User manual

Table Of Contents
134
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving
de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de
netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren.
Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IP-
adres instellen.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
1
SyncThru™ Web Service
Met de in het netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het
volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
Apparaatinstellingen aanpassen.
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de
apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding
is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon
gestuurd.
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
2
SetIP instelling bekabeld netwerk
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en
handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina
135.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)" op pagina 136.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 137.
Wanneer het apparaat de netwerkpoort niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 19).
TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.