User manual

Faxen (Optioneel)_63
Handmatig faxen ontvangen via een intern
telefoontoestel
Deze functie werkt het beste wanneer u een telefoontoestel gebruikt dat
aangesloten is op de EXT-uitgang aan de achterkant van het apparaat.
U kunt een fax ontvangen van iemand met wie u in gesprek bent op het
telefoontoestel zonder dat u naar het faxapparaat hoeft te gaan.
Wanneer u een oproep ontvangt op een intern telefoontoestel en u hoort
faxtonen, drukt u op de toetsen 9 op het intern telefoontoestel. Het
apparaat ontvangt de fax.
Druk de toetsen langzaam na elkaar in. Als u de faxtoon van het andere
faxapparaat nog steeds hoort, drukt u nogmaals op 9 .
Om 9 te wijzigen in bijvoorbeeld 3 , dient u volgende stappen te
volgen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Beheerinstelling. Wanneer het aanmeldingsbericht
verschijnt, voert u het wachtwoord in en drukt u op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.)
3. Druk op het tabblad Instelling > Fax instellen > Startcode voor
ontvangst.
4. Selecteer Aan.
5. Druk op de pijl naar links en naar rechts op het cijfer 9 weer te geven.
6. Druk op OK.
Ontvangen in veilige ontvangstmodus
Mogelijk wilt u niet dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid binnenkomen
door anderen worden bekeken. U kunt in dat geval de veilige
ontvangstmodus inschakelen om te voorkomen dat ontvangen faxen tijdens
uw afwezigheid worden afgedrukt. In de veilige ontvangstmodus worden
alle inkomende faxen in het geheugen opgeslagen.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Beheerinstelling. Wanneer het aanmeldingsbericht
verschijnt, voert u het wachtwoord in en drukt u op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 28.)
3. Druk op het tabblad Instelling > Fax instellen > Veilig ontvangen.
4. Selecteer Aan.
5. Voer een viercijferig wachtwoord in met behulp van het numerieke
toetsenblok op het bedieningspaneel.
Faxen ontvangen in het geheugen
Aangezien het apparaat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kan het
faxen ontvangen terwijl u kopieert of afdrukt. Wanneer u een fax ontvangt
tijdens kopiëren of afdrukken, slaat het apparaat de inkomende fax op in het
geheugen. Zodra u klaar bent met kopiëren of afdrukken, wordt de fax
automatisch afgedrukt.
De documentinstellingen aanpassen
Voordat u een fax verzendt, kunt u de documentinstellingen aanpassen,
zoals de resolutie, tonerdichtheid, kleuren en duplexfunctie. Zie de uitleg
voor deze sectie.
Dubbelzijdig
Deze functie is speciaal bedoeld voor dubbelzijdige originelen. U kunt
instellen of er een enkelzijdige of dubbelzijdige fax wordt verzonden.
Voor deze functie moeten de originelen in de DADI worden geplaatst.
Druk op het tabblad Fax > Basis > Dubbelzijdig. Gebruik de pijl naar links
en naar rechts om de waarde te wijzigen.
1-zijdig: Instelling voor enkelzijdige originelen.
2-zijdig: Instelling voor dubbelzijdige originelen.
Resolutie
Het wijzigen van de resolutie-instellingen heeft gevolgen voor de
vormgeving van het ontvangen document.
Druk op het tabblad Fax > Basis > Resolutie. Gebruik de pijl naar links en
naar rechts om de waarden te wijzigen.
Standaard: Deze instelling wordt doorgaans aanbevolen voor
originelen met tekst. Met deze optie vermindert u de verzendtijd.
Fijn: Deze instelling wordt aanbevolen voor originelen met kleine
tekens, dunne lijnen of tekst die met een matrixprinter is afgedrukt.
Superfijn: Deze instelling wordt aanbevolen voor originelen met
bijzonder fijne details. Deze optie wordt alleen ingeschakeld als het
ontvangende apparaat ook ondersteuning biedt voor de resolutie
Superfijn.
Type origineel
U kunt het documenttype van het origineel instellen om de kwaliteit te
verbeteren van het document dat wordt gescand.
Druk op het tabblad Fax > Afbeelding > Type origineel. Selecteer de
gewenste optie op het scherm en druk op OK.
Tekst: Instelling voor originelen met tekst of lijntekeningen.
Tekst/Foto: Instelling voor originelen met tekst en foto’s.
Foto: Instelling voor foto’s met continue tinten.
Als u de functie Veilig ontvangen wilt uitschakelen, drukt u op Uit.
Hierna wordt de ontvangen fax afgedrukt.
De documentinstellingen die u hiermee opgeeft, hebben alleen
betrekking op de huidige taak. Als u de standaardinstellingen voor
documenten wilt wijzigen, gaat u naar het tabblad Beheerinstelling >
Algemeen >
Standaardinstellingen
. (Zie "Algemene instellingen" op
pagina 75.)
Als u verzendt vanuit het geheugen is de modus Superfijn niet
beschikbaar. De resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in
Fijn.