User manual

Standaard afdrukinstellingen
18
Geavanceerde opties
Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op
Geavanceerde
opties
.
TrueType-opties
:
deze optie bepaalt wat het stuurprogramma de printer
doorgeeft over het afbeelden van de tekst in uw document. Pas deze
opties eventueel aan uw document aan.
-
Downloaden als contour
: als deze optie is geselecteerd, downloadt
het stuurprogramma de TrueType-lettertypen die in uw document
voorkomen maar nog niet in uw printer zijn opgeslagen. Als u
constateert dat de lettertypen niet juist zijn afgedrukt, kiest u
Downloaden als bitmapafbeelding en drukt u het document nogmaals
af. De instelling Downloaden als bitmapafbeelding is vaak handig als u
afdrukt vanuit Adobe.
Deze functie is alleen beschikbaar als u het
PCL-printerstuurprogramma gebruikt.
-
Downloaden als bitmap
: als deze optie is geselecteerd, downloadt
het stuurprogramma de lettertypegegevens als bitmapafbeeldingen.
Documenten met complexe lettertypen (bijv. Koreaanse of Chinese
lettertypen) of verschillende soorten lettertypen worden met deze
instelling sneller afgedrukt.
-
Grafisch afdrukken
:
als deze optie is geselecteerd, downloadt
het stuurprogramma alle lettertypen als afbeeldingen. Zo verhoogt
u mogelijk de afdruksnelheid bij documenten met veel afbeeldingen
en betrekkelijk weinig TrueType-lettertypes.
Alle tekst zwart afdrukken
:
als
Alle tekst zwart afdrukken
is geselecteerd, wordt alle tekst in uw document zwart afgedrukt,
ongeacht de kleur waarin de tekst op het scherm wordt weergegeven.
Tabblad Extra
Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14 voor meer informatie
over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad
Extra
om toegang te krijgen tot de volgende functies:
Watermerk
U kunt een afbeelding maken die als achtergrondtekst op elke pagina
in het document wordt afgedrukt.
Voor meer informatie, zie
“Watermerk
afdrukken” op pagina 23.
Overlay
Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier
of formulieren.
Voor meer informatie, zie
“Overlay afdrukken” op pagina 24.
Uitvoeropties
Afdruksubset
: u kunt instellen in welke volgorde de pagina's moeten
worden afgedrukt. Selecteer de afdrukvolgorde in de vervolgkeuzelijst.
-
Normaal (1, 2, 3)
: de printer drukt alle pagina's af van de eerste tot de
laatste pagina.
-
Alle pagina’s omkeren (3,2,1)
: de printer drukt alle pagina's af van
de laatste tot de eerste pagina.
-
Oneven pagina’s afdrukken
: de printer drukt alleen de pagina's
van het document met een oneven bladnummer af.
-
Even pagina’s afdrukken
: de printer drukt alleen de pagina's
van het document met een even bladnummer af.
Nietpositie
: Met deze optie kunt u de afgedrukte documenten nieten.
Verschuiving
: Als u de afdrukken op dezelfde wijze als het origineel wilt
sorteren, verschuift de printer elk afgedrukte setje ten opzichte van het
vorige setje.
Meer opties
Informatiepagina
: Selecteer deze optie als u een voorblad met de
printernaam, de id van de netwerkgebruiker en de taaknaam wilt
afdrukken voordat het document wordt afgedrukt. Als verschillende
gebruikers afdruktaken naar de printer sturen, kunt u uw eigen afdruk
met deze optie makkelijk terugvinden in de uitvoerlade.