Operation Manual

Draadloos netwerk instellen
177
2. Een netwerkapparaat gebruiken
14
Het venster bevat de instellingen voor het draadloze netwerk en
controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op Next.
Voor de methode DHCP
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is,
controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld. Indien
Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP wijzigen om de
toewijzingsmethode in DHCP te wijzigen.
Voor de methode Statisch
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres Statisch is,
controleert u of Statisch in het venster wordt vermeld. Als DHCP
wordt vermeld, klikt u op de knop TCP/IP wijzigen om het IP-
adres en andere netwerkinstellingen van de printer in te voeren.
Voordat u het IP-adres van de printer invoert, moet u de
netwerkinstellingen van de computer weten. Als de computer is
ingesteld op DHCP, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voor het statische IP-adres.
Voorbeeld:
Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn:
- IP-adres: 169.254.133.42
- Subnetmasker: 255.255.0.0
Dan zijn de netwerkgegevens van de printer als volgt:
- IP-adres: 169.254.133.43
- Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van
de computer).
- Gateway: 169.254.133.1
15
Er wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt volgens de
netwerkconfiguratie.
16
Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u
de USB-kabel tussen de computer en de printer los.
17
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten of Herstart.
Ad-hoc via USB-kabel
Als u geen toegangspunt hebt, kunt u de printer alsnog draadloos
verbinden met uw computer door een draadloos ad-hocnetwerk in te
stellen. Volg hiervoor de volgende eenvoudige stappen.
Wat u nodig hebt
Netwerkcomputer
Cd met software die bij uw apparaat is geleverd
Het apparaat met een daarop geïnstalleerd draadloos-netwerkinterface
•USB-kabel.