Operation Manual

Draadloos netwerk instellen
176
2. Een netwerkapparaat gebruiken
11
Selecteer Instelling van draadloos netwerk.
12
De software zoekt het draadloos netwerk.
Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden, controleert u of de
USB-kabel tussen de computer en de printer goed is aangesloten en
volgt u de instructies in het venster.
13
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u gebruikt en
klik op Next.
Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op
Geavanceerde instelling.
Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
gewenste toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
Werkingsmodus: selecteer Infrastruct..
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van een vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES, TKIP, AES.)
Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in.
Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde van de
netwerkcodering.
WEP-sleutelindex:: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex:.
Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster
voor het draadloos netwerk.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk verschijnt. Het
venster kan verschillen naargelang de beveiligingsmodus: WEP of
WPA.
WEP
Selecteer Open syst. of Ged. Sleutel voor de verificatie en typ de
WEP-beveiligingssleutel. Klik op Next.
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen tot uw
draadloze netwerk. Via WEP wordt het gegevensgedeelte van elk
pakket dat via een draadloos netwerk wordt verzonden met een 64-
bits of 128-bits WEP-coderingssleutel gecodeerd.
WPA
Voer de gedeelde WPA-sleutel in en klik op Next.
WPA machtigt en identificeert gebruikers op basis van een geheime
sleutel die op gezette tijden automatisch wordt gewijzigd. Bij WPA
worden tevens TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) en AES
(Advanced Encryption Standard) voor gegevenscodering gebruikt.