User manual
Telefoonopties
114
FDN-modus 
(Menu 6.6.7)
Met de FDN (Fixed Dial Number)-modus kunt u uw 
uitgaande oproepen beperken tot bepaalde 
telefoonnummers. Deze functie is alleen beschikbaar 
wanneer deze door uw SIM-kaart wordt 
ondersteund.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten
: u kunt ieder nummer bellen.
Aanzetten
: u kunt alleen de nummers bellen die in 
de telefoonlijst zijn opgeslagen. Voor andere 
nummers moet u eerst uw PIN2-code intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over 
PIN2. Als uw SIM-kaart daar niet over 
beschikt, is deze functie niet 
beschikbaar.
PIN2 wijzigen 
(Menu 6.6.8)
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen. U 
moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u een 
nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u 
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over 
PIN2. Als uw SIM-kaart daar niet over 
beschikt, is deze functie niet 
beschikbaar.
Telefoonopties
115
Overige instellingen 
(Menu 6.7)
U kunt de functies voor automatische 
nummerherhaling en opnemen in- en uitschakelen. 
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Nummer herhalen
: als deze functie is 
ingeschakeld, doet de telefoon maximaal 
10 pogingen een nummer te bellen wanneer de 
oproep niet beantwoord wordt of het nummer in 
gesprek is.
Opmerking
: De tijdsduur tussen twee pogingen kan 
variëren. 
Met elke toets opnemen
: als deze functie is 
ingeschakeld, kunt u een oproep aannemen door op 
een willekeurige toets te drukken, met uitzondering 
van de toets   en de functietoets 
Weiger
. U 
kunt de oproep weigeren door op de toets   of 
de functietoets 
Weiger
 te drukken. 
Als deze optie niet geselecteerd is, kunt u een 
oproep alleen aannemen door op de toets   of de 
functietoets 
Opnemen
 te drukken.
Klep actief
: als deze functie is ingeschakeld, kunt 
u een oproep aannemen door de klep omhoog te 
schuiven.
Als deze functie niet is ingeschakeld, moet u op een 
toets drukken om de oproep te beantwoorden, 
afhankelijk van de gekozen instelling bij 
Met elke 
toets opnemen
.
Om een functie... Drukt u op…
in te schakelen de functietoets 
AAN
.
Voor de betreffende optie 
wordt een vinkje geplaatst.
uit te schakelen de functietoets 
UIT
.
Het vinkje is niet langer 
zichtbaar.










