User manual

38
Eenvoudig opnamen maken
FOTO’S NEMEN
Stel de gewenste resolutie en kwaliteit in voordat u gaat opnemen.
¬
pagina 53
Plaats een geheugenkaart.
¬
pagina 30
Open de lensbescherming met de schakelaar [Lens openen/
sluiten].
¬
pagina 15
Druk op de knop [Aan/Uit (
)] om de camcorder aan te zetten.
Selecteer de opnamemodus ( ) door op de [MODE]-
knop te drukken.
¬
pagina 26
1
Kies het onderwerp dat u wilt filmen.
Stem de hoek van het LCDpanaal af op uw opname.
Gebruik de [Zoom]-hendel of [Zoom]-knop om de grootte
van het onderwerp aan te passen.
¬
pagina 40
2
Pas het onderwerp in het midden
van het LCD-scherm.
3
Druk de knop [PHOTO] geheel in.
U hoort een sluitertoon.
(wanneer Shutter Sound
(Sluitertoon) is ingesteld op On (Aan)).
Wanneer u door wilt gaan met opnemen, dient u te
wachten tot de huidige foto volledig is opgeslagen op het
opslagmedium.
Tijdens het nemen van foto’s dient u de POWER-schakelaar niet in
te schakelen of de geheugenkaart niet te verwijderen omdat dit de
opslagmedia of de gegevens kan beschadigen.
Deze camcorder kent één gecombineerde opnamentand voor
het opnemen van video- en foto’s. U kunt dus eenvoudig
videobeelden en foto’s opnemen zonder dat u naar de
corresponderende opnamentand hoeft over te schakelen.
Het aantal te nemen foto’s is afhankelijk van de
opnameomstandigheden en de fotoresolutie.
¬
pagina 33
Geluid wordt niet opgenomen wanneer u foto’s neemt.
Zie pagina’s 16~18 voor weergave van informatie op het scherm.
De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast in de
menuopties. Aanpassingen van het LCD-scherm zijn niet van invloed
op de beelden die worden opgenomen.
¬
pagina 73
Zie pagina’s 51~65 voor de verschillende functies die beschikbaar
zijn tijdens het afspelen.
Fotobestanden voldoen aan de DCF-standaard (Design rule
for Camera File system), vastgelegd door op de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology Industries Association).