User manual

49
Bewaar de telefoon niet in een extreem warme
ruimte. Door de hoge temperatuur gaan
elektronische apparaten minder lang mee, kunnen
batterijen beschadigd raken en kan het plastic
kromtrekken of smelten.
Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich
condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegen aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat,
kunnen de interne onderdelen beschadigd raken.
Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Veeg de telefoon af
met een zachte doek.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.
Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, fornuis of radiator. De
telefoon kan oververhit raken en ontploffen.
Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat waterschade
aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie
van de telefoon niet meer onder de garantie van de
fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet
verstreken.
Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon
niet vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan
oogbeschadigingen opleveren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes of aangepaste accessoires kunnen de
telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon
niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen
omtrent radioapparatuur.
Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum.
Daar zal men u van advies dienen en indien nodig
voor reparatie zorgen.