User manual
Table Of Contents
- BASIS
- 1. Inleiding
- 2. Menuoverzicht en basisinstellingen
- 3. Onderhoud
- Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
- Beschikbare verbruiksartikelen
- Beschikbare accessoires
- Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
- De tonercassette bewaren
- Toner herverdelen
- De tonercassette vervangen
- Accessoires installeren
- De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
- De toner instellen
- Het apparaat reinigen
- Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
- 4. Problemen oplossen
- 5. Bijlage
- GEAVANCEERD
- Contact SAMSUNG worldwide
- Verklarende woordenlijst
- Index
- A
- accessoires
- afdrukfunctie 200
- afdrukken
- afdrukken naar een bestand 201
- de standaardafdrukinstellingen wijzigen 200
- dubbelzijdig afdrukken
- een document afdrukken
- het hulpprogramma Direct afdrukken gebruiken 210
- instellen als standaardapparaat 200
- Linux 213
- Mac 211
- meerdere paginas afdrukken op één vel papier
- mobiel besturingssysteem 171
- mobileprint 171
- speciale afdrukfuncties 202
- UNIX 214
- afdrukken via samsung cloud print 176
- afdrukmedia
- AirPrint 172, 174
- algemene pictogrammen 10
- AnyWeb Print 220
- apparaatopties 67
- apparaatoverzicht
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- L
- lade
- layout 184
- Linux
- afdrukken 213
- algemene Linuxproblemen 257
- besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 132
- installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 142
- printereigenschappen 214
- SetIP gebruiken 137
- stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 131
- systeemvereisten 110
- M
- Mac
- afdrukken 211
- besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 130
- installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 142
- SetIP gebruiken 136
- stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 129
- systeemvereisten 110
- veelvoorkomende problemen op de Maccomputer 256
- meerdere pagina's op één vel afdrukken nup
- menu
- menuoverzicht 26, 183
- Mac
- N
- O
- P
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- A

Verklarende woordenlijst
277
Verklarende woordenlijst
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
PS
Zie PostScript.
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor
gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om
verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp
van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor
het beheer van de netwerktoegang.
Resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer
over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd
protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden
aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een client-
serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server.
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk
(WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken
dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn
hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om
te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het
hostadres.