User manual

Telefoneren
28
De telefoon snel in de Stille modus
zetten
De Stille modus is handig wanneer u niet wilt dat de
telefoon overgaat, bijvoorbeeld tijdens een concert
of een kerkdienst.
Houd de toets
in de standby-stand ingedrukt, tot
de melding “Stille modus AAN” en het pictogram
voor Trillen ( ) in het display verschijnen.
Als u de telefoon in de Stille modus zet, worden de
telefooninstellingen als volgt gewijzigd:
Om de Stille modus af te sluiten en terug te gaan
naar de vorige instellingen, houdt u de toets
weer ingedrukt, totdat “Stille modus UIT” verschijnt.
Het pictogram voor Trillen ( ) is nu niet langer
zichtbaar.
Opmerkingen
:
Als u de telefoon uitzet, wordt de Stille modus
automatisch uitgeschakeld.
Als u de Stille modus activeert, wordt het geluid
van de sluiter van de camera niet uitgeschakeld.
Optie Nieuwe instelling
Type belsignaal (
Menu 5.3
)Trillen
Toetstoon (
Menu 5.4
)Uit
Berichttoon (
Menu 5.5
)Trillen
Kleptoon (
Menu 5.6
)Uit
Toon bij in-/uitschakelen Uit
Andere tonen (
Menu 5.8
)UIT
29
Functies en opties
selecteren
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen
voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen
via menu’s en submenu's benaderen met behulp
van de twee functietoetsen en . In ieder menu
en submenu kunt u de instellingen van een
bepaalde functie bekijken en wijzigen.
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de
plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt.
Op de onderste regel van het display, direct boven
de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij
op dat moment heeft.
Voorbeeld
:
Menu Namen
NETWERK
07:30PM
WO 06 MRT
Druk op de linker
functietoets om
naar de menu’s te
gaan.
Druk op de rechter
functietoets om
naar de telefoonlijst
te gaan.