User manual

De status van het apparaat en geavanceerde instellingen_74
De status van het apparaat
en geavanceerde instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde instellingen opgeeft.
Lees dit hoofdstuk aandachtig door zodat u de verschillende functies van het apparaat optimaal kunt gebruiken.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Machine Setup
De status van het apparaat controleren
Algemene instellingen
Kopieerinstellingen
Fax instellen
Netwerkinstallatie
Verificatie
Optionele service
Een rapport afdrukken
Machine Setup
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Selecteer de optie.
Apparaatstatus: Hiermee geeft u de huidige status van het
apparaat weer.
Beheerinstelling
: Hiermee kan een beheerder het apparaat instellen.
Wanneer u op Beheerinstelling drukt, verschijnt het
aanmeldingsbericht. Voer het wachtwoord in en druk op OK.
(De fabrieksinstelling is 1111.)
Ladebeheer: Geeft de geïnstalleerde laden en hun status weer. U
kunt ook de papierinstellingen voor elke lade wijzigen.
Rapport Gebruikspagina’s: U kunt een rapport afdrukken over het
aantal afdrukken op basis van het papierformaat en de papiersoort.
Het scherm Apparaatstatus
Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel en druk op
Apparaatstatus.
Het tabblad Levensduur art.: Hier wordt weergegeven hoeveel er
van de verbruiksartikelen over is of hoeveel er is gebruikt. Druk op
de pijl omlaag en omhoog om naar een volgend of vorig scherm te
gaan.
Het tabblad Apparaatinfo: Hier vindt u gedetailleerde informatie
over het apparaat en bepaalde opties voor het valideren van het
apparaat. (Zie "De status van het apparaat controleren" op
pagina 75.)
Terug: Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm.