User manual

Scannen_51
Bericht: Voer de tekst in die wordt gebruikt als inhoud van het
e-mailbericht. De maximale bestandsgrootte van het e-mailbericht
is 1 KB.
6. Stel de scankwaliteit in met Dubbelzijdig en Resolutie.
Dubbelzijdig: Hiermee stelt u de scanner in op enkelzijdige of
dubbelzijdige originelen.
Resolutie: Hiermee stelt u de scanresolutie in door op de pijl naar
links en naar rechts te drukken.
7. Druk op de knop Start om het bestand te scannen en te verzenden.
E-mailadressen opslaan
Er bestaan twee soorten e-mailadressen: Lokaal in het geheugen van het
apparaat en Globaal op de LDAP-server. Deze verschillen afhankelijk van
de plaats waar ze zijn opgeslagen. Lokaal betekent dat de e-mailadressen
worden opgeslagen in het geheugen van het apparaat en Globaal betekent
dat de e-mailadressen worden opgeslagen op een bepaalde (LDAP-)
server.
Via SyncThru Web Service kunt u eenvoudig e-mailadressen invoeren en
importeren uit uw computer.
Individueel
1. Zet de computer aan die is aangesloten op het netwerk en open een
webbrowser.
2. Typ het IP-adres van het apparaat op de adresregel van de browser.
3. Klik op Ga naar om toegang te verkrijgen tot de SyncThru Web
Service.
4. Klik op Machine Settings > E-mail Setup > Individual Address
Book. Aan de rechterkant van het scherm wordt Individual
Address Book weergegeven.
5. Klik op Add.
6. Wanneer het scherm Add E-Mail verschijnt, selecteert u een waarde
voor Index en voert u User Name en E-mail Address in.
7. Klik op Apply.
8. Controleer of de e-mailberichten op de juiste wijze zijn opgeslagen
en worden weergegeven op uw apparaat door op het tabblad
Lokaal > Individueel te drukken.
Groep
1. Open de SyncThru Web Service vanaf de computer.
2. Zorg dat u Individual Address Book hebt geconfigureerd.
3. Klik op Machine Settings > E-mail Setup > Group Address Book.
Aan de rechterkant van het scherm wordt Group Address Book
weergegeven.
4. Klik op Add.
5. Selecteer de waarde voor Group en voer Group Name in.
6. Selecteer e-mailadressen door de selectievakjes in te schakelen.
7. Klik op Apply.
8. Controleer of de e-mailberichten op de juiste wijze zijn opgeslagen
en worden weergegeven op uw apparaat door op Groep te drukken.
Globaal
E-mailadressen die in Globaal zijn opgeslagen op uw apparaat, worden
verwerkt door de LDAP-server.
1. Zet de computer aan die is aangesloten op het netwerk en open een
webbrowser.
2. Typ het IP-adres van het apparaat op de adresregel van de browser.
3. Klik op Ga naar om toegang te verkrijgen tot de SyncThru Web
Service.
4. Klik op Machine Settings > LDAP Server Setup. Aan de
rechterkant wordt het scherm voor de LDAP-server weergegeven.
5. Voer waarden in voor IP Address or Host Name of Host Name en
LDAP server en Port.
6. Voer optionele gegevens in.
7. Klik op Apply.
E-mailadressen invoeren met het adresboek
Wanneer u veelgebruikte e-mailadressen hebt opgeslagen in het
adresboek, kunt u eenvoudig e-mailadressen invoeren.
1. Druk op Lokaal of Globaal op het tabblad Basis van Scan nr e-mail.
Het zoekvenster wordt weergegeven.
2. Druk op de toets voor de eerste letter van het adres dat u zoekt. U kunt
ook op Zoeken drukken om zoekcriteria op te geven.
Wanneer de zoekopdracht is voltooid, worden de zoekresultaten
weergegeven op het scherm.
3. Druk op Van, voer uw e-mailadres in en druk op OK.
4. Selecteer het adres dat u wilt verplaatsen naar het rechterdeelvenster
en druk op Aan, CC of BCC in het linkerdeelvenster.
5. Druk op Toep. Selecteer zoveel adressen als u wilt.
6. Druk op OK.
Als u eerder ingevoerde inhoud wilt verwijderen, drukt u op Alles
verwijd.
U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden wanneer er
een e-mailbericht wordt verzonden.
De LDAP-beheerder moet de e-mailadresgegevens opslaan. De
opslagmethode verschilt afhankelijk van de server en het
besturingssysteem.