SCX-812x Series CLX-92x1 Series CLX-9301 Series Multifunctionele printer Gebruikershandleiding mogelijkheden die tot de verbeelding spreken Bedankt voor uw aankoop van een Samsung-product.
Copyright © 2012 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • • • • • • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Inhoud COPYRIGHT 2 INHOUD 9 14 21 23 Veiligheidsinformatie Informatie over wettelijke voorschriften Informatie over deze gebruikershandleiding De functies van uw nieuw product INLEIDING 25 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 35 36 36 36 37 37 38 Apparaatoverzicht Voorkant 1 Voorkant 2 Achterkant Binnenkant (CLX-92x1 Series, CLX-9301 Series) Binnenkant (SCX-812x Series) Overzicht van het bedieningspaneel Aanraakinteractie Informatie over de status-LED Het apparaat aanzetten Zet het apparaat uit Een print
Inhoud KOPIËREN 51 51 51 52 52 52 53 53 53 53 54 55 55 56 56 56 57 58 61 62 62 63 63 64 64 65 65 65 65 Informatie over het scherm Kopiëren Het tabblad Basis Het tabblad Geavanceerd Het tabblad Afbeelding Normaal kopiëren Originelen met verschillende formaten kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De invoerlade selecteren Kopieën vergroten of verkleinen Meerdere zijden kopiëren De kleurmodus selecteren (alleen CLX-9201 9301 Series) De vorm van het gekopieerde resultaat bepalen De tonersterkte wijzigen
Inhoud SCANNEN 77 72 72 72 72 73 73 74 74 74 75 75 75 75 76 76 76 Faxen ontvangen in het geheugen De documentinstellingen aanpassen Het formaat van de originelen selecteren Faxen van beide zijden van originelen De richting van originelen selecteren De resolutie wijzigen Het type origineel selecteren De tonersterkte wijzigen Een rapport faxrapport Een programma-instelling gebruiken Programmas opslaan Programmas gebruiken Programmas beheren Documenten opslaan en laden Opslaan Laden 77 77 78 78 79 79 79 7
Inhoud 89 90 Instellingen voor taaktypen toevoegen Image Manager gebruiken SMARTHRU WORKFLOW GEBRUIKEN, GEDEELDE MAP EN OPGESLAGEN DOCUMENT 91 91 92 92 93 93 93 93 94 94 94 Over SmarThru Workflow Uitleg over het scherm van SmarThru Workflow Het scherm Workflow Het scherm Werkformulier maken Werkformulier uitvoeren Informatie over het scherm Gedeelde map Een gedeelde map maken De gedeelde map gebruiken Gebruikers registreren Informatie over het scherm Opgeslagen documenten Documenten opslaan in Opgeslage
Inhoud 111 111 111 112 112 112 112 114 114 115 115 115 115 116 116 116 De standaardafdrukinstellingen wijzigen Uw apparaat instellen als standaardprinter Afdrukken naar een bestand (PRN) Afdrukken vanaf een Mac Een document afdrukken Optionele apparaten of accessoires activeren Printerinstellingen wijzigen Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier Dubbelzijdig afdrukken Afdrukken in Linux Afdrukken vanuit een toepassing Bestanden afdrukken Printereigenschappen configureren Afdrukken
Inhoud 141 142 142 143 143 144 144 145 145 146 146 147 148 154 154 154 154 155 157 160 161 161 162 162 163 165 Papierstoring in lade 3, 4 Vastgelopen papier in multifunctionele lade Papierstoring binnen in het apparaat (Storing bij invoeren 1, 2) Papierstoring binnen in het apparaat (Storing bij invoeren 3, 4) Vastgelopen papier in het apparaat (detectie van vastgelopen papier) Vastgelopen papier in het apparaat (vastgelopen papier bij fixeeruitvoer) Papierstoring aan bovenkant duplexpad, (Storing bij reto
Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen.
Bedrijfsomgeving Waarschuwing Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is. ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort). ►Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren.
Bedieningswijze Opgepast Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. ►U kunt letsel oplopen. Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert. ►Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen veroorzaken. Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. ►Zij kunnen brandwonden oplopen.
Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal personen optillen. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. ►Kinderen kunnen letsel oplopen. U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken. ►Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden. Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen. ►Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat werd milieubewust ontworpen en gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
WAARSCHUWING OMTRENT PERCHLORAAT Deze waarschuwing voor perchloraat is alleen van toepassing op primaire CR (Mangaandioxide) lithiumbatterijen in producten die UITSLUITEND in Californië (VSA) worden verkocht of gedistribueerd. Perchloraat bevattend materiaal – vereist mogelijk speciale verwerking. see www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate. (alleen VS).
Radiofrequentiestraling FCC-normen (VS) Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: • dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken • en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse A digitale producten zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-regels.
Alleen voor Rusland Alleen Duitsland Alleen voor Turkije Faxidentificatie Volgens de Telephone Consumer Protection Act van 1991 is het wettelijk verboden om met een computer of een ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden tenzij ze voorzien zijn van een duidelijke strook aan de onderkant of bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina met de volgende gegevens: 1. verzenddatum en -tijd; 2. naam van het bedrijf, de bedrijfsafdeling of afzender; en 3.
REN-nummer (Ringer Equivalence Number) De aansluitfactor en het FCC-registratienummer voor dit apparaat vindt u op een etiket aan de achterkant of op de onderkant van het apparaat. In een aantal gevallen moet deze informatie aan het telefoonbedrijf worden verstrekt. De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op dezelfde lijn kunt aansluiten voordat deze wordt "overbelast".
Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: • Groen/geel: aarding • Blauw: neutraal • Bruin: fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker. Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd.
Alleen voor China Informatie over wettelijke voorschriften_ 20
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor een basisbegrip van het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. Belangrijk voor zowel beginnende als professionele gebruikers. Alle gebruikers kunnen voor de installatie en het gebruik van het apparaat deze handleiding raadplegen. • • • • • • • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Meer informatie vinden Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of elektronische documenten zijn. Materiaalbenaming Beschrijving Installatiehandleiding Deze handleiding geeft informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies uit de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
De functies van uw nieuw product Uw nieuw apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van uw afgedrukte documenten verbeteren. Speciale functies Afdrukken met hoge snelheid en uitstekende kwaliteit Afdrukken in verschillende besturingssystemen • • • • • • U kunt afdrukken met een resolutie tot 1 200 x 1 200 dpi (CLX-92x1 9301 Series). U kunt afdrukken met een resolutie tot 9 600 x 600 dpi effectieve uitvoer (SCX-812x Series).
Functies per model Het apparaat voorziet alles wat u nodig hebt voor de verwerking van uw documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. Afhankelijk van het model of het land is het mogelijk dat sommige functies en optionele onderdelen niet beschikbaar zijn.
Inleiding 1.
6 Aansluiting netsnoer 7 Klep rechts onderaan optionele dubbele cassette-invoer 13 Bedieningspaneel a. Optioneel apparaat.
Achterkant 1 2 3 4 1 Kabel dubbelzijdige automatische documentinvoer 3 USB-poort 2 Netwerkpoort 4 USB-printerpoort Inleiding_ 27
Binnenkant (CLX-92x1 Series, CLX-9301 Series) 3 4 2 1 1 Reinigingsstaafje LSU-venster 3 Tonercassettes 2 Cassette voor gebruikte toner 4 Beeldeenheden Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen.
Binnenkant (SCX-812x Series) 3 2 1 1 Opvangbak voor gebruikte toner 2 Tonercassette 3 Beeldeenheid Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen.
Overzicht van het bedieningspaneel 3 4 5 12 1 6 C 7 9 13 14 10 ID 8 15 11 2 1 Weergavescherm Toont de huidige apparaatstatus en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. U kunt de menu’s eenvoudig instellen via het weergavescherm. 2 Status-LED Geeft de status van uw apparaat aan (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 32). 3 Job Status Toont lopende taken, taken in wachtrij, voltooide taken, actuele foutcode of beveiligde taken.
Aanraakinteractie Type Beschrijving Tikken (Drukken) Tikken en bewegen Loslaten Actie van het snel indrukken en loslaten van een gebied op het scherm (indien gebruikt met 'loslaten', wordt dit 'drukken' genoemd). Wanneer u op het scherm tikt, wordt de focus langzaam recht bewogen. Wanneer u loslaat, wordt alleen de focus bewogen.
Informatie over de status-LED De kleur van de status-LED geeft de huidige status van het apparaat aan. Omschrijving Status Uit • • Groen Rood Het apparaat is offline. Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een toets wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. Aan Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Knipperen Fax Het apparaat is faxen aan het verzenden of bezig met ontvangen.
Het apparaat aanzetten 3. Zet de stroomschakelaar aan. Gebruik het meegeleverde netsnoer voor het apparaat. Zo niet, dan kan dit brand of schade aan het apparaat veroorzaken. 1. Steek het netsnoer in de stroomaansluiting. • • 2. Steek het andere uiteinde in een juist geaard AC-stopcontact. Inleiding_ 33 Sommige onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn wanneer de printer aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet verbrandt wanneer u aan de binnenkant van het apparaat werkt.
Zet het apparaat uit Om het apparaat uit te schakelen drukt u minstens drie seconden lang de knop Power rechts van het bedieningspaneel in. Als het bevestigingsvenster verschijnt, drukt u op Ja in het beeldscherm en wacht u tot het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. • • Het apparaat heeft drie types van uit-modus. Druk op Machine instellen > Algemene instellingen > Werking Aan-/uit-knop.
Een printerkabel aansluiten Een netwerkkabel gebruiken Dit apparaat heeft een ingebouwde netwerkkaart. Met een netwerkkabel kunt u uw apparaat met een netwerk verbinden.
Het weergavescherm en handige knoppen naar gedeelde map. Weergavescherm Met het weergavescherm op het bedieningspaneel kan het apparaat op gebruiksvriendelijke wijze worden bediend. Als u drukt op het ) op het scherm wordt het weergavescherm home-pictogram ( weergegeven. De afbeelding op het beeldscherm in deze gebruikershandleiding kan, afhankelijk van de opties of het model, van uw apparaat afwijken. • • • De pictogrammen op het scherm, zoals Fax, zijn mogelijk uitgegrijsd.
• Gebruik verzenden: toont het aantal verzonden afbeeldingen via e-mail, server, etc. • Gebr. verz. Faxen (PSTN): toont het aantal verzonden faxen. Als u Gebruiker selecteert, kunt u het gebruik, de limiet en het resterend gebruik per gebruiker zien. Voor gedetailleerde informatie over Teller, raadpleeg de beheerdershandleiding. taak in de lijst wanneer er veel taken in de wachtrij staan. De geselecteerde taak kan geen hogere prioriteit krijgen dan een taak die al wordt uitgevoerd.
• • • • • • Vastgehouden: Bronnen nodig: De taak wordt tijdelijk gestopt wanneer het apparaat een probleem ondervindt, zoals papierlade op, verkeerd papier, etc. Verbroken: De taak wordt tijdelijk gestopt wanneer de knop Interrupt wordt ingedrukt voor een spoedeisende kopieertaak. Onderbroken: De taak wordt gepauzeerd wanneer de knop Stop wordt ingedrukt. Voltooid: de taak is voltooid. Voltooid met fout: de taak is voltooid met fout. Verwijderd: als u een taak in de lijst selecteert en op Verwijd.
Afdrukmateriaal en lade 2. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in uw apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Papier in de lade plaatsen • • Originelen plaatsen Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de glasplaat van de scanner of in de dubbelzijdige automatische documentinvoer. Afdrukken op speciale afdrukmedia Instellingen voor lade 2.
In de dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) 3. Stel de breedtegeleiders in overeenkomstig het papierformaat. Originelen voorbereiden • • • • • • • Plaats geen papier dat kleiner is dan 140 x 140 mm of groter dan 297 x 432 mm. De DADI detecteert automatisch originelen van het formaat A3, A4 LEF, A4 SEF, B4, B5 LEF, B5 SEF, A5 LEF, A5 SEF, Ledger, Legal, Letter LEF, Letter SEF, Statement LEF en Statement SEF.
• • • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan het apparaat beschadigen. Het gebruik van brandbare afdrukmedia kan leiden tot brand. Gebruik geschikte afdrukmedia (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 171). 2. Druk de papierlengtegeleider in en trek deze tot aan het einde van de lade. Het gebruik van brandbare afdrukmedia of de aanwezigheid in de printer van materialen die daar niet thuishoren, kan in zeldzame gevallen leiden tot brand.
5. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. • Als u de breedtegeleider niet aanpast kan het papier vastlopen. Plaats niet te veel papier in de lade: dit kan tot papierstoringen leiden. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. 6. Stel de papierlengtegeleider in op de gewenste papierlengte. MAX 1 1 Papiercapaciteitsmarkering 7.
8. Zet de papierlengtegeleider vast met de vergrendelingsschakelaar. Ontgrendel de vergrendelingsschakelaar om papier met een andere papiergrootte te laden. c) Open het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer de papiersoort, het papierformaat en de invoerlade. d) Druk op OK. e) Afdrukken starten in een toepassing. Multifunctionele lade De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen.
2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst. 4. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en pas ze aan de breedte van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt. 3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar onder. 5.
Automatische detectie van formaten van afdrukmateriaal Dit apparaat detecteert automatisch de verschillende papierformaten. Raadpleeg de onderstaande tabel.
Afdrukken op speciale afdrukmedia Envelop Onderstaande tabel toont het beschikbare speciale afdrukmateriaal voor elke lade. Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Om een envelop af te drukken plaatst u ze met de omslag omhoog. Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens één vel per keer in te voeren. Controleer hoeveel vellen u maximaal in elke lade mag plaatsen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 171).
• • • Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0.1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur (circa 170 °C) van het apparaat. De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen. Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges minimaal 15 mm van de rand van de envelop blijven.
Instellingen voor lade Briefhoofd/voorbedrukt papier Eenzijdig • • • • Dubbelzijdig Standaardlade/ optionele dubbele cassette-invoer Voorzijde naar boven Voorzijde naar onder Multifunctionele lade Voorzijde naar onder Voorzijde naar boven Voorbedrukt papier moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen afgeeft als deze gedurende 0.1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur (170 °C) van het apparaat.
Het papiertype instellen 2. Druk op de knop in de Bevestiging lade om deze functie te activeren. 1. Druk op Machine instellen > Instellingen voor lade > Instellingen > selecteer de gewenste lade in het scherm. Automatische ladekeuze Met deze optie kan het apparaat worden ingesteld om al dan niet door te gaan met afdrukken als een lade leeg is. Zo zal bijvoorbeeld, als zowel lade 1 en lade 2 hetzelfde formaat papier bevatten, het apparaat automatisch papier lade 2 gebruiken wanneer lade 1 leeg is. 1.
1. Druk op Machine instellen > Instellingen voor lade > Instellingen > Automatisch doorgaan. 1. Druk op Machine instellen > Instellingen voor lade > Instellingen > Ladebeveiliging. 2. Kies een van de opties. 2. Kies een lade een druk op de knop om deze functie te activeren. Papier vervangen Ladeprioriteitsinstelling Wanneer het vereiste papier voor een afdruktaak niet in de lade beschikbaar is, is het met deze functie mogelijk om een vergelijkbaar papierformaat te gebruiken.
Kopiëren 3. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert.
• Stempel: Hiermee kunt u bepaalde extra gegevens aan de afdruk toevoegen, zoals datum en tijd (zie "Stempel" op pagina 63). 2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 39).
• Wij adviseren u de onderstaande combinaties te gebruiken voor het kopiëren van originelen van verschillende afmetingen. U kunt ook andere combinaties gebruiken die niet worden aanbevolen, maar deze kunnen papierstoringen veroorzaken. Afhankelijk van het standaard papierformaat (A4 of Letter) kunnen de combinatie variëren, zoals hieronder weergegeven.
drukt u in dit venster op Nee. • • • • • 1 -> 1-zijdig: scant één zijde van een origineel en drukt het op één papierzijde af. Met deze functie krijgt u een afdruk die exact overeenkomt met de originelen. 1 -> 2-zijdig: hiermee scant u één zijde van de originelen in en drukt u op beide zijden van het papier af. 2 -> 1-zijdig: Scant beide zijden van de originelen en drukt elke zijde af op een afzonderlijke pagina. U kunt het type binding van het origineel selecteren: Boek of Kalender.
De vorm van het gekopieerde resultaat bepalen • U kunt de kopieeruitvoeropties gebruiken wanneer er een optionele Binnenste afwerkeenheid of een boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd. • Afhankelijk van de richting van het papier in de lade (bijv. SEF of LEF), kunnen bepaalde nietrichtingen niet beschikbaar zijn. Druk op het tabblad Basis > Uitvoer en selecteer de gewenste kopieeruitvoeropties. - De tonersterkte wijzigen Druk op het tabblad Basis.
Bijzondere kopieerfuncties gebruiken • Op het tabblad Geavanceerd of Afbeelding van het scherm Kopie kunt u specifieke kopieerfuncties selecteren. Het formaat van de originelen selecteren Als het formaat van het originele document niet automatisch kan worden herkend of wanneer u een bepaalde documentgrootte wilt selecteren, kunt u na het opgeven van het scanformaat van het document kopieën maken.
4. Selecteer de richting van het originele document. • Staande afbeeldingen: selecteer deze instelling voor een geladen origineel met de bovenkant naar de achterkant van het apparaat. De DADI gebruiken • De glasplaat van de scanner gebruiken Symbool Identiteitskaart kopiëren Hierbij wordt één zijde van het origineel op de bovenste helft van het vel papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft zonder dat het origineel daarbij wordt verkleind.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat begint te scannen. 7. Keer het origineel om, plaats het op de glasplaat zoals hieronder aangegeven en sluit de DADI. Wanneer u een origineel op de glasplaat van de scanner plaatst, laat u een kleine ruimte vrij tussen de rand van de glasplaat en het origineel. Zo niet, dan wordt een deel van het origineel mogelijk niet afgedrukt. 1. Druk in het scherm op Kopie. 2.
Oorspronkelijke stand (DADI/Scannerglasplaat) In de DADI Oorspronkelijke stand (weergavescherm) Staande afbeeldingen De papierinvoerrichting in de lade LEFa of SEFb Beschikbare richting Links-naar-rechts of Rechts-naar-links Resultaat Links-naar-rechts Rechts-naar-links Op de glasplaat van de scanner In de DADI Liggende afbeeldingen LEF of SEF Op de glasplaat van de scanner Kopiëren_ 59
Oorspronkelijke stand (DADI/Scannerglasplaat) In de DADI Oorspronkelijke stand (weergavescherm) Liggende afbeeldingen De papierinvoerrichting in de lade LEF of SEF Beschikbare richting Boven-naar-onder of Onder-naar-boven Resultaat Boven-naar-onder Onder-naar-boven Op de glasplaat van de scanner In de DADI Staande afbeeldingen LEF of SEF Op de glasplaat van de scanner a. LEF betekent lange zijde-invoer (Long Edge Feed). b. SEF betekent korte zijde-invoer (Short Edge Feed).
7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja. Als u klaar bent, drukt u in dit venster op Nee. 5. Selecteer de lade in Papierinvoer. 6. Druk op de juiste optie. • Uit: hiermee schakelt u deze functie uit. • 1-zijdig origineel: kopieert van één zijde van het origineel naar één pagina van een boekje.
Boek kopiëren • Rechterpagina: drukt alleen de rechterpagina van het boek af. • Beide pagina’s (vanaf links): drukt beide tegenoverliggende pagina's af vanaf de linkerzijde. • Beide pagina’s (vanaf rechts): drukt beide tegenoverliggende pagina's af vanaf de rechterzijde. Met deze functie kunt u een boek kopiëren. Als het boek te dik is, opent u de DADI tot de scharnieren niet verder kunnen en sluit u het DADI weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm, kopieert u met de DADI geopend.
Er zijn verschillende vooraf ingestelde watermerken die met uw apparaat worden meegeleverd. U kunt ook een persoonlijk watermerk invoeren. Wanneer u deze optie gebruikt, is Boekje op het tabblad Geavanceerd uitgeschakeld. 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 39). 3.
• Kaart: gebruik deze optie voor kaarten. • Licht origineel: gebruik deze optie voor lichte documenten. 6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 39). 3.
De instelling van een programma gebruiken 1. Druk in het scherm op Snel kopiëren. Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt ook de eerdere instellingen van de vorige taak gebruiken. Programmas opslaan 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Pas de instellingen voor elke kopie aan, zoals Papierinvoer, Dubbelzijdig en meer op het tabblad Basis (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 53). 3.
Faxen (optioneel) 4. Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van het apparaat als faxtoestel. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • • • • • Voorbereiden om te faxen Een fax verzenden vanaf uw computer Uitleg over het faxscherm Een fax verzenden Een fax ontvangen • • • • • • U kunt dit apparaat niet als een faxapparaat gebruiken via een internettelefoonlijn. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie. Wij raden het gebruik aan van traditionele analoge telefoondiensten.
Een lijst met verzonden faxberichten controleren (Windows) U kunt de lijst met verzonden faxberichten op uw computer controleren. Klik in het menu Start op Programma's of Alle programma's > Samsung Printers > Network PC Fax > Faxjournaal. Vervolgens wordt Faxjournaal weergegeven met een lijst met verzonden faxberichten. Voor meer informatie over Faxjournaal klikt u op Help. Een fax verzenden (Mac) Om een fax te versturen vanaf uw computer moet het programma Faxhulpprogramma’s geïnstalleerd zijn.
Uitleg over het faxscherm Het tabblad Geavanceerd Als u de faxfunctie wilt gebruiken, drukt u op Fax in het scherm. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de optionele faxkit op uw apparaat installeren. Wordt er een ander scherm weergegeven, druk dan op ( beginscherm te gaan. ) om naar het • • • • Het tabblad Basis Formaat van origineel: selecteert het formaat van het origineel (zie "Het formaat van de originelen selecteren" op pagina 72).
1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Apparaat-id en faxnr. op het weergavescherm. • • vervolgens op Verwijd. drukken (zie "Knop Job Status" op pagina 37). Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja. Als u klaar bent, drukt u in dit venster op Nee. U kunt geen e-mail verzenden wanneer er een fax wordt verzonden.
Handmatig een fax verzenden via een intern telefoontoestel 8. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het document wordt gescand en naar de bestemmingen gefaxt. Bij deze methode wordt een fax verzonden met behulp van een intern telefoontoestel. Zorg dat het intern telefoontoestel op de EXT-aansluiting van de faxkit op het apparaat is aangesloten.
Een fax ontvangen 1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Startc. ontv. op het weergavescherm. 2. Druk op Aan om deze functie te activeren. 3. Voer het nummer 3 in met behulp van het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel 4. Druk op OK. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een fax ontvangt en welke bijzondere ontvangstmethoden u daarvoor kunt gebruiken. Ontvangstmodus wijzigen Het apparaat is standaard ingesteld op de Faxmodus.
1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Ontvangen fax afdrukken > Uitvoerlade op het weergavescherm. Faxen ontvangen in het geheugen Aangezien het apparaat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kan het faxen ontvangen terwijl u kopieert of afdrukt. Als u tijdens het kopiëren of afdrukken een fax ontvangt, slaat het apparaat de inkomende fax in het geheugen op. Zodra u klaar bent met kopiëren of afdrukken, wordt de fax automatisch afgedrukt.
1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Dubbelzijdig en selecteer vervolgens de richting van het origineel. 2. Druk op de juiste optie. • Staande afbeeldingen: selecteer deze instelling voor een geladen origineel met de bovenkant naar de achterkant van het apparaat. De DADI gebruiken 2. Druk op de juiste optie. • 1-zijdig: Voor originelen die slechts aan één zijde zijn bedrukt. • 2-zijdig, boek: Voor originelen die aan beide zijden bedrukt moeten worden.
• Ultrafijn: Aanbevolen voor originelen met extreem fijne details. Deze optie is alleen ingeschakeld als het ontvangende apparaat ook de resolutie Ultrafijn ondersteunt. Wanneer uw apparaat is ingesteld op de resolutie Superfijn of Ultrafijn en het faxapparaat waarmee u communiceert ondersteunt niet de resolutie Superfijn of Ultrafijn, verzendt het apparaat de fax met de hoogste resolutiemodus die door het andere faxapparaat wordt ondersteund.
Een programma-instelling gebruiken • Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt tevens de instellingen van voorgaande taken gebruiken. • Programmas opslaan 1. Druk in het scherm op Fax. 2. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie "De documentinstellingen aanpassen" op pagina 72). 3. Druk op het tabblad Basis. 4. Selecteer Resolutie (zie "De resolutie wijzigen" op pagina 73). 5. Druk op Programmas.
Documenten opslaan en laden Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt ook de eerdere instellingen van de vorige taak gebruiken. Opslaan 1. Druk op Scan nr Email, Scannen naar server , Scannen naar gedeelde map of Naar USB scannen op het weergavescherm. 2. Stel de scanfuncties in op het tabblad Geavanceerd, Afbeelding of Uitvoer ("De instellingen van de scanfunctie wijzigen" op pagina 82). 3. Druk op het tabblad Basis. 4.
Scannen 5. Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan.
Originelen scannen en per e-mail verzenden (scannen naar e-mail) Het tabblad Geavanceerd U kunt originelen scannen en de gescande afbeelding vanaf het apparaat per e-mail naar verschillende bestemmingen verzenden. Om een afbeelding te scannen en als bijlage via e-mail te verzenden moet u eerst de netwerkparameters, SMTP-instellingen en Scan nr Email-instellingen instellen met behulp van het bedieningspaneel of SyncThru™ Web Service.
Het tabblad Uitvoer • • 1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Scan naar e-mailinstellingen op het scherm. Kwalit.: past de weergavekwaliteit van de gescande uitvoer aan (zie "Kwalit." op pagina 86). Bestandnaam: maakt de bestandsnaam van het bestand dat wordt verstuurd (zie "Best.beleid" op pagina 86). Opnieuw versturen naar het laatste e-mailadres Een document opnieuw versturen naar het laatst gebruikte e-mailadres: 1.
• • • • • Adresboek: geeft het adres van de ontvanger in door op een opgeslagen adres te drukken. Veelgebruikte e-mailadressen kunt u opslaan met behulp van het bedieningspaneel of SyncThru™ Web Service (zie "Een adresboek maken via het bedieningspaneel" op pagina 95 of "Een adresboek instellen met behulp van SyncThru™ Web Service" op pagina 97). Recent: toont de 10 laatst gebruikte e-mailadressen.
• U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het apparaat bezig is met het verzenden van gescande gegevens. Het tabblad Basis Opnieuw verzenden naar het laatste serveradres Een bestand verzenden naar het laatste serveradres: 1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 39). 2.
Het tabblad Afbeelding Met de pijl-omhoog/omlaag, links onderaan, kunt u naar de volgende of vorige pagina’s gaan. • Type origineel: Bepaalt of het origineel een tekst, een foto, etc. is (zie "Het type origineel selecteren" op pagina 84). Kleurmodus: past de kleurenopties van de gescande uitvoer aan (zie "De kleurmodus selecteren" op pagina 84). Achtergrond aanpassen: hiermee kunt u de achtergrond deels wissen door de dichtheid of helderheid aan te passen (zie "De achtergrond aanpassen" op pagina 85).
De resolutie wijzigen • • • U kunt de resolutie van het document aanpassen. Druk op de resolutie en kies de waarden. Des te hoger de waarde die u selecteert, des te duidelijker het resultaat, maar het scannen kan langer duren. 1-zijdig: instelling voor enkelzijdig bedrukte originelen. 2-zijdig, boek: instelling voor dubbelzijdige originelen. 2-zijdig, kalender: voor dubbelzijdig bedrukte originelen waarvan de achterzijde 180 graden is gedraaid.
• Liggende afbeeldingen: selecteer deze instelling voor een geladen origineel in de DADI met de bovenkant van het originele document gericht naar de linkerzijde van het apparaat, of een origineel document op de glasplaat van de scanner met de bovenkant van het originele document gericht naar de rechterzijde van het apparaat. De DADI gebruiken 3.
• Afbeeldingen op de achterzijde wissen Grijs: gebruik de grijsschaal om een afbeelding weer te geven: 8 bits per pixel. Deze functie voorkomt bij het scannen van de voorkant dat de afbeelding op de achterzijde van het origineel wordt meegescand Als u deze functie gebruikt, is Achtergrond aanpassen op het tabblad Afbeelding niet actief. • Mono: Hiermee wordt een afbeelding in zwart-wit weergegeven. 1 bit per pixel. 3. Druk op 1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Afbeel. aan achterk.
Kwalit. • Gebruik deze optie als u een kwalitatief hoogwaardig document wilt produceren. Des te hoger de kwaliteit die u selecteert, des te groter wordt het bestandsformaat. 1. Druk in het scherm op het tabblad Uitvoer > Kwalit.. Overschr.: Het bestaande bestand wordt door het verzonden bestand overschreven. 3. Druk op om naar het vorige scherm terug te keren. Bestandsindeling U kunt de bestandsindeling selecteren voordat u de scantaak uitvoert. 1.
De bestandsindeling JPEG kan niet geselecteerd worden in de optie Bestandsindeling als Mono in plaats van Kleurmodus in het tabblad Afbeelding is geselecteerd. De taakvoltooiingsmelding instellen Wanneer de scannen naar e-mail- of de scannen naar server-taak is voltooid, kan dit apparaat een voltooiingsmelding via e-mail verzenden. Deze functie is handig wanneer u grote hoeveelheden documenten scant en verzendt.
Originelen inscannen en naar uw computer verzenden (naar pc scannen) Scannen met TWAIN-compatibele software Met deze optie kunt u op het apparaat een afbeelding scannen en deze naar uw met het netwerk verbonden computer verzenden. Voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden Zorg ervoor dat het scannerstuurprogramma op uw computer is geïnstalleerd. 1. Zorg ervoor dat uw apparaat en de computer zijn aangesloten op een netwerk. 2.
Scannen in Linux U kunt een document scannen via het venster Unified Driver Configurator. 6. Klik in het venster Scanner Properties op Preview. Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het Preview Pane. Scannen 1. Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad. 2. Klik op de knop om naar het venster Scanners Configuration te gaan. 3. Selecteer de scanner in de lijst.
Zo slaat u instellingen op voor de volgende scantaak: Hulpmi ddelen 1. Selecteer de gewenste instelling in de vervolgkeuzelijst Job Type. 2. De volgende keer dat u het venster Scanner Properties opent, zijn de opgeslagen instellingen automatisch geselecteerd voor de scantaak. Naam Functie Save Hiermee slaat u de afbeelding op. Undo Hiermee maakt u de laatste bewerking ongedaan. Redo Hiermee herstelt u de laatst ongedaan gemaakte bewerking.
Smarthru Workflow gebruiken, Gedeelde map en opgeslagen document 6. In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u SmarThru Workflow met uw apparaat kunt gebruiken.
Het scherm Workflow Werkformulier maken Wat houden "Werkformulier" en "Metagegevens" in? Een "Werkformulier" is een werkproces die tot stand is gekomen door diverse ingebedde plug-ins samen te voegen en zo een gewenst eindresultaat voor een document te behalen. Metagegevens zijn de extra gegevens die door de maker van het Werkformulier worden aangeleverd voor Werkformulieren die de invoerplug-ins Scan of Direct gebruiken. 1.
Werkformulier uitvoeren Gebruikers kunnen met werkformulieren diverse taken uitvoeren. 1. Druk op SmarThru Workflow op het hoofdscherm. 5. Druk op Start op het bedieningspaneel. De bestanden worden opgeslagen op de locatie die u hebt ingesteld bij het maken van het werkformulier. Informatie over het scherm Gedeelde map Met deze functie kan het geheugen van het apparaat als een gedeelde map worden gebruikt. Het voordeel van deze functie is dat u de gedeelde map via uw computer eenvoudig kunt gebruiken. 2.
Gebruikers registreren U kunt de gedeelde map op precies dezelfde manier gebruiken als op een normale computer. Maak, bewerk en verwijder de map of het bestand zoals een normale Windows-map. U kunt ook de gescande gegevens in de gedeelde map opslaan. U kunt bestanden die zijn opgeslagen in een gedeelde map rechtstreeks afdrukken. U kunt TIFF-, BMP-, JPEG- en PRN-bestanden afdrukken. 1. Druk op Opgeslagen doc. in het hoofdscherm. 2.
Een adresboek maken 7. Deze handleiding beschrijft de richtlijnen voor het adresboek. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een adresboek maken via het bedieningspaneel • Een adresboek maken via het bedieningspaneel U kunt veelgebruikte faxnummers, e-mailadressen, SMB-serveradressen, SMB-serveradressen en FTP-serveradressen op uw apparaat opslaan. • Individueel: hiermee kunt u informatie van maximaal 500 ontvangers opslaan.
7. Druk op het invoergebied Gebruikersdomein. Voer daarna de domeinnaam in. Als de ingevoerde SMB-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg of voert u de computernaam van de SMB-server in. 8. Druk op het invoergebied Pad. Voer vervolgens de naam van het bestand of van de map waarin de te verzenden bestanden moeten worden opgeslagen. Voorbeeld: /FileFolder/ 9. Druk op het invoergebied Bestandnaam. Voer de naam van het verzonden bestand in. 10. Selecteer de gewenste optie Best.
Een item in het adresboek zoeken U kunt de adressen zoeken die in het adresboek zijn opgeslagen. 1. Druk op Machine instellen > Toepassingsinstellingen > Adresboek > knop linksboven op het weergavescherm. 2. Druk op de gewenste specifieke categorie. U kunt adressen opzoeken binnen een specifieke categorie, zoals Alle, Individueel, Groep, Favoriet, of E-mail. Een adresboek instellen met behulp van SyncThru™ Web Service U kunt eenvoudig adressen opslaan vanaf netwerkcomputers met SyncThru™ Web Service.
18. Voer de Scan File Folder in voor de opslag van gescande afbeeldingen bij Pad. Voorbeeld: /sharedFolder/ 19. Selecteer de gewenste optie Beleid voor aanmaken scanmappen. • Nieuwe map aanmaken op aanmeldingsnaam: Als u deze optie selecteert, maakt het apparaat een submap in de bestandsmap die u hebt geselecteerd. De submap krijgt dezelfde naam als de gebruikersnaam die u hebt ingevoerd bij stap 15. Als de bestandsmap een submap heeft met dezelfde naam, maakt het apparaat geen submap.
4. Klik op Aanmelding. 5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden. 6. Klik op Aanmelding. Als u SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld. 7. Klik op Adresboek. U kunt de indeling wijzigen door op de afzonderlijke kolomkoppen te klikken. Als u bijvoorbeeld op Snelkiesnummer klikt, worden de adressen in de volgorde van het snelkiesnummer weergegeven.
Groepsadressen bewerken in Groepsadresboek 1. Schakel uw netwerkcomputer in en open een webbrowser. 2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in. (Voorbeeld, http://123.123.123.123) 3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service. Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service. 4. Klik op Aanmelding. 5. Voer de id en het wachtwoord in en selecteer een domein om u bij het apparaat aan te melden. 6. Klik op Aanmelding.
Afdrukken 8. In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht.
3. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. 4. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. De basisafdrukinstellingen, waaronder het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. Als u de printerfuncties van uw printerstuurprogramma wilt gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdruk van de toepassing om de afdrukinstelling te wijzigen (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 102). 4.
Het tabblad Basis Het tabblad Papier Gebruik de opties in het tabblad Papier om de basisinstellingen van papierverwerking op te geven. Klik op het tabblad Papier om onderstaande opties weer te geven. Afdrukstand Met behulp van dit menu kunt u selecteren in welke richting informatie op een pagina wordt afgedrukt. Lay-outopties Met deze optie kunt u verschillende manieren selecteren om uw document op te maken. • Eén pagina per vel: deze optie beschikt over een optie basisopmaak.
Het tabblad Grafisch • Voor het PCL-printerstuurprogramma: • Voor het PS-printerstuurprogramma: Gebruik de opties op het tabblad Grafisch om de afdrukkwaliteit aan te passen voor speciale afdrukbehoeften. Als u op Resetten klikt, worden de standaardinstellingen voor de optie Geavanceerd opnieuw ingesteld. Het tabblad Afwerking Documenttype U kunt het documenttype bepalen. Met deze optie kunt u het daadwerkelijke type van de originelen instellen. Kleurenmodus U kunt kleuropties kiezen.
- Uitvoeropties Draaien: Bij het afdrukken van meerdere kopieën, worden de afdrukken kruislings gestapeld in sets. • • • • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de standaard afwerkeenheid of de boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd. Deze functie is alleen beschikbaar bij afdrukmateriaal van Letter- en A4-formaat. Voordat u deze functie gebruikt, moet u het papier laden in de laden met SEF (Short edge feed) en LEF (Long edge feed).
Het tabblad Eco • In het tabblad Eco kunt u afdrukbronnen besparen en milieuvriendelijker kopiëren. Als u Eco-afdruk selecteert, ziet u de ecoafbeelding ( ) bij bepaalde opties. Daarnaast zijn bepaalde opties niet beschikbaar voor gebruik in de ecomodus. De werkelijke bespaarde of verlaagde hoeveelheden kan verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem, computerkracht, programma´s, aansluitmethode, mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
• • Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het Opgeslagen document Beveiligdis, moet u het wachtwoord voor het Opgeslagen document invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het bedieningspaneel. Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in. 3. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. 4. In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
• • • "Een document aan een bepaald papierformaat aanpassen" op pagina 109. "Watermerken gebruiken" op pagina 109. "Overlay gebruiken" op pagina 110. 4. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken. Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken.
Het formaat van uw document wijzigen Watermerken gebruiken U kunt de grootte van een document wijzigen, zodat de inhoud op de afgedrukte pagina's groter of kleiner wordt weergegeven door het gewenste verkleinings- of vergrotingspercentage in te voeren. Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt de optie bijvoorbeeld om in grote grijze letters "DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s van een document af te drukken. 1.
Een watermerk verwijderen 1. Maak of open het document dat u wilt afdrukken. 2. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 102). 3. Klik op het tabblad Geavanceerd. 4. Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst. 5. Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen Wat is het Hulpprogramma direct afdrukken? Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze bestanden hoeft te openen. De gegevens worden via de Windows-spooler en de poort van het printerstuurprogramma verzonden. Alleen PDF-documenten worden ondersteund.
1. Schakel het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster Afdruk in. Optionele apparaten of accessoires activeren Na het installeren van optionele apparaten of accessoires, moet u de opties activeren. 1. Open Systeemvoorkeuren en klik op Afdrukken en faxen. 2. Selecteer uw apparaat en klik op Opties en toebehoren…. 3. Selecteer Besturingsbestand en stel de vereiste opties in. Printerinstellingen wijzigen U kunt geavanceerde afdrukfuncties van uw printer gebruiken.
• • • • • Pagina's per vel: Hier kunt u aangeven hoeveel pagina’s op één vel papier moeten worden afgedrukt (zie "Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier" op pagina 114). Lay-outrichting: Met deze optie kunt u de afdrukrichting op een pagina bepalen, vergelijkbaar met de voorbeelden op de gebruikersinterface. Rand: hiermee kunt u rond elke pagina op het vel een kader wilt afdrukken.
• • • Afdrukken om: selecteer de datum en tijd voor het afdrukken. Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Zodra de gebruiker zich bij Mac OS x aanmeldt, wordt automatisch zijn gebruikersnaam weergegeven. Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Printerfuncties • • • • • • • • Afwerking: U kunt de uitvoeropties voor afdrukken selecteren, zoals nieten, offset, etc.
Afdrukken in Linux • Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken. 1. Open een toepassing en selecteer Print in het menu File. 2. Selecteer rechtstreeks Print via LPR. 3. Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster LPR GUI en klik op Properties.
• Driver: op dit tabblad kunt u een ander apparaatstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. • Jobs: hiermee geeft u de lijst met afdruktaken weer. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige afdruktaken weer te geven. • Classes: Hiermee kunt u uw apparaatklasse weergeven.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 9. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Informatie over het USB-scherm Over een USB-geheugenapparaat • • Informatie over het USB-scherm Als u de USB-functie wilt gebruiken, drukt u op USB op het scherm. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een USB-geheugenapparaat aan te sluiten op de USB-geheugenpoort van uw apparaat.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat een compatibiliteitscertificaat heeft, anders herkent uw apparaat het mogelijk niet. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. Sluit het USB-geheugenapparaat niet aan op andere poorten dan de poorten die in de afbeelding hieronder zijn weergegeven. Als u het USB-geheugenapparaat op een andere poort aansluit, geeft het apparaat een waarschuwingsmelding op het scherm weer. • • • JPEG: JPEG Baseline PDF: PDF 1.7 en ouder XPS: .
• • Dubbelzijdig: selecteert het apparaat voor dubbelzijdig kopiëren. Auto aanpassen: hiermee kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk geselecteerd papierformaat, ongeacht de grootte van het document. Selecteer een lade en druk op Aan. • Papierinvoer: selecteert de papierlade met het af te drukken papier. • Uitvoer: stelt de verschillende uitvoeropties van het apparaat in zoals uitvoeropties voor kopiëren (zie "De vorm van het gekopieerde resultaat bepalen" op pagina 55). 6.
Beheerprogramma’s 10. Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
Selecteer het menu Help of klik op de knop op de optie waar u meer over wilt weten. in het venster, en klik Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van het netwerk en de printers. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Werken met Samsung Easy Document Creator apparaat (zie "Systeemvereisten" op pagina 173). Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen. • Overzicht Samsung Printer Status Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout controleren in Samsung Printer Status. Samsung Printer Status wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert. U kunt Samsung Printer Status ook handmatig opstarten.
Snel scannen 2 Scannen Scant automatisch met de instellingen die in Configuratie zijn opgegeven. U kunt hier de standaardopties instellen zoals type afbeelding, documentgrootte, resolutie of bestandstype (zie "Snel scannen" op pagina 123). • • • • • Uploaden naar SNS 4 5 Afbeelding scannen: Te gebruiken voor het scannen van een of meerdere afbeeldingen. Document scannen: Te gebruiken voor het scannen van tekstdocumenten of documenten met tekst en afbeeldingen.
3. Selecteer een locatie om de gescande afbeeldingen op te slaan. 4. Klik op Opslaan om de afbeelding op te slaan. Klik op Meer scannen om een andere afbeelding te scannen op basis van dezelfde instellingen. Naar een sociale netwerksite scannen 3. Klik op Bestand toevoegen en zoek het te faxen bestand. 4. Klik op Fax verzenden. 5. Voer de faxinformatie in (nummer ontvanger, voorbladinformatie, enz). 6. Klik op verzenden. Direct scannen Plug-ins 1.
Printers configuration Het tabblad Classes Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. Het tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. 1 Schakelt naar Printers configuration. 2 Toont alle geïnstalleerde apparaten.
3 • Toont de leverancier, de modelnaam en het type van de scanner. Properties: hiermee kunt u scaneigenschappen wijzigen en een document scannen. Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. • • 1 Schakelt naar Ports configuration. 2 Hiermee geeft u alle beschikbare poorten weer. 3 Hiermee geeft u poorttype, aangesloten apparaat en status weer.
Problemen oplossen 11. In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • Toner herverdelen De tonercassette vervangen Het reinigen van papier-stofverwijderingsstick en laders van beeldeenheden De beeldeenheid vervangen De cassette voor gebruikte toner vervangen • • • • • Neem contact op met uw systeembeheerder of servicecenter als u het probleem niet kunt oplossen aan de hand van dit hoofdstuk.
4. Neem de tonercassette en zet deze op één lijn met de corresponderende opening in het apparaat. Steek deze terug totdat deze op zijn plaats wordt vergrendeld. CLX-92x1 / 93x1 Series 1. Open de voorklep. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series SCX-812x Series 2. Haal de betreffende tonercassette uit het apparaat. CLX-92x1 / 93x1 Series 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series 1 SCX-812x Series 1 2 2 3.
Het reinigen van papier-stofverwijderingsstick en laders van beeldeenheden 5. Trek de tape voorzichtig en volledig uit de cassette. CLX-92x1 / 93x1 Series De papier-stofverwijderingsstick en de lader van de beeldeenheid moeten na een bepaald aantal afgedrukte pagina's worden gereinigd. Als de melding om de lader te reinigen wordt weergegeven, moet u eerst de papier-stofverwijderingsstick reinigen en daarna de lader.
4. Verwijder het papierstof. 7. Schuif de cassette voor gebruikte toner erin tot ze vastklikt. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series 5. Plaats opnieuw de papier-stofverwijderingsstick in het apparaat. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series 8. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series 6. Trek en duw de overeenkomstige opladerreiniger volledig, zoals hieronder weergegeven (alleen SCX-812x Series).
De beeldeenheid vervangen 4. Haal de nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. CLX-92x1 / 93x1 Series Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een aparte beeldeenheid: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z). Als de levensduur van de beeldeenheid volledig verstreken is. • De status-LED licht rood op en op het scherm wordt een foutbericht weergegeven waarin wordt vermeld dat de beeldeenheid moet worden vervangen.
8. Verwijder de tape van de beeldeenheid (alleen SCX-812x Series). 11. Neem het reinigingsstaafje LSU-venster eruit (alleen CLX-92x1 Series). 9. Verwijder het beschermende papier van de beeldeenheid. 12. Lokaliseer de LSU-schermreinigingsopening en plaats de LSU-schermreinigingsstick. Trek en duw langzaam 4 of 5 maal tegen het reinigingsstaafje LSU-venster om het LSU-venster te reinigen (alleen CLX-92x1 Series). CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series 10.
De cassette voor gebruikte toner vervangen 15. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series Wanneer de levensduur van de cassette voor gebruikte toner verlopen is, verschijnt op het beeldscherm de foutmelding om de cassette voor gebruikte toner te vervangen. Dit betekent dat de cassette voor gebruikte toner moet worden vervangen. • Controleer het type toneropvangbak voor uw apparaat (zie "Verbruiksartikelen en accessoires" op pagina 166). 1.
5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. CLX-92x1 / 93x1 Series SCX-812x Series Als de voorklep niet volledig is gesloten, werkt het apparaat niet.
Vastgelopen originelen verwijderen 3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Als een origineel vastloopt in de dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) wordt er een waarschuwingsbericht op het display weergegeven. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen. Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner 1.
Het origineel is in de scanner vastgelopen 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Als u het vastgelopen papier niet beet kunt nemen, gebruikt u de hendel zoals getoond in onderstaande afbeelding. Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied.
4. Open de DADI-invoerlade. 7. Open de DADI. 5. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied. 6. Sluit de klep en invoerlade van de DADI.
8. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het papier uit het invoergebied door er voorzichtig met beide handen aan te trekken. Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een papierstoring optreedt. • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 41). Plaats niet te veel papier in de lade.
Papierstoringen verhelpen 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. Als er papier is vastgelopen, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het scherm. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Volg de aanwijzingen in de volgende hoofdstukken om de papierstoring te verhelpen.
4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 5. Plaats lade 1 of 2 terug in het apparaat totdat deze op zijn plaats wordt vergrendeld. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Papierstoring in lade 3, 4 3. Trek lade 3 of 4 eruit. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 5. Plaats lade 3 of 4 terug in het apparaat totdat deze op zijn plaats wordt vergrendeld.
Vastgelopen papier in multifunctionele lade Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Als het papier niet op de juiste wijze werd ingevoerd, trekt u het uit het apparaat. Papierstoring binnen in het apparaat (Storing bij invoeren 1, 2) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1.
Papierstoring binnen in het apparaat (Storing bij invoeren 3, 4) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. Vastgelopen papier in het apparaat (detectie van vastgelopen papier) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1.
Vastgelopen papier in het apparaat (vastgelopen papier bij fixeeruitvoer) Papierstoring aan bovenkant duplexpad, (Storing bij retour duplex, Storing duplex 1) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
Papierstoring in het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig 2) Papierstoring onderaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdige registratie) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
Papierstoring in het uitvoergebied (storing uitvoer voorkant omlaag) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Als de papierstoring zich blijft voordoen, controleer of de lade-vol-sensor geopend is. De sensor 'lade vol' bevindt zich aan de voorkant van de uitvoerlade. 1. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. Papierstoring aan uitgang afwerkingseenheid 2. Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer.
Papierstoring in afwerkeenheid 3. Trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit. Sluit de bovenklep. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Til de bovenklep van de afwerkingseenheid op. 2. Laat het vastgelopen papier naar buiten komen door aan papierrol te draaien. 4. Open en sluit de klep aan de voorzijde van de afwerkeenheid. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Weergegevenberichten op het display begrijpen Op het display worden berichten weergegeven om de status van het apparaat of fouten aan te geven. Sommige foutmeldingen worden geïllustreerd met afbeeldingen om u te helpen bij de oplossing van het probleem. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. De berichten en de verklaringen staan in alfabetische volgorde.
Melding Voorgestelde oplossing Betekenis Probl. [foutnummer] met [kleur] LSU. Zet app. uit en aan. Er is een probleem met de LSU (Laser Scanning Unit). Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. [color] tonercassette storing [error number]: plaats [color] tonercassette opnieuw. Er is een probleem in de tonercassette. Installeer de tonercassette opnieuw. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Melding Faxmodemkaart is niet geïnstalleerd. Plaats de kaart. Betekenis De optionele faxkit is niet geïnstalleerd. Voorgestelde oplossing Installeer de optionele faxkit. Indien geïnstalleerd, probeer de optionele faxkit opnieuw te installeren. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Probleem [foutnummer] met het faxsysteem. Zet het apparaat uit en weer aan. Er is een probleem in het faxsysteem. Schakel het apparaat uit en weer in.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing HDD is bijna vol-5. Raadpleeg de handleiding. De harde schijf van het apparaat is bijna vol. Er is een probleem in het apparaat. Controleer het foutbericht op het display en los het probleem op. HDD is bijna vol-6. Raadpleeg de handleiding. De harde schijf van het apparaat is bijna vol. Er is een probleem in het apparaat. Controleer het foutbericht op het display en los het probleem op. Probl. [foutnummer] met vasteschijfsyst. Zet app. uit en aan.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing Papierstoring bovenaan het duplexpad Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring aan bovenkant duplexpad, (Storing bij retour duplex, Storing duplex 1)" op pagina 144). Papierstoring in de afwerkeenheid Het papier is vastgelopen bij het afwerken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring in afwerkeenheid" op pagina 147).
Voorgestelde oplossing Betekenis Voorgestelde oplossing Nietcassette voor boekjes I is leeg. Plaats nieuwe cassette. De nietjescassette voor boekjes heeft het einde van haar levensduur bereikt. Dit bericht verschijnt als de nietjescassette volledig leeg is. Vervang de nietjescassette. Nietcassette voor boekjes I is bijna leeg. Plaats nieuwe cassette. De nietjescassette van boekjes is bijna leeg. De geschatte levensduur van de nietjescassette is bijna bereikt.
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing Reinigingseenheid transportriem is op. Plaats een nieuwe. De levensduur van de transportriemreiniging seenheid is volledig verstreken. Vervang de transportriemreinigingsee nheid door een originele eenheid van Samsung. Transportriemeenh eid is op. Vervang de cassette. De levensduur van de transportriemeenheid is volledig verstreken. Vervang de transportriemeenheid door een originele transportriemeenheid van Samsung. [tray number]-cassette is geopend.
Toestand Papier kleeft aan elkaar. • • • • Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. • • Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • • • • • Het papier blijft vastlopen. Afdrukproblemen Voorgestelde oplossingen • • • • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 171). Gebruik de geschikte papiersoort (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 171). Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen (Vervolg) Het apparaat drukt niet af. Het document is zo groot dat er onvoldoende ruimte is op de harde schijf van de computer om toegang te krijgen tot de afdruktaak. Maak extra ruimte vrij op de harde schijf en druk het document opnieuw af. Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoerbron. De papieroptie die in de Voorkeursinstellin gen voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk onjuist.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen De foto’s worden niet goed afgedrukt. De afbeeldingen zijn niet duidelijk. De resolutie van de foto is erg laag. Maak de foto kleiner. Als u de foto in de softwaretoepassing vergroot, vermindert de resolutie. Er komt voor het afdrukken stoom uit het apparaat ter hoogte van de uitvoerlade. Het gebruik van geperforeerd papier kan aanleiding geven tot de verspreiding van dampen tijdens het afdrukken. Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Toestand Voorgestelde oplossingen Toestand Voorgestelde oplossingen Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 171). • De hele partij papier is niet in orde.
Toestand Schaduwvlekken A Vervormde tekst Voorgestelde oplossingen Toestand Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
Toestand Voorgestelde oplossingen Onvolledige tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: • Als dit probleem optreedt bij transparanten probeert u een ander soort transparant. Als gevolg van de samenstelling van de transparanten kunnen onvolledige tekens voorkomen. • Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
Problemen met scannen Probleem De scanner doet het niet. Voorgestelde oplossingen • • • • • Het apparaat doet erg lang over een scanopdracht. Probleem • • • Zorg dat u het origineel met de te scannen zijde naar beneden op de glasplaat plaatst of met de te scannen zijde naar boven in de DADI. Er is mogelijk niet voldoende geheugen beschikbaar voor het document dat u wilt scannen. Ga na of de functie Voorbeeldscan werkt. Probeer een lagere scanresolutie.
Probleem Algemene PostScript-problemen Voorgestelde oplossingen Het apparaat verzendt geen faxberichten. • Een ontvangen faxbericht is gedeeltelijk blanco of is van slechte kwaliteit. • • • • • Zorg dat het origineel zich in de DADI of op de glasplaat van de scanner bevindt. Controleer het faxapparaat van de ontvanger (als er een probleem is). Er is mogelijk een probleem met het faxapparaat van de verzender. Een slechte telefoonlijn kan verbindingsproblemen veroorzaken.
Toestand Algemene Linux-problemen Voorgestelde oplossingen “Het bericht "Algemene beveiligingsfout", "OE-uitzondering", "Spool32", of "Ongeldige bewerking" verschijnt. Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken. Het bericht "Kan niet afdrukken" of "Er is een time-outfout in de printer opgetreden" verschijnt. Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht tot het apparaat klaar is met afdrukken.
Probleem Voorgestelde oplossingen Probleem Het apparaat drukt geen volledige pagina’s af. Slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt. Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger.
Algemene Mac-problemen Probleem Voorgestelde oplossingen Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Het document is afgedrukt, maar de afdruktaak is niet verdwenen uit de wachtrij in Mac OS X 10.3.2. Werk uw Mac OS-versie bij tot MAC OS X 10.3.3. of hoger.
Verbruiksartikelen en accessoires 12. In deze handleiding wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Aankoopmogelijkheden Beschikbaar verbruiksartikelen • • De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper om de lijst met beschikbare accessoires te ontvangen.
Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen bij de installatie-accessoires • • • Koppel het netsnoer los. Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is ingeschakeld. Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te voorkomen. Ontlaad statische elektriciteit. Het moederbord en de interne accessoires (netwerkinterfacekaart of geheugenmodule) zijn gevoelig voor statische elektriciteit.
De resterende levensduur van verbruiksartikelen controleren Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleer dan de levensduur van de verbruiksartikelen. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen. 1. Druk op Machine Setup > Others > Levensduur art. vanuit het hoofdscherm. 2. Controleer de levensduur van de verbruiksartikelen. 3. Druk op Back om naar het vorige scherm te gaan.
Specificaties In dit hoofdstuk vindt u informatie over de specificaties van het apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Hardwarespecificaties Milieuspecificaties Electrische specificaties Specificaties van de afdrukmedia De hier vermelde specificatiewaarden zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Zie www.samsung.com voor actuele informatie.
Electrische specificaties De voedingsvereisten zijn gebaseerd op het land/gebied waar het apparaat is verkocht. Schakel werkingsvoltages niet om. Doet u dit toch, dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie.
Specificaties van de afdrukmedia Type Normaal papier Formaat gewicht/capaciteit afdrukmedia (Enkelzijdig)a Afmetingen lade 1, 2, 3, 4 multifunctionele lade Letter 216 x 279 mm 71 tot 90 g/m2 Grootboek 279 x 432 mm • Legal 216 x 356 mm 520 vellen van 80 g/m2 voor elke papierlade Executive 184 x 267 mm • 2 000 vellen van 80 g/m2 voor de hogecapaciteitsinvoer Statement 140 x 216 mm A3 297 x 420 mm A4 210 x 297 mm A5 148 x 210 mm B4 257 x 364 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 2
Type Formaat gewicht/capaciteit afdrukmedia (Enkelzijdig)a Afmetingen lade 1, 2, 3, 4 multifunctionele lade Dun papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier 60 tot 70 g/m2 • 520 vellen stapelen • 2 000 vellen voor de hogecapaciteitsinvoer 60 tot 70 g/m2 • 100 vellen stapelen Katoen Zie Normaal papier Zie Normaal papier 75 tot 90 g/m2 • 400 vellen stapelen • 1 600 vellen voor de hogecapaciteitsinvoer 75 tot 90 g/m2 • 50 vellen stapelen Gekleurd/ voorbedrukt Zie Normaal papier Zie Normaal pa
Systeemvereisten Voordat u begint, controleer of uw systeem aan de volgende vereisten voldoet: Windows Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
Linux Item Vereisten Besturingssysteem RedHat™ Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits) Fedora 5 ~ 13 (32/64 bits) SuSE Linux 10.1 (32 bits) OpenSuSE™ 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bits) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bit) Debian 4.0, 5.
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center Web Site Country/Region Customer Care Center Web Site DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com EGYPT 08000-726786 www.samsung.com EIRE 0818 717100 www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com ESTONIA 800-7267 www.samsung.com www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.
Country/Region Customer Care Center Web Site Country/Region Customer Care Center Web Site KOSOVO +381 0113216899 www.samsung.com SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com KUWAIT 183-2255 www.samsung.com SENEGAL 800-00-0077 www.samsung.com KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com SERBIA www.samsung.com LATVIA 8000-7267 www.samsung.com 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.
Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen. 802.11 CCD 802.
kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts. soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. DIMM Emulatie De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens. Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander.
Halftoon Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan. HDD De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een magnetisch oppervlak.
MH PABX MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht.
RADIUS RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang. voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt. Tonercassette De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch).
besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-compatibele scanner. WPA WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP. WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers.
Index A aanraakscherm probleemoplossing 154 aansluiten netwerkkabel 35 printerkabel 35 accessoires bestellen 167 installeren 167 achtergrond wissen kopiëren 64 scannen 85 achterkant 27 achterzijde wissen afdrukresolutie instellen Macintosh 113 AnyWeb Print 120 afdrukken naar een bestand 111 de standaardafdrukinstellingen wijzigen 111 Macintosh 114 Windows 108 een document aan een bepaald papierformaat aanpassen 109 Windows 101 het afdrukpercentage wijzigen 109, 110 Linux 115 Macintosh 112 meerdere pa
meerdere pagina's per vel kopiëren Xop1 58 normaal kopiëren 52 programmainstelling 65 sorteren 55, 63 watermerk 62 faxen 72 foutmelding 148 functies 23 eigenschappen van afdrukmateriaal 171 functies van het apparaat 169 printerstuurprogramma 101 kwaliteit plaatsen in de automatische documentinvoer 40 op de glasplaat van de scanner 39 vastgelopen papier verwijderen 135 overlay afdrukken afdrukken 110 maken 110 verwijderen 110 scannen 86 G gedeelde map 93 L glasplaat van de scanner lade een optionel
S hoe beheren 119 Samsungprinterstatus 121 USBgeheugen beheren 119 scannen USBgeheugenapparaat afbeeldingen op de achterzijde wissen 85 basisinformatie 77, 86 de richting van originelen selecteren 83 helderheid aanpassen 83, 84 instellingen wijzigen 82 Linux 89 Macintosh 88 programmainstelling 76, 87 resolutie 83 scankwaliteit 86 taakvoltooiingsmelding 87 TWAIN 88 voor een netwerkverbinding naar email 78, 79 afdrukken 118 hoe u moet scannen 81 V veiligheid info 9 symbolen 9 verbruiksartikelen besch