installatie voor Linux 5 Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh. 3 Printer Settings Utility installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken.
2. Een netwerkapparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt. • Nuttige netwerkprogramma’s 143 • Instelling bekabeld netwerk 145 • Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 148 • IPv6-configuratie 158 • Draadloos netwerk instellen 161 De ondersteunde optionele apparaten en functies kunnen van model tot model verschillen (zie "Functies per model" op pagina 7).
Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. • Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IPadres instellen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Nuttige netwerkprogramma’s 3 SetIP installatie van bedraad netwerk Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina 145. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh)" op pagina 146. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 147.
Instelling bekabeld netwerk 4 5 Een netwerkconfiguratierapport afdrukken Het IP-adres instellen U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van een netwerk. • De machine heeft een displayscherm: Druk op de knop (Menu) op het configuratiescherm en selecteer Netwerk > Netwerkconf. (Netwerkconfiguratie).
Instelling bekabeld netwerk 4 5 Schakel het apparaat in. 8 In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma’s > Samsung Printers > SetIP > SetIP. 6 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 7 Voer als volgt de nieuwe apparaatgegevens in in het configuratievenster. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
Instelling bekabeld netwerk 5 Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 145). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. 6 7 1 2 3 4 Selecteer Apply, OK en opnieuw OK.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 3 Selecteer Nu installeren. • Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 24). 6 Windows 1 Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is.
Installeren van een stuurprogramma over het 4 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en vink het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst aan. Klik daarna op Volgende. Het programma zoekt het apparaat. Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt gevonden, verschijnt er een foutbericht. Selecteer de gewenste optie en klik op Volgende. 5 De gevonden apparaten worden op het scherm weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op OK.
Installeren van een stuurprogramma over het Opdrachtregel /p"" of /P"" Definitie Specificeert de printerpoort. Omschrijving De printerpoortnaam kan worden opgegeven als IPadres, hostnaam, lokale USB-poortnaam of IEEE1284-poortnaam. Er wordt een netwerkpoort Voorbeeld: gemaakt aan de • /p"xxx.xxx.xxx.xxx" hand van de waarin "xxx.xxx.xxx.xxx" standaard TCP/IPstaat voor het IP-adres poortmonitor. Voor van de netwerkprinter.
Installeren van een stuurprogramma over het Opdrachtregel Definitie Omschrijving /n"" of / N"" Specificeert de printernaam. De printerinstantie zal worden gemaakt conform de opgegeven printernaam. Met deze parameter kunt u naar wens printerinstanties toevoegen. /nd of /ND Geeft de opdracht het geïnstalleerde stuurprogramma niet in te stellen als standaard apparaatstuurprogramma.
Installeren van een stuurprogramma over het 7 Opdrachtregel /v"" of /V"" /o of /O /f"" of /F"" /h, /H of /? Definitie Omschrijving Deelt het geïnstalleerde apparaat en voegt andere platformstuurprogramma' s toe voor Point & Print. Alle ondersteunde apparaatstuurprogramma's van het Windowsbesturingssysteem worden geïnstalleerd en gedeeld met de opgegeven voor Point & Print.
Installeren van een stuurprogramma over het Als u het IP-adres nog niet hebt ingesteld, klikt u op IP-adres instellen en raadpleegt u "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh)" op pagina 146. Als u de draadloze instelling wilt gebruiken, raadpleegt u "Instellen met Macintosh" op pagina 175. 10 14 • 15 Klik op Installeer. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Installeren van een stuurprogramma over het 20 21 Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model. Om andere software te installeren: • • zie "Printer Settings Utility installeren" op pagina 140. • zie "Smart Panel installeren" op pagina 139. Als bij Mac OS X 10.5-10.7 Automatisch selecteren niet goed werkt, kiest u Printersoftware selecteren en de naam van uw apparaat in Druk af via. Klik op Voeg toe.
Installeren van een stuurprogramma over het 9 10 11 12 Selecteer uw apparaat en klik op Next. Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish. Een netwerkprinter toevoegen 1 2 3 4 5 Dubbelklik op Unified Driver Configurator. 6 7 8 Selecteer uw apparaat en klik op Next.
Installeren van een stuurprogramma over het 1 Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van Samsung en pak het uit op uw computer. 2 Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft. “su -" 3 Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer. Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer informatie.
Installeren van een stuurprogramma over het d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het volledige pakket ongedaan te maken. e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de deïnstallatie te controleren. 6 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.
IPv6-configuratie IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7 of "Menuoverzicht" op pagina 33). 5 Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster van Printers en faxapparaten. 6 Kies Een lokale printer toevoegen op het venster Printer toevoegen. 7 Het venster Wizard Printer toevoegen wordt geopend.
IPv6-configuratie IPv6-adressen instellen Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer. • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6adres. • Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6adres.
IPv6-configuratie 6 Schakel het selectievakje Manual Address in. Vervolgens wordt het tekstvak Address/Prefix geactiveerd. 7 Voer de rest van het adres in (bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F). 8 9 Selecteer de DHCPv6-configuratie. Klik op de knop Apply. SyncThru™ Web Service gebruiken 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering als URL ondersteunt.
Draadloos netwerk instellen • Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt. Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet beschikbaar. (zie "Functies per model" op pagina 7). • Deze functies zijn uitsluitend beschikbaar voor SCX-472xW Series. Naam van draadloos netwerk en netwerksleutel Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau.
Draadloos netwerk instellen Via de computer Wij raden aan een USB-kabel te gebruiken met het programma dat op de meegeleverde cd met software staat. • zie "Instellen met Windows" op pagina 168. • zie "Instellen met Macintosh" op pagina 175. • Met een USB-kabel: U kunt een draadloos netwerk instellen met behulp van het programma op de bijgeleverde cd met software.
Draadloos netwerk instellen Uw type kiezen Apparaten met een display Met behulp van de knop (WPS) op het configuratiescherm kunt u op twee manieren een verbinding met een draadloos netwerk tot stand brengen voor uw apparaat.
Draadloos netwerk instellen Apparaten zonder een display Verbinding maken in PIN-modus 1 Druk meer dan twee seconden op de knop configuratiescherm. 2 De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display. (WPS) op het Aansluiten in PBC-modus 1 U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de draadloze router). Er wordt verbinding gemaakt met het draadloze netwerk.
Draadloos netwerk instellen Verbinding maken in PIN-modus 1 Het netwerkconfiguratierapport met het PIN-nummer moet worden afgedrukt. Houd in de stand-bymodus de knop (Cancel of Stop/Clear) op het configuratiescherm ca. 5 seconden ingedrukt. Het PIN-nummer van uw apparaat wordt weergegeven. 2 Houd de knop (WPS) op het configuratiescherm ingedrukt totdat de status-LED snel gaat branden (na 4 seconden). Het apparaat maakt verbinding met het toegangspunt (of draadloze router).
Draadloos netwerk instellen Verbinding met een netwerk verbreken U kunt de draadloze netwerkverbinding verbreken door langer dan twee seconden op de knop • • (WPS) op het configuratiescherm te drukken. 1 Selecteer (Menu) > Netwerk > OK > Draadloos > OK > WLANinst. > OK op het configuratiescherm. 2 Druk op OK om de gewenste installatiemethode te selecteren.
Draadloos netwerk instellen 4 Afhankelijk van het netwerk dat u selecteert zal de WLANbeveiligingscodering WEP of WPA zijn. • - 5 Druk op OK om de Werkingsmodus te selecteren. • Ad-hoc: In deze modus kunnen draadloze apparaten rechtstreeks met elkaar communiceren in een peer-to-peeromgeving. Ga naar stap 4. • Infrastruct.: in deze modus kunnen draadloze apparaten via een toegangspunt met elkaar te communiceren. Ga naar stap 5. In geval van WEP drukt u op Open systeem of Ged. sleutel.
Draadloos netwerk instellen • WPA-PSK of WPA2-PSK: U kunt WPA-PSK of WPA2-PSK selecteren om op basis van een vooraf gedeelde WPA-sleutel de afdrukserver te verifiëren. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt (doorgaans vooraf gedeelde wachtwoordzin genoemd) die handmatig wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van zijn clients.
Draadloos netwerk instellen Opzetten van de netwerkinfrastructuur 1 2 3 4 Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en installeren. Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Klik op Start > Alle programma's > Toebehoren > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdromstation en klik op OK.
Draadloos netwerk instellen • Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in. Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden, controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en volgt u de instructies in het venster. 7 Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u gebruikt en klik op Volgende.
Draadloos netwerk instellen 8 Het venster bevat de instellingen voor het draadloze netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Volgende. • Voor de methode DHCP Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is, controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld. Indien Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP wijzigen om de toewijzingsmethode in DHCP te wijzigen. • 9 10 Het venster Instelling van draadloos netwerk voltooid wordt geopend.
Draadloos netwerk instellen 16 17 Als u zich wilt registreren als gebruiker van het apparaat zodat u informatie kunt ontvangen van Samsung, klikt u op Online registratie. 3 Klik op Start > Alle programma's > Toebehoren > Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdromstation en klik op OK. Klik op Voltooien. Ad-hoc via USB-kabel Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Selecteer de optie Draadloze verbindingen instellen en installeren.
Draadloos netwerk instellen 5 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en kies Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst Klik daarna op Volgende. 6 De software zoekt het draadloos netwerk. • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
Draadloos netwerk instellen Voordat u het IP-adres van de printer invoert, moet u de netwerkinstellingen van de computer weten. Als de netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op DHCP, moet de instelling voor het draadloze netwerk ook DHCP zijn. Als de netwerkconfiguratie van de computer is ingesteld op Statisch, moet de instelling voor het draadloze netwerk ook Statisch zijn. - Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). - Gateway: 169.254.133.
Draadloos netwerk instellen 12 13 Selecteer de onderdelen die u wilt installeren. Klik op Volgende. • Software-cd die bij het apparaat is geleverd Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, kunt u ook de naam van het apparaat wijzigen, het apparaat instellen om in het netwerk te worden gedeeld, het apparaat instellen als standaardapparaat en de poortnaam van elk apparaat wijzigen. Klik op Volgende.
Draadloos netwerk instellen 11 12 Selecteer Instelling van draadloos netwerk. • Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP, AES, TKIP, AES.) De software zoekt het draadloos netwerk. • Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in. Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden, controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en volgt u de instructies in het venster.
Draadloos netwerk instellen 14 Het venster bevat de instellingen voor het draadloze netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Next. 15 Er wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt volgens de netwerkconfiguratie. • 16 Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer los. 17 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Draadloos netwerk instellen Een ad-hocnetwerk instellen in Macintosh 1 2 3 4 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. 5 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden, controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en volgt u de instructies in het venster. Schakel de computer en de printer in. Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Draadloos netwerk instellen • Verificatie: selecteer een verificatietype. Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is. Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk. • Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64 of WEP128). • Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in. • Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde van de netwerkcodering.
Draadloos netwerk instellen 14 Er wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt volgens de netwerkconfiguratie. 15 Als de instelling van het draadloos netwerk is voltooid, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en het apparaat los. 16 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten of Herstart.
Draadloos netwerk instellen Het draadloze netwerk van het apparaat configureren Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten. Deze gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent met de draadloze omgeving waarin u werkt. Om parameters van het draadloos netwerk te configureren, kunt u SyncThru™ Web Service gebruiken.
Draadloos netwerk instellen 7 9 Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst. • • SSID: SSID (Service Set Identifier) is een naam die een draadloos netwerk aanduidt. Toegangspunten en draadloze apparaten die een verbinding proberen te maken met een bepaald draadloos netwerk, moeten dezelfde SSID gebruiken. De SSID is hoofdlettergevoelig. Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Draadloos netwerk instellen 3 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 4 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. • ID: admin • Password: sec00000 5 Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op Network Settings. 6 Klik op Wireless > Custom. U kunt het Wi-Fi-netwerk ook in- of uitschakelen.
Draadloos netwerk instellen Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging ▪ • Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat: De beveiliging is niet goed geconfigureerd. Controleer de beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd. ▪ IP-adres: 169.254.133.43 ▪ Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de computer). ▪ Gateway: 169.254.133.1 Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout • Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat.
Draadloos netwerk instellen • Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie blokkeert. Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall. Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden.
3. Menu's met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt.
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van dit hoofdstuk • Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. Druk op krijgen tot deze menu's.
Menu Afdrukken Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Item Emulatie Omschrijving Stelt het type en de optie voor emulatie in. Om de menuopties te wijzigen: • Druk op • Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Printerinstelling op het aanraakscherm. Item (Menu) > Afdrukinst. op het configuratiescherm.
Menu Kopiëren 1 Item Kopieerfunctie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op pagina 63). Verkl./vergr. Wanneer het apparaat is ingesteld op ecomodus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties niet beschikbaar.
Menu Kopiëren • Sortering kopiëren Hiermee stel u het apparaat zo in dat de kopieën worden gesorteerd. Als u bijvoorbeeld 2 kopieën wilt maken van een document met 3 pagina's, krijgt u eerst één volledige kopie van het 3 pagina's tellende document en vervolgens een tweede volledige kopie. • Aan: hiermee drukt u de pagina's gegroepeerd af in dezelfde volgorde als het origineel.
Menu Kopiëren Item Omschrijving Item U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Omschrijving Hiermee wordt de originele afbeelding meerdere keren afgedrukt op één pagina. Het aantal afbeeldingen per vel wordt automatisch bepaald op basis van de grootte van het origineel en het papierformaat.
Menu Kopiëren Item Omschrijving Item Met deze functie kunt u een volledig boek kopiëren. Als het boek te dik is, opent u het deksel tot de scharnieren niet verder kunnen en sluit u het deksel weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm, laat u tijdens het kopiëren het deksel open. Het apparaat drukt automatisch af op een of beide zijden van het papier, waarna het wordt gevouwen zodat u een boekje met alle pagina's in de juiste volgorde krijgt.
Menu Kopiëren Item Omschrijving Item Omschrijving Hiermee kunt u vlekken, perforatie-openingen, vouwen en nietafdrukken langs een van de vier randen van een document wissen. Hiermee kunt u een bindmarge maken voor het document. Het beeld kan op de pagina naar boven of naar onder worden bijgesteld en/of naar links of naar rechts worden verschoven. • Uit: deze functie wordt niet gebruikt. Marge versch. bij kopiëren • Uit: deze functie wordt niet gebruikt. • Aut.
Menu Kopiëren Item Watermerk kopiëren Omschrijving Item Omschrijving • 2 -> 1-zijdig Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina's afdrukken. • 2 -> 2-zijdig Dubbelzijdig (vervolg) • 2->1-zijd. ROT 2 U kunt uw apparaat instellen om kopieën op beide zijden van het papier af te drukken.
Menu Kopiëren 2 Kopieerinstel. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: Druk op (kopiëren) > (Menu) > Kopieerinstel. op het configuratiescherm. Item St.inst. wijz. Omschrijving Hiermee herstelt u de waarde of instelling opnieuw in op de beginwaarde. 3.
Menu Faxen 3 Item Faxfunctie • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Menu Faxen Item Omschrijving Item Hiermee kunt u het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt verzonden (zie "Uitgestelde faxverzending" op pagina 260). Veilige ontv. Hiermee wordt de ontvangen fax opgeslagen in het geheugen zonder dat deze wordt afgedrukt. Als u ontvangen documenten wilt afdrukken, moet u het wachtwoord invoeren.
Menu Faxen Om de menuopties te wijzigen: • Druk op (faxen) > Item (Menu) > Faxinstel. > Verzending op het configuratiescherm. • Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Standaardinstelling > Standaard faxen op het aanraakscherm. Item Hiermee kunt u het aantal kiespogingen instellen. Als u 0 invoert, zal het apparaat niet opnieuw kiezen. Opn. kiezen na Hiermee kunt u het tijdsinterval instellen voor automatisch opnieuw kiezen. Kenget. kiezen TCR voor afb.
Menu Faxen Om de menuopties te wijzigen: • Druk op (faxen) > Item (Menu) > Faxinstel. > Ontvangst op het configuratiescherm. • Grootte neger. Hiermee kunt u instellen dat een bepaald gedeelte aan het einde van de ontvangen fax niet wordt afgedrukt. Inst. ong. fax Hiermee kunt u faxen blokkeren die in het geheugen zijn opgeslagen als ongewenste faxnummers. Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar.
Menu Scannen 6 Item Scanfunctie • E-mailstand. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hiermee stelt u de scanbestemming in op een emailtoepassing. U kunt de originelen scannen en de • E-mail verz. gescande afbeeldingen per e-mail naar de • E-mail aanpassen gewenste bestemming verzenden (zie "Scannen naar e-mail" op pagina 248).
Menu Scannen Item Omschrijving Netwerk-pc Hiermee stelt u de scanbestemming in op een via netwerk aangesloten computer. U scant de originelen en slaat de gescande afbeelding op in een map zoals Mijn documenten (zie "Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten op een netwerk" op pagina 247). Documentenvak Hiermee stelt u de scanbestemming in op een Documentenvak. U scant de originelen en stuurt de gescande afbeeldingen naar de opslag die Documentenvak heet op het apparaat. Ged.
Systeeminstallatie 8 Item Apparaatinstellingen • Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus Normaal. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Menu Formulier • Druk op (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. op het configuratiescherm. • Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Initiële instellingen op het aanraakscherm.
Systeeminstallatie Item Omschrijving Item Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Hiermee stelt u hoe lang het duurt voor de scanner overschakelt naar de energiebesparende modus. En.sprst. scan Als de scanner gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. Time-out syst. Hiermee stelt u in hoelang het apparaat eerder gebruikte kopieerinstellingen bewaart.
Systeeminstallatie Item • Ladekoppeling • Aut. Ladekeuze Omschrijving Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan met afdrukken als wordt vastgesteld dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier op is in lade 1. Item Lege pg. afdr.
Systeeminstallatie Item Omschrijving • Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van de cassette door middel van het afdrukken van een vel. • Fuser reinig.: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Item Inst. export. Exporteert de op het apparaat opgeslagen instellingen naar een geheugenstick. Tonerbesparing Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan wanneer u in de normale modus afdrukt.
Systeeminstallatie 9 Item Papierinstellingen Lade bevestigen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Omschrijving Activeert de melding ter bevestiging van de lade. Als u een lade opent en sluit, wordt een venster geopend met de vraag om het papierformaat en -type van de zojuist geopende lade in te stellen.
Systeeminstallatie Item Waarsch.geluid Omschrijving schakelt het alarmsignaal in of uit. Als deze optie is ingesteld op Aan, hoort u een waarschuwingstoon wanneer een fout optreedt of wanneer een faxverbinding wordt beëindigd. schakelt weergave van geluiden van de telefoonlijn via de luidspreker (bijvoorbeeld een kiestoon of een faxsignaal) aan of uit. Als deze optie is ingesteld op Communicatie, staat de luidspreker aan tot het externe apparaat reageert.
Systeeminstallatie Item Configuratie • Info verb.art. • Biedt informatie Omschrijving Drukt een overzicht van de globale instellingen van het apparaat af. Item • Geplande taken • Geplande taken faxen Hiermee drukt u een document af met een overzicht van de uitgestelde faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, met de begintijd en de aard van elke taak. Ongewenste fax Hiermee drukt u de faxnummers af die zijn opgegeven als ongewenste faxnummers. Drukt een pagina met gegevens over verbruiksartikelen af.
Systeeminstallatie 12 Item Gebruiksteller Faxopties • Opgesl. taak Omschrijving Onderhoud Hiermee drukt u een verbruikspagina af. De pagina met informatie over het verbruik bevat het totaal aantal afgedrukte pagina's. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hiermee drukt u een rapport over de faxopties af.
Systeeminstallatie 13 Item Ws tr bijna op • Serienummer • Serienr. Papier stapel. Gekl. papier Ramschijf Omschrijving Instellingen wissen Hiermee kunt u het niveau instellen waarop de melding over een lege of bijna lege tonercassette wordt weergegeven (zie "Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"" op pagina 80). Hiermee kunt u het serienummer van het apparaat weergeven. Dit nummer hebt u nodig als u belt voor ondersteuning of u registreert als gebruiker op de website van Samsung.
Systeeminstallatie 14 Item • Kopieerinstel. Omschrijving Taakbeheer Herstelt alle standaard kopieeropties. • Standaard kopiëren • Scaninstel. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Herstelt alle standaard scanopties. • Standaard scannen Systeeminst. Herstelt alle standaard systeemopties. Netwerkinstel.
Systeeminstallatie 15 16 Afbeeldingen overschrijven USB-instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op (Menu) > Systeeminst. > Afb. overschr. op het configuratiescherm. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display.
Systeeminstallatie 17 18 Emulatie-instellingen E-mailinst. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op (Menu) > Afdrukinst. > Emulatie op het configuratiescherm. Item Omschrijving Type emulatie De apparaattaal definieert hoe de computer met het apparaat communiceert.
Systeeminstallatie Functie Documentvak 19 Adresboekinstellingen • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op (Menu) > Documentenvak > Functie Documentvak op het configuratiescherm. Optie Toev. vanaf scan Hiermee slaat u gescande documenten op in een vak.
Systeeminstallatie 21 Optie Netwerkinstallatie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op (Menu) > Netwerk op het configuratiescherm. • Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Netwerkinstellingen op het aanraakscherm. Omschrijving Ethernet-snel. Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het netwerk configureren. 802.
Beheerinstellingen Item Omschrijving Wacht bescherming Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het menu Beheerinstellingen. Kies Aan om gebruik te maken van deze optie en om het wachtwoord in te voeren. Wachtw. wijzigen Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de Beheerinstellingen van het apparaat. • Fixeereenheid reinigen: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Het afgedrukte vel bevat tonerresten.
Aangepaste instellingen Dit menu wordt alleen weergegeven wanneer de XOA-toepassing (eXtensible Open Architecture) is geïnstalleerd. Neem contact op met de beheerder om dit menu te gebruiken. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op (Menu) > Aangepast op het configuratiescherm. 3.
4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden de speciale functies voor kopiëren, scannen, faxen en afdrukken besproken.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in. • Als uw apparaat is verbonden met internet, kunt u de hoogte instellen via SyncThru™ Web Service (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 277).
E-mailadressen opslaan U kunt een adresboek met veelgebruikte e-mailadressen instellen via SyncThru™ Web Service en zo snel en gemakkelijk e-mailadressen invoeren door de plaatsnummers in te voeren die eraan zijn toegewezen in het adresboek. 1 Opslaan op uw apparaat Als u een afbeelding wilt scannen en als bijlage per e-mail wilt versturen, moet u eerst het e-mailadres instellen met behulp van SyncThru™ Web Service.
E-mailadressen opslaan 2 Een e-mailadres zoeken Het geheugen alfabetisch doorzoeken 1 Selecteer (scannen) > (Address Book) > Zoek. en verz. > Selecteer een adresgroep > Alle op het configuratiescherm. Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. > Adresboek > Email > Lijst bekijken > Individueel of Groep op het aanraakscherm. 2 U kunt het volledige geheugen doorzoeken in numerieke volgorde en de gewenste naam en het gewenste adres selecteren.
Verschillende tekens invoeren U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of emailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen invoeren. 4 Letters en cijfers op het toetsenblok • Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw apparaat andere speciale tekensets bevatten.
Verschillende tekens invoeren Toets * Toegewezen cijfers, letters of tekens *%_~!#$()[] (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) # #=|?":{}<>; (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) 4.
Het faxadresboek instellen U kunt snelkiesnummers voor veelgebruikte faxnummers instellen via SyncThru™ Web Service en zo snel en gemakkelijk faxnummers invoeren door de positienummers in te voeren die aan de nummers zijn toegewezen in het adresboek. 5 6 Snelkiesnummers gebruiken Wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om een nummer in te voeren, voert u het snelkiesnummer in waaronder u het gewenste faxnummer hebt opgeslagen.
Het faxadresboek instellen 3 4 5 Wijzig de naam en druk op OK. Wijzig het faxnummer en druk op OK. Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 5 6 Selecteer Ja als Nog een nr? wordt weergegeven. 7 Als u klaar bent, selecteert u Nee als Nog een nr? wordt weergegeven en drukt u op OK. 8 Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. Herhaal stap 3 om andere snelkiesnummers in de groep op te nemen.
Het faxadresboek instellen 5 6 7 Herhaal stap 3 om meer nummers toe te voegen of te verwijderen. Selecteer Nee als Nog een nr? wordt weergegeven en druk op OK. Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 10 Een item in het adresboek zoeken U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen opzoeken. U doorzoekt het adresboek alfabetisch of u voert de eerste letters in van de naam die aan dat nummer is gekoppeld. 1 Selecteer (faxen) > (Address Book) > Zoek. en kiez.
Gemachtigde gebruikers registreren Als uw apparaat aangesloten is op een netwerk en de netwerkparameters juist zijn ingesteld, kunt u via het netwerk afbeeldingen scannen en versturen. Om een ingescande afbeelding op een veilige manier via e-mail of de netwerkserver te verzenden, moet u de accountgegevens van gemachtigde gebruikers met behulp van SyncThru™ Web Service op uw lokale computer of op de netwerkserver registreren.
Afdrukfuncties • Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 57). In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). 13 Uw apparaat instellen als standaardprinter 12 De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 2 3 4 Klik op het menu Start van Windows.
Afdrukfuncties 14 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 1 Kruis het selectievak Afdrukkennaar bestand in het venster Afdrukken aan. 2 3 Klik op Afdrukken. XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling • Zie "Functies per model" op pagina 7. • Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie. • Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
Afdrukfuncties Speciale afdrukfuncties verklaard U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat.
Afdrukfuncties Item Poster afdrukken Omschrijving U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Afdrukfuncties Item • Dubbelzijdig afdrukken • Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)a Omschrijving U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. • U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. • Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af.
Afdrukfuncties Item Omschrijving Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters DRAFT of CONFIDENTIAL diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina's afdrukken.
Afdrukfuncties Item Watermerk (Een watermerk verwijderen) Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen. d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Afdrukfuncties Item Overlaya (Een paginaoverlay gebruiken) Overlaya (Een paginaoverlay verwijderen) Omschrijving a Klik op het tabblad Geavanceerd. b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst. c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Afdrukfuncties Item Omschrijving • Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (HDD) hebt geïnstalleerd (zie "Verschillende functies" op pagina 10). • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Afdrukfuncties Item Omschrijving Hiermee worden afdrukgegevens eerst gecodeerd en vervolgens verzonden naar het apparaat. Met deze functie blijven de afdrukgegevens beveiligd, zelfs als de gegevens worden onderschept op een netwerk. Taakcodering De functie Taakcodering is alleen beschikbaar als het massaopslagapparaat (HDD) is geïnstalleerd. Het massaopslagapparaat (HDD) wordt gebruikt om afdrukgegevens te decoderen (zie "Verschillende functies" op pagina 10). a.
Afdrukfuncties • U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer opnieuw af te drukken. 15 Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken • Of een PDF-bestand al dan niet afgedrukt kan worden met het Hulpprogramma Direct afdrukken is afhankelijk van de manier waarop het PDF-bestand is gemaakt. • Hulpprogramma direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
Afdrukfuncties 4 5 Pas de printerinstellingen naar wens aan. Een document afdrukken Klik op Afdruk. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: Via het contextmenu 1 2 3 4 Open het af te drukken document.
Afdrukfuncties Meerdere pagina's per vel afdrukken Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina’s wilt inbinden. De bindopties zijn: U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken. • Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden wordt gebruikt. • Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
Afdrukfuncties Help gebruiken Afdrukken vanuit een toepassing Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt. Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken.
Afdrukfuncties • Text: Stelt de paginamarges en tekstopties, zoals regelafstand en kolommen in. • Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding. • Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en bestemming instellen. 5 Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Properties. 6 7 Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
Afdrukfuncties 3 Het venster Printer Properties wordt geopend. Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen: • Connection: een andere poort bekijken of selecteren. Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat op dit tabblad opnieuw configureren. • Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen.
Afdrukfuncties Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt. 5 Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als alternatief kunt u het lprafdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak. • Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s afgedrukt op één vel papier.
Afdrukfuncties Het tabblad Margins • Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde papierformaat. • Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of centimeters.
Scanfuncties • Voor basisfuncties voor het scannen, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Basisfuncties voor scannen" op pagina 66). U kunt de originelen met uw apparaat scannen via een USB-kabel of via het netwerk. De volgende methodologieën kunnen worden gebruikt voor het scannen van uw documenten: • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
Scanfuncties • E-mail: Hiermee kunt u een afbeelding scannen en als bijlage bij een e-mailbericht verzenden (zie "Scannen naar e-mail" op pagina 248). • Het tabblad Standaard: Dit tabblad bevat algemene scan- en apparaatinstellingen. • FTP/SMB: Hiermee kunt u een afbeelding scannen en naar een FTP/ SMB-server uploaden (zie "Scannen naar een FTP-/SMB-server" op pagina 249). • Het tabblad Afbeelding: Dit tabblad bevat instellingen voor beeldbewerking. 5 Druk op OK.
Scanfuncties 22 Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de poortverbinding. 3 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). Selecteer uw geregistreerd computer-Id en voer indien nodig het Wachtwoord in. • ID is hetzelfde ID als het geregistreerde scan-ID voor de Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren > Instellingen voor scannen naar pc.
Scanfuncties • Als de verificatiemethode van de SMTP-server POP3 Before SMTP is, schakelt u het selectievakje SMTP Requires POP Before SMTP Authentication in. • Voer het IP-adres en poortnummer in. Scannen en per e-mail verzenden 5 6 7 Voer het onderwerp van de e-mail in en druk op OK. 8 Het apparaat begint te scannen en verzendt vervolgens de e-mail. Selecteer de bestandsindeling voor scannen en druk op OK. Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord van de SMTP-server in.
Scanfuncties 5 Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en 65535. 6 Schakel het selectievakje naast Anonymous zodat de server toegang geeft aan ongemachtigde gebruikers. 7 8 Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord in. 9 Scannen en verzenden naar een FTP-/SMBserver Voer de domeinnaam in als de server is verbonden met een bepaald domein of geef de naam van de computer op die is geregistreerd op de SMB-server.
Scanfuncties 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 54). 3 4 5 6 Open een toepassing, bijvoorbeeld Adobe Photoshop. Het WIA-stuurprogramma werkt alleen onder besturingssystemen van Windows (behalve Windows 2000) met een USB-poort.
Scanfuncties 26 27 Scannen met de Samsung-scanassistent • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). • U kunt de functie OCR (Optical Character Recognition, optische tekenherkenning) van het programma Samsung Scanassistent gebruiken.
Scanfuncties Selecteer het menu Help of klik op de knop de optie waar u meer over wilt weten. in het venster, en klik op 5 6 Klik op Scan to. 7 8 Klik zo nodig op Settings om de instellingen aan te passen. Selecteer voor de bestemming de optie Application, E-mail, Folder, OCR of Web. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
Scanfuncties 29 Scannen in Macintosh Als u niet kunt scannen met Fotolader moet u Mac OS opwaarderen tot de laatste versie. Fotolader werkt naar behoren onder Mac OS X 10.4.7 of hogere versies. Scannen via een apparaat dat is aangesloten via USB 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
Scanfuncties - - Selecteer uw apparaat bij de optie TWAIN-apparaten. Zorg ervoor dat het selectievakje Gebruik TWAIN-software is ingeschakeld. • Als u niet kunt scannen met Fotolader, moet u Mac OS bijwerken met de nieuwste versie. Fotolader werkt correct in Mac OS X 10.4.7 en hoger. Klik op Verbind. • Raadpleeg de Help bij Fotolader voor meer informatie. Als er een waarschuwingsbericht wordt weergegeven, klikt u op Poort wijzigen om een poort te selecteren.
Scanfuncties 4 Selecteer de scanner in de lijst. 5 6 Klik op Properties. 7 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 54). 8 Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het Preview Pane. 9 Sleep met de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen in het Preview Pane.
Scanfuncties U kunt uw scaninstellingen opslaan en toevoegen aan de vervolgkeuzelijst Job Type zodat u de instellingen opnieuw kunt gebruiken. Een afbeelding bewerken met Image Manager In de toepassing Image Manager (Afbeeldingen beheren) vindt u menuopties en knoppen voor de bewerking van gescande afbeeldingen. 4.
Faxfuncties 3 • Voor basisfuncties voor het faxen, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Basisfuncties voor faxen" op pagina 67). Selecteer de gewenste optie. 32 • Deze functie wordt niet ondersteund voor SCX-470x Series (zie "Functies per model" op pagina 7). Faxnummer opnieuw kiezen 1 2 31 Automatisch opnieuw kiezen om het nummer onmiddellijk opnieuw te kiezen. Druk op (Redial/Pause) op het configuratiescherm. Selecteer het gewenste faxnummer.
Faxfuncties Als er tijdens de verzending van uw fax iets fout gaat, verschijnt een foutbericht op het display. Wanneer u een foutmelding ontvangt, drukt u op (Cancel of Stop/Clear) om het bericht te wissen en opnieuw te 1 2 Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken verschijnt. Afhankelijk van uw toepassing kan dit venster er iets anders uitzien. proberen om de fax te verzenden.
Faxfuncties Selecteer het menu Help of klik op de knop de optie waar u meer over wilt weten. 6 in het venster, en klik op Klik op Verzenden. 5 Voer het nummer van het ontvangende faxapparaat in en druk op OK. 6 U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het document wilt verzenden in te voeren. 7 Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer Ja oplicht, en herhaalt u stap 5. 35 Uitgestelde faxverzending • U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
Faxfuncties Hiermee kunt u de lijst van uitgestelde faxtaken controleren. Een gereserveerde faxtaak annuleren Druk op (Menu) > Systeeminst. > Rapport > Geplande taken op het configuratiescherm. Documenten toevoegen aan een gereserveerde fax 1 2 3 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner. Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Pag. toevoegen op het configuratiescherm.
Faxfuncties 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner. 2 Druk op (Faxen) > het configuratiescherm. (Menu) > Faxfunctie > Prior. verz. op Of selecteer Fax > Prioritair verzenden > Aan op het aanraakscherm.
Faxfuncties 4 Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 1 Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het opgegeven faxapparaat. Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Doorsturen > Fax, E-mail, of Server > Ontv. en doorst. > Doorsturen op het configuratiescherm. Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Fax instellen > Doorsturen > Fax, E-mail of Server > Ontv. en doorst. > Aan op het aanraakscherm.
Faxfuncties 39 40 Faxen dubbelzijdig verzenden. Een fax met uw computer ontvangen • Deze functie is alleen beschikbaar als u originelen in de ADI plaatst. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Faxfuncties 5 • Prefix: Pad selecteren naar bestand of map als prefix. • Ontvangen fax afdrukken: stelt na ontvangst van de fax de afdrukgegevens in voor het ontvangen faxbericht. • Waarschuw me bij ontvangst van een fax: Als een fax wordt ontvangen, wordt een pop-upvenster geopend met een melding. • Openen met standaardtoepassing: Na ontvangst van de fax wordt de fax geopend met de standaardapplicatie.
Faxfuncties • DRPD: u kunt een oproep aannemen met de DRPD-functie (Distinctive Ring Pattern Detection – detectie van distinctieve belpatronen). "Distinctive Ring" of beltoonherkenning is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee men via één telefoonlijn meerdere oproepen gelijktijdig kan beantwoorden. Zie "Faxen ontvangen in DRPD-modus" op pagina 267 voor meer informatie. Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar. 3 4 Druk op OK.
Faxfuncties 44 45 Faxen ontvangen via een intern telefoontoestel Als u een intern telefoontoestel gebruikt dat is aangesloten op de EXTaansluiting, kunt u een fax ontvangen van iemand met wie u in gesprek bent op het interne telefoontoestel zonder dat u naar het faxapparaat hoeft te gaan. Wanneer u een oproep ontvangt op een intern telefoontoestel en u hoort faxtonen, drukt u op de toetsen *9* op het intern telefoontoestel. Het apparaat ontvangt de fax.
Faxfuncties • Als u uw faxnummer wijzigt of als u het apparaat aansluit op een andere telefoonlijn, moet u DRPD opnieuw instellen. Als u de veilige ontvangstmodus wilt gebruiken, moet u het menu • Nadat u DRPD hebt ingesteld, belt u opnieuw naar uw faxnummer om te controleren of het apparaat antwoordt met een faxtoon.
Faxfuncties • 47 Faxen op beide zijden van het papier afdrukken Korte zijde: drukt de pagina's zo af dat ze gelezen kunnen worden als een notitieblok. 2 • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu's mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 3 5 • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
Faxfuncties 49 Automatisch een verzendrapport afdrukken U kunt het apparaat zo instellen dat een rapport wordt afgedrukt met gedetailleerde informatie over de 50 laatste faxen (zowel verzonden als ontvangen), met vermelding van datum en tijd. 1 Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Autom. rapport > Aan op het configuratiescherm. 2 Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 4.
Functies voor gedeelde map gebruiken Met deze functie kan het geheugen van het apparaat als een gedeelde map worden gebruikt. Het voordeel van deze functie is dat u gemakkelijk gebruik kunt maken van de gedeelde map via het scherm van uw computer. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
Gebruik van geheugen-/harde schijffuncties U kunt deze functie gebruiken bij de modellen die over een massaopslagapparaat (HDD) of geheugen beschikken (zie "Verschillende functies" op pagina 10). Via het bedieningspaneel Als uw apparaat beschikt over een optioneel geheugen of een optionele harde schijf, dan kunt u deze functies gebruiken via de knop (Menu) > Systeeminst. > Taakbeheer.
5. Handige beheerprogramma's Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
Easy Capture Manager • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7). • Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7). Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken. 5.
Samsung AnyWeb Print • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7). • Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows- en Macintosh-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7). Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Easy Eco Driver • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7). • Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7). Met de Easy Eco Driver kunt u Eco-functies toepassen om papier en toner te besparen, voordat u met afdrukken begint.
SyncThru™ Web Service gebruiken • Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. • De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. • Alleen voor netwerkmodel (zie "Software" op pagina 7). 1 1 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 2 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login.
SyncThru™ Web Service gebruiken Het tabblad Information Het tabblad Security Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een foutenrapport. Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
SyncThru™ Web Service gebruiken 5 3 E-mailmelding instellen Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen. U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald persoon worden verzonden.
SyncThru™ Web Service gebruiken 4 Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de beheerder in. 5 Klik op Apply. 5.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7). • Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows- en Macintoshbesturingssystemen (zie "Software" op pagina 7). Open de map Programma's > de map Samsung > Samsung Easy Printer Manager.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken Printerinformat In dit kader staat algemene informatie over uw ie apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de printerstatus. Snelkoppeling en Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. 4 U kunt de Gebruikershandleiding online bekijken.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken 6 Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van het netwerk en de printers. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Apparaatinstellingen U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken • Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de toner. Taakaccountbeheer Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden op op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™ of de CounThru™ administratiesoftware. 5.
Samsung-printerstatus gebruiken Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Picto gram • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. betekent Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen fouten of waarschuwingen.
Samsung-printerstatus gebruiken 2 3 Optie U kunt instellingen voor waarschuwingen gerelateerd aan afdruktaken opgeven. Artikelen bestellen U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. User’s Guide U kunt de Gebruikershandleiding online bekijken. Deze knop verandert in Troubleshooting Guide als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 4 5 Sluiten Sluit het venster. 5.
Smart Panel gebruiken Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen. U kunt Smart Panel downloaden van de website van Samsung (zie "Smart Panel installeren" op pagina 139). Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram ( ) in het berichtenkader.
Smart Panel gebruiken Printer Setting 4 U kunt diverse apparaatinstellingen configureren in het venster Hulpprogramma Printerinstellingen. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Als u uw apparaat op een netwerk aansluit, verschijnt het venster SyncThru™ Web Service in plaats van Hulpprogramma Printerinstellingen. 9 Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Klik in Linux met de rechtermuisknop op het pictogram Smart Panel en selecteer Configure smart panel.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken (zie "Installatie voor Linux" op pagina 139). Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst.
De Linux Unified Driver Configurator Het tabblad Printers Klik op de knop Help of schermhulp. 3 in het venster om gebruik te maken van de Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten. Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. 11 Printerconfiguratie Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en Classes.
De Linux Unified Driver Configurator De bedieningsknoppen van de printer zijn: • Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten. • Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe. • Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat. • Set as Default: hiermee stelt u het geselecteerde apparaat in als standaardapparaat. • Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
De Linux Unified Driver Configurator • Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse. 1 Schakelt naar Ports configuration. 2 Alle beschikbare poorten. 3 Hiermee geeft u het poorttype, het op de poort aangesloten apparaat en de status weer. 12 Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer Toestand Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. • Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. • Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. • In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk.
Problemen met de voeding en het netsnoer Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing • Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Power) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop. • Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan. 6.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Het apparaat krijgt geen stroom. Voorgestelde oplossing Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een knop (Power) op het bedieningspaneel heeft, drukt u hierop. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep is niet gesloten. Sluit de klep. • Er is een papierstoring opgetreden.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd. Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn. Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft.
Afdrukproblemen Toestand De helft van de pagina is blanco. Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet volledig. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 58). Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 59).
Afdrukproblemen Toestand Er worden blanco pagina’s afgedrukt. Mogelijke oorzaak De tonercassette is leeg of beschadigd. Voorgestelde oplossing Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette. • Zie "Toner herverdelen" op pagina 76. • Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord).
Afdrukproblemen Toestand Het afgedrukte papier krult op. Mogelijke oorzaak De instelling voor de papiersoort klopt niet. Voorgestelde oplossing Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 58). 6.
Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Lichte of vage afdrukken Voorgestelde oplossing • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77). • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c Onregelmatigheden A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 81). • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77). Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude tonercassette door een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77). • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s. Voorgestelde oplossing De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 58). • Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77). • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77). Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld.
Problemen met kopiëren Toestand Kopieën zijn te licht of te donker. Voorgestelde oplossing Pas de tonersterkte in de kopieerfunctie aan om de achtergrond van kopieën lichter of donkerder te maken (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 62). Als de afwijking na het stelt u de volgende instelling in Kopieerfunctie > Achtergrond wijzigen > Auto. (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). schoonmaken van het apparaat nog altijd verschijnt Er verschijnen vegen, strepen, vlekken of stippen op kopieën.
Problemen met kopiëren Toestand De tonercassette gaat minder lang mee dan verwacht. Voorgestelde oplossing • Uw originelen bevatten mogelijk afbeeldingen, opgevulde vlakken of dikke lijnen. Uw originelen zijn bijvoorbeeld formulieren, nieuwsbrieven, boeken of andere documenten die meer toner verbruiken. • Het deksel van de scanner is mogelijk opengelaten tijdens het kopiëren. • Schakel het apparaat uit en weer in. 6.
Problemen met scannen Toestand De scanner doet het niet. Voorgestelde oplossing • Zorg ervoor dat u het te scannen origineel op de glasplaat plaatst met de bedrukte zijde naar onder en in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven (zie "Originelen plaatsen" op pagina 54). • Er is mogelijk niet voldoende geheugen beschikbaar voor het document dat u wilt scannen. Ga na of de prescanfunctie werkt. Probeer een lagere scanresolutie.
Problemen met scannen Toestand Voorgestelde oplossing Het volgende bericht verschijnt op het computerscherm: • Er wordt mogelijk een kopieer- of afdruktaak uitgevoerd. Probeer uw taak opnieuw uit te voeren nadat de voorgaande taak is voltooid. • Apparaat kan niet in de gewenste H/W-modus staan. • De kabel van uw apparaat is wellicht niet goed aangesloten of het apparaat is niet ingeschakeld. • Poort wordt gebruikt door een ander programma. • De geselecteerde poort is momenteel in gebruik.
Problemen met faxen Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat werkt niet, het display blijft leeg of de toetsen reageren niet. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek deze er weer in. Geen kiestoon. • Controleer of het telefoonsnoer op de juiste wijze is aangesloten (zie "Achterkant" op pagina 24). • Controleer of er stroom staat op het stopcontact. • Controleer of de stroom aan staat.
Problemen met faxen Toestand Een ontvangen faxbericht is gedeeltelijk blanco of is van slechte kwaliteit. Voorgestelde oplossing • Er is mogelijk een probleem met het faxapparaat van de verzender. • Een slechte telefoonlijn kan verbindingsproblemen veroorzaken. • Controleer het apparaat door een kopie te maken. • De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 77).
Problemen met het besturingssysteem 1 Algemene Windows-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OEuitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt.
Problemen met het besturingssysteem 2 Algemene Macintosh-problemen Toestand Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Voorgestelde oplossing Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Problemen met het besturingssysteem 3 Algemene Linux-problemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Voorgestelde oplossing • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. • Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Problemen met het besturingssysteem Toestand Voorgestelde oplossing Ik kan niet scannen via mijn Gimp front-end. Controleer of u in Gimp Front-end het venster Xsane:Device dialog. kunt openen via het menu Acquire. Als dat niet het geval is, moet u de Xsane-plug-in voor Gimp installeren op de computer. U vindt de Xsane-plug-in voor Gimp op de cd van uw Linux-distributie of op de homepage van Gimp.
Problemen met het besturingssysteem Toestand Het apparaat scant niet. Voorgestelde oplossing • Zorg ervoor dat het document in het apparaat is geladen en dat uw apparaat met de computer is verbonden. • Mogelijk treedt er een I/O-fout op tijdens het scannen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
Problemen met het besturingssysteem Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De optionele lade is niet geselecteerd in het stuurprogramma Het printerstuurprogramma is niet geconfigureerd om de optionele lade te herkennen. Open de eigenschappen van het PostScript-stuurprogramma, selecteer het tabblad Apparaatopties en stel de ladeoptie in. Als u op een Macintoshcomputer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center Web Site ALBANIA 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 BAHRAIN 8000-4726 BELARUS 810-800-500-55-500 02-201-24-18 BELGIUM BOSNIA BRAZIL www.samsung.com www.samsung.com www.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region GERMANY Customer Care Center 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) Web Site www.samsung.com GEORGIA 8-800-555-555 www.samsung.com GREECE IT and Mobile : 80111SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/ from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100 GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com (852) 3698-4698 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site NIGERIA 080-SAMSUNG(726-7864) www.samsung.com NETHERLANDS 0900-SAMSUNG (09007267864) (€ 0,10/min) www.samsung.com NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) www.samsung.com NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com NORWAY 815-56 480 www.samsung.com Country/Region Customer Care Center Web Site www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region THAILAND Customer Care Center 1800-29-3232 Web Site www.samsung.com 02-689-3232 TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com TURKEY 444 77 11 www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.K 0330 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 0-800-502-000 www.samsung.com/ ua UKRAINE www.samsung.com/ ua_ru UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.
Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). 802.11b/g/n 802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps, 802.
Verklarende woordenlijst BOOTP Configuratiescherm Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IPadres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
Verklarende woordenlijst Standaard DNS De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd. DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. DHCP Matrixprinter Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol.
Verklarende woordenlijst Dubbelzijdig Emulatie Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus. Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander.
Verklarende woordenlijst FDI Grijswaarden Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat. Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven.
Verklarende woordenlijst IEEE 1284 IPP De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer). IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort.
Verklarende woordenlijst ITU-T LDAP De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITUT duidt op telecommunicatie.
Verklarende woordenlijst MH NetWare MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren.
Verklarende woordenlijst OSI PostScript OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst Protocol SMB Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling. PS Zie PostScript.
Verklarende woordenlijst TCP/IP Tonercassette TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien. Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier.
Verklarende woordenlijst URL WEP URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt. WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen.
Verklarende woordenlijst WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
Index A aangepaste instellingen achterkant 217 24 adresboek Linux 241 Macintosh 239 meerdere paginas afdrukken op één vel papier Macintosh 240 algemene instelling 214 speciale afdrukfuncties 230 bewerken 224 UNIX 243 groep bewerken 225 groep vastleggen 225 het papierformaat instellen 53 registreren 224 het papiertype instellen 53 werken met 224 uitvoersteun gebruiken 109 adresboekinstellingen 224 voorbedrukt papier afdrukfunctie 228 afdrukken 52 afdrukmedia 49 etiketten
Index PIN 165 afdrukken 180 automatisch ontvangen in antwoordapparaatmodus 266 automatisch opnieuw kiezen 258 de ontvangstmodus wijzigen 265 Documenten toevoegen aan een gereserveerde fax 261 Een fax in de computer verzenden 259 draadloos netwerk netwerkkabel E E 220 ecoafdruk 60 een document afdrukken Linux 241 Macintosh 239 UNIX 243 email algemene instelling emailadres 213 220 opslaan 220 zoeken 221 emulatie algemene instelling emulatieinstellingen 213 213 F fax algemene
Index het programma SetIP hulpprogramma Direct afdrukken 238 I besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 138 papier in de handmatige invoermultifunctionele lade plaatsen 46 145, 180 papierformaat en type instellen 53 installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 152 LCDdisplay id kopiëren 64 informatie over de statusLED 98 informatie over wettelijke voorschriften de status van het apparaat controleren 189, 195, 196, 201, 207 Linux 11
Index het programma SetIP 145, 146, 147, 180 installatie van draadloos netwerk 161 installatieomgeving 115 instelling bekabeld netwerk 145 verwijderen 235 afdrukproblemen 296 P problemen met betrekking tot netvoeding 295 papierstoring problemen met de afdrukkwaliteit 301 introductie van netwerkprogrammas 143 origineel document verwijderen 89 problemen met faxen 313 IPv6configuratie papier verwijderen 93 problemen met kopiëren 309 problemen met papierinvoer 294 problemen met scanne
Index Scannen afdrukmateriaal Scannen met Samsung Scanassistent 252 standaardinstellingen Scannen met SmarThru 4 status 252 scannen algemene instelling 200 basisinformatie 246 Scannen in Linux 255 Scannen in Macintosh 254 Scannen met het WIAstuurprogramma 251 Scannen met SmarThru Office 253 Scannen naar een FTPSMBserver 249 Scannen naar email 248 instellingen voor lade Unix SyncThru Web Service algemene informatie scannen in Linux 255 53 besturingsbestand opnieuw installeren 138, 14
Index verwijderen 234 Windows installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 148 SetIP gebruiken 145, 180 stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 30, 31 systeemvereisten 112 veelvoorkomende problemen onder Windows 315 Index 343