User manual
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
160
Telefoneren in geval van nood
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, 
mobiele en vaste netwerken en voorge-
programmeerde functies, waarbij er geen garantie 
is dat er onder alle omstandigheden verbinding 
mogelijk is. Vertrouw daarom voor noodsituaties 
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit 
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw 
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met 
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor 
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is 
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken 
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de 
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw 
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uit staat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander 
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen 
per land verschillen.
3. Druk op de toets  .
Als u bepaalde functies aan heeft staan 
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.) 
moet u deze functies misschien eerst uitzetten 
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg 
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact 
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken 
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door 
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat 
moment misschien het enige beschikbare 
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas 
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen. 
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
161
Overige belangrijke 
veiligheidsinformatie
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon 
repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste 
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en 
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon 
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur 
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, 
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal 
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of 
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan 
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. 
Plaats boven en rondom het gedeelte waar de 
airbag terecht kan komen geen voorwerpen, dus 
ook geen vaste of draadloze apparaten. Bij een 
onjuiste installatie van apparatuur kan ernstig 
letsel ontstaan wanneer de airbag wordt 
opgeblazen.
• Zet uw mobiele telefoon aan boord van een 
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele 
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk 
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
• Bovendien kan het het mobiele netwerk 
verstoren. Bij het overtreden van deze 
voorschriften kan u het gebruik van mobiele 
diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk 
worden vervolgd.










