User manual

40
Eenvoudig opnamen maken
IN-/UITZOOMEN
Gebruik de zoomfunctie voor close-ups of groothoekopnamen. Met
deze camcorder kunt u opnemen met de 52x optische powerzoom,
de 65x Intelli-zoom en de 130x digitale zoom.
Inzoomen
Schuif de [Zoom]-hendel naar [T] (telefoto).
(Of druk op de knop voor [Besturing (Omhoog)] op het LCD-
scherm.)
Het verafgelegen onderwerp wordt geleidelijk groter en kan
worden opgenomen.
Uitzoomen
Schuif de [Zoom]-hendel naar [W] (groothoek).
(Of druk op de knop voor [Besturing (Omlaag)] op het LCD-
scherm.)
Het onderwerp beweegt verder weg.
Het uitzoombereik loopt tot de oorspronkelijke grootte van het
onderwerp.
W: Groothoek T: Telefoto
Verder inzoomen dan 65x wordt uitgevoerd in de digitale
beeldverwerking en heet daarom digitale zoom. Digitaal inzoomen
kan tot 130x.
¬
pagina 61
De minimale afstand tussen de camcorder en het onderwerp waarbij
u nog een scherp beeld hebt, is ongeveer 1 cm voor groothoek- en
1m voor telelensopnamen.
Bij de optische zoom blijft de beeldkwaliteit constant, maar bij de
digitale zoom kan de beeldkwaliteit achteruit gaan.
Snel zoomen of inzoomen op een onderwerp op grote afstand
kan langzaam scherpstellen veroorzaken. In dit geval gebruikt u de
Focus: Manual (Scherpstellen:Handmatig).
¬
pagina 57
Het wordt aanbevolen om Anti-Shake(HDIS) (Anti-tril(HDIS)) te
gebruiken bij een opname uit de hand bij het inzoomen en vergroten
van het onderwerp.
De batterij raakt sneller leeg wanneer u de flitser veelvuldig gebruikt.
Bij het zoomen tijdens het opnemen kunnen de geluiden van de
[Zoom]-hendel of de [Zoom]-knop worden opgenomen.
Bij gebruik van de zoomfunctie kan de snelheid worden verlaagd
door op de [Zoom (T/W)]-hendel langzaam te verplaatsen. Als de
zoomhendel snel wordt verplaatst, neemt de zoomsnelheid toe. Met
de knop [Zoom (T/W)] op het display kan de zoomsnelheid echter
niet worden aangepast.