CLX-9252 9352 Series SCX-8230 8240 Series Multifunctionele kleurenprinter Gebruikershandleiding imagine the possibilities Bedankt voor uw aankoop van een Samsung-product.
Inhoud COPYRIGHT 10 INLEIDING 15 AFDRUKMATERIAAL EN LADE 34 11 13 Informatie over deze gebruikershandleiding De functies van uw nieuw product 15 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 27 27 27 28 28 28 29 29 31 31 31 31 32 33 33 Apparaatoverzicht Voorkant 1 Voorkant 2 Achterkant Binnenkant (CLX-9252 9352-serie) Binnenkant (SCX-8230 8240-serie) Afbeelding met standaard afwerkeenheid (optioneel) Afbeelding met boekjes-afwerkeenheid 1 (optioneel) Afbeelding met boekjes-afwerkeenheid 2 (optioneel) Afbee
Inhoud KOPIËREN 48 46 46 46 47 47 Automatische ladekeuze Automatisch doorgaan Papier vervangen Ladeprioriteitsinstelling Het instellen van het ladebevestigingsbericht 48 48 48 49 50 51 52 52 52 53 53 Informatie over het scherm Kopiëren Het tabblad Basis Het tabblad Geavanceerd Het tabblad Afbeelding Normaal kopiëren Verschillende formaten van originelen kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De papierinvoerlade selecteren Kopieën vergroten of verkleinen Meerdere zijden kopiëren De kleurmodus sele
Inhoud BEZIG MET SCANNEN 77 77 77 78 78 79 80 80 81 81 81 82 83 84 85 86 86 87 88 88 88 88 89 89 89 90 90 91 91 92 92 93 93 93 93 94 94 94 94 95 95 95 96 96 96 96 96 97 97 97 98 98 98 Standaard Scanmethode Informatie over scanmethodes Originelen scannen en per e-mail verzenden (scannen naar e-mail) Informatie over het scherm Scannen naar e-mail Een ingescand origineel naar verschillende bestemmingen verzenden als e-mailbijlage E-mailadressen invoeren Het laatste e-mailadres opnieuw verzenden Een e-mailbe
Inhoud 99 99 100 100 100 101 101 102 102 Samsung Scan- en faxbeheer 2 gebruiken Scan Assistant Scannen met TWAIN-compatibele software Scannen in Macintosh Scannen via netwerk Scannen in Linux Scannen Instellingen voor taaktypen toevoegen Image Manager gebruiken FAXEN (OPTIONEEL) 103 Voorbereiden om te faxen 103 103 103 104 104 105 105 105 106 106 106 106 107 107 107 107 108 108 108 109 109 109 109 109 109 110 110 110 111 111 111 111 112 112 113 113 113 113 114 114 114 115 115 116 116 116 116 Faxen vana
Inhoud 117 Vorige instellingen gebruiken 117 Documenten opslaan EEN ADRESBOEK MAKEN 119 Een adresboek maken via het bedieningspaneel 119 119 Individuele adressen opslaan (Fax, E-mail) 119 Individuele adressen opslaan (SMB, FTP, WebDAV) 120 Individuele adressen bewerken 120 Groepsadressen opslaan 121 Groepsadressen bewerken 121 Een item in het adresboek zoeken 122 Een item in het adresboek verwijderen 122 Een item in het adresboek controleren 122 Een adresboek instellen met behulp van SyncThru™ Web Servic
Inhoud 144 145 145 145 145 148 148 149 149 149 149 150 150 150 Afdrukken naar een bestand (PRN) Afdrukken in Macintosh Een document afdrukken Optionele apparaten of accessoires activeren Printerinstellingen wijzigen Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier Dubbelzijdig afdrukken Afdrukken in Linux Afdrukken vanuit een toepassing Bestanden afdrukken Printereigenschappen configureren Afdrukken in UNIX Doorgaan met de afdruktaak Printerinstellingen wijzigen EEN USB-GEHEUGENAPPARAAT G
Inhoud 173 Plug-ins 173 Unified Driver Configurator in Linux gebruiken 173 De Unified Driver Configurator openen 174 Printers configuration 175 Scanners configuration 175 Ports configuration PROBLEMEN OPLOSSEN 176 Toner herverdelen 176 177 De tonercassette vervangen 179 Het reinigen van papier-stofverwijderingsstick en laders van beeldeenheden 182 De beeldeenheid vervangen 186 De cassette voor gebruikte toner vervangen 187 Vastgelopen originelen verwijderen 187 Er is een origineel vastgelopen vóór de sca
Inhoud 212 214 214 215 217 219 220 228 228 228 229 230 232 235 235 236 236 237 237 238 239 Papierstoring in de invoer van de afwerkeenheid Papierstoring bij perforeerder of afwerkeenheid Papierstoring in de invoer van de boekjes-maker (uitsluitend bij de boekjes-afwerkeenheid voor 3 250 vellen) Papierstoring in de boekjes-maker (uitlsuitend bij de boekjesafwerkeenheid voor 3 250 vellen) Papierstoring vóór de boekjesvouwer (uitsluitend bij de boekjesafwerkeenheid voor 3 250 vellen) Papierstoring na de boekj
Copyright © 2010 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • • • • • • • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor een basisbegrip van het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. Belangrijk voor zowel beginnende als professionele gebruikers. Alle gebruikers kunnen voor de installatie en het gebruik van het apparaat deze handleiding raadplegen. • • • • • • • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
Meer informatie vinden Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dat kunnen papieren of elektronische documenten zijn. Materiaalbenaming Beschrijving Installatiehandleiding Deze handleiding geeft informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies uit de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
De functies van uw nieuw product Uw nieuw apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van uw afgedrukte documenten verbeteren. Speciale functies Afdrukken met hoge snelheid en uitstekende kwaliteit De capaciteit van uw apparaat uitbreiden • • • • • • U kunt afdrukken met een resolutie tot 9 600 x 600 dpi effectieve uitvoer. (600 x 600 x 4 dpi). CLX-9352 Series drukt op papier van A4- of Letter-formaat af tot 35 ppm.
Functies per model Het apparaat voorziet alles wat u nodig hebt voor de verwerking van uw documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. Afhankelijk van het model of het land is het mogelijk dat sommige functies en optionele onderdelen niet beschikbaar zijn.
Inleiding 1.
Voorkant 2 1 Glasplaat van de scanner 5 Stroomschakelaar 2 Wit vel 6 Aansluiting netsnoer 3 Multifunctionele lade 7 USB-poort (2 EA) 4 Papierbreedtegeleider multifunctionele lade Inleiding_ 16
Achterkant 1 Kabel optionele dubbele cassette-invoer 5 USB-poort host 2 Kabel dubbelzijdige automatische documentinvoer 6 Afwerkeenheidconnector 3 Scannervergrendelingsschroef 7 Netwerkpoort 4 USB-poort Inleiding_ 17
Binnenkant (CLX-9252 9352-serie) 1 Cassette voor gebruikte toner 3 Beeldeenheden 2 Tonercassettes 4 Binnendeksel Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen. Houd de linker/rechter vergrendelingshendels vast en duw ze naar buiten. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner.
Binnenkant (SCX-8230 8240-serie) 1 Cassette voor gebruikte toner 3 Beeldeenheid 2 Tonercassette 4 Vergrendelingshendel Om de beeldeenheid te kunnen zien, moet u de cassette voor gebruikte toner verwijderen. Duw de vergrendelingshendel omhoog. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner.
Afbeelding met standaard afwerkeenheid (optioneel) 1 Voorklep standaard afwerkeenheid 6 Klep bovenaan 2 Handmatige nietmachine 7 Voorklephandgreep standaard afwerkeenheid 3 Handmatige nietknop 8 Brugeenheid 4 Afwerklade 9 Nieten 5 Bovenste lade Inleiding_ 20
Afbeelding met boekjes-afwerkeenheid 1 (optioneel) 1 Boekjeslade 6 Bovenste lade 2 Afwerklade 7 Klep bovenaan 3 Voorklep boekjes-afwerkeenheid 8 Handgreep voorklep boekjes-afwerkeenheid 4 Handmatige nietmachine 9 Brugeenheid 5 Handmatige nietknop Inleiding_ 21
Afbeelding met boekjes-afwerkeenheid 2 (optioneel) 1 Meswiel 5 Nieten 2 Hendel boekjes-maker 6 Boekjes-nieten (2 EA) 3 Vouwwiel 7 Boekjes-maker 4 Wiel voor verwijderen van papierstoring boekjes Als u de boekjes-maker wilt openen, houd u de hendel van de boekjes-maker vast en trekt u deze uit.
Afbeelding met kastonderstel en hogecapaciteitsinvoer (optioneel) 1 Kastonderstel 2 Klep rechts onderaan hogecapaciteitsinvoer 3 Hogecapaciteitsinvoer Inleiding_ 23
Overzicht van het bedieningspaneel 1 Weergavescherm Toont de huidige apparaatstatus en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. U kunt de menu’s eenvoudig instellen via het weergavescherm. 2 Status-LED Geeft de status van uw apparaat weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 25). 3 Taakstatus Toont lopende taken, taken in wachtrij, voltooide taken, actuele foutcode of beveiligde taken. 4 Teller Toont hoeveel papier er is verbruikt (zie "Teller-knop" op pagina 28).
Informatie over de status-LED De kleur van de status-LED geeft de huidige status van het apparaat aan. Beschrijving Status Uit • • Groen Rood Het apparaat is offline. Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een toets wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. Aan Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Knipperen Fax Het apparaat is faxen aan het verzenden of bezig met ontvangen.
Het apparaat aanzetten 3. Zet de stroomschakelaar aan. Gebruik het meegeleverde netsnoer voor het apparaat. Anders kan het apparaat worden beschadigd of kan er brand ontstaan. 1. Steek het netsnoer in de stroomaansluiting. • • 2. Steek het andere uiteinde in een juist geaard AC-stopcontact. Inleiding_ 26 Sommige onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn wanneer de printer aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet verbrandt wanneer u aan de binnenkant van het apparaat werkt.
Zet het apparaat uit Een printerkabel aansluiten Om het apparaat uit te schakelen drukt u minstens drie seconden lang de knop Power rechts van het bedieningspaneel in. Als het bevestigingsvenster verschijnt, drukt u op Ja in het beeldscherm en wacht u tot het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Een netwerkkabel gebruiken • • Het apparaat heeft drie types van uit-modus. Druk op Machine instellen > Algemene instellingen > Werking Aan-/uit-knop.
Het weergavescherm en handige knoppen • • Weergavescherm Met het weergavescherm op het bedieningspaneel kan het apparaat op gebruiksvriendelijke wijze worden bediend. Als u drukt op het home-pictogram ( ) op het scherm wordt het weergavescherm weergegeven. De afbeelding op het beeldscherm in deze gebruikershandleiding kan, afhankelijk van de opties of het model, van uw apparaat afwijken. • • • • Tonerinfo: toont de hoeveelheid gebruikte toner. Helderheid LCD: past de helderheid van het scherm aan.
Als u Gebruiker selecteert, kunt u het gebruik, de limiet en het resterend gebruik per gebruiker zien. Voor gedetailleerde informatie over Teller, raadpleeg de beheerdershandleiding. • • • Knop Eco Met de ecofunctie kunt u afdrukbronnen besparen en milieuvriendelijker kopiëren. Als u op de knop Eco -drukt, schakelt het apparaat de ecomodus aan of uit. Als de ecomodus aan is, ziet u de ecoafbeelding ( ) op bepaalde functies. Bepaalde opties van de functies zijn in de ecomodus niet beschikbaar.
Actief bericht Betekenis van de status Toont eventuele foutberichten en codes die zijn opgetreden. • • • • • • • • • • • • • • • nr.: toont de volgorde van de berichten. Apparaatstatusbericht: toont het foutbericht voor de actuele fouten in het apparaat. Foutcode: toont de code van het foutbericht. Detail: toont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde taak. Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Knop Help Knop Power Saver Druk op de Help knop als u niet weet hoe u een bepaalde functie moet gebruiken. Het weergavescherm toont de functionele beschrijving in Gebruikershandleiding of Beheerdershandleiding. Deze gebruikershandleidingen bevatten basisinformatie en geven gedetailleerd uitleg over elke stap in de verschillende gebruiksprocedures. Belangrijk voor zowel beginnende als professionele gebruikers. Alle gebruikers kunnen voor het gebruik van het apparaat deze handleidingen raadplegen.
De handmatige nietmachine gebruiken U kunt de handmatige nietmachine gebruiken wanneer de standaard afwerkeenheid of de boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd. Het gebruik van de handmatige nietmachine is handig bij het archiveren van meerdere pagina’s. De gebruikswijze van de handmatige nietmachine is gelijk aan die van de standaard afwerkeenheid en de boekjes-afwerkeenheid. 1. Rangschik de documenten vóór het nieten. 3. De eerste pagina van de afgedrukte documenten moet naar beneden wijzen.
De pennen- en papierclipshouder gebruiken De animatie over probleemoplossing bekijken In de pennen- en papierclipshouder kunt u pennen, papierclips en andere kleine kantooraccessoires bewaren. Aan de binnenkant van de pennen- en papierclipshouder zit een magneet om te voorkomen dat paperclips losraken. Bij storingen van het apparaat worden bepaalde foutberichten getoond met animaties die u helpen om de storing op te lossen.
Afdrukmateriaal en lade 2. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in uw apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Papier in de lade plaatsen Originelen plaatsen Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de glasplaat van de scanner of in de dubbelzijdige automatische documentinvoer. Afdrukken op speciale afdrukmedia Instellingen voor lade 2.
In de dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI) 3. Stel de breedtegeleiders in overeenkomstig het papierformaat. Originelen voorbereiden • • • • • • • Plaats geen papier dat kleiner is dan 140 x 140 mm of groter dan 297 x 432 mm. De DADI detecteert automatisch de volgende formaten van originelen Statement LEF, Statement SEF, JIS B5 LEF, JIS B5 SEF, A5 LEF, A5 SEF, A4 LEF, A4 SEF, Letter LEF, Letter SEF, B4, Ledger, Legal en A3.
• • • • • • Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmedia aan alle richtlijnen van deze gebruikershandleiding voldoen en toch geen bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van eigenschappen van de vellen, een onjuiste bediening, een ongewenst temperatuur- en vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden waarover men geen controle heeft. Voordat u grote hoeveelheden afdrukmedia koopt, controleert u of het papier voldoet aan de vereisten in deze handleiding. 1.
3. Druk de papierbreedtegeleider in en trek deze tot aan het einde van de lade. 6. Stel de papierlengtegeleider in op de gewenste papierlengte. 1 Papierbreedtegeleider 4. Buig de papierstapel en waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u het papier in de lade plaatst. 7. Na het laden van papier in de lade, drukt u de papierbreedtegeleider in en brengt u de geleider in de richting van de papierstapel tot deze de zijkant van de stapel licht raakt.
Plaats niet te veel papier in de lade. Anders kan het papier vastlopen. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. 9. Plaats de lade terug in het apparaat. Stel de papiersoort en het papierformaat voor de lade in om een document af te drukken. Voor informatie over het instellen van het papiertype en -formaat op het bedieningspaneel (zie "Instellingen voor lade" op pagina 45).
Optionele hogecapaciteitsinvoer 3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. U kunt de papierverwerkingscapaciteit van het apparaat verhogen door een optionele hogecapaciteitsinvoer te installeren. Deze lade heeft een maximale capaciteit van 2 000 vellen papier. De hogecapaciteitsinvoer is alleen geschikt voor papier van A4- of Letter-formaat. Het gebruik van fotopapier of gecoat papier kan problemen veroorzaken die herstellingen vereisen.
4. Plaats het papier in de linkerzijde van de lade met de bedrukte zijde omhoog. De linkerzijde van de lade kan maximaal 1 000 vellen normaal papier bevatten. • Plaats niet te veel papier in de lade. Anders kan het papier vastlopen. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. • Als het papier aan de rechterzijde op is, duwt de geleider automatisch het papier van de linkerzijde naar de rechterzijde. 5. Plaats de lade terug in de hogecapaciteitsinvoer.
1. Open de multifunctionele lade en trek, indien nodig, het verlengstuk eruit. 4. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en pas ze aan de breedte van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt. 2. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst. 3. Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar onder. 5.
Automatische detectie van formaten van afdrukmateriaal Dit apparaat detecteert automatisch de verschillende papierformaten. Raadpleeg de onderstaande tabel. Standaardlade/optionele dubbele cassette-invoer Multifunctionele lade Optionele hogecapaciteitsinvoer Dubbelzijdig afdrukken Letter SEFb ● o N.v.t. beschikbaar c ● ● ● beschikbaar Ledger ● ● N.v.t. beschikbaar Legal ● o N.v.t. beschikbaar Executive SEF o o N.v.t. beschikbaar Executive LEF N.v.t. o N.v.t.
Afdrukken op speciale afdrukmedia Onderstaande tabel toont het beschikbare speciale afdrukmateriaal voor elke lade. Wanneer u speciale media gebruikt, raden we u aan om vel per vel te laden. Controleer hoeveel vellen u maximaal in elke lade mag plaatsen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 242).
Etiketten • • • 1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur (circa 170 °C) van het apparaat. De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen. Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges minimaal 15 mm van de rand van de envelop blijven.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat Glanzend Plaats één vel papier per keer in de multifunctionele lade, met de glanzende zijde naar onder. • • Aanbevolen afdrukmedia: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat: HP Brochure Paper (Product: alleen bij Q6611A). Aanbevolen afdrukmedia: glanzend papier (A4) voor dit apparaat HP Superior Paper 160 glossy (product: alleen bij Q6616A).
Het papiertype instellen Automatisch doorgaan 1. Druk op Machine instellen > Instellingen voor lade > Instellingen > selecteer de gewenste lade in het scherm. Met deze optie kunt u toch doorgaan met afdrukken wanneer de ingestelde papiergrootte niet overeenstemt met het papier in de lade. Als deze optie geactiveerd is, gaat het apparaat door met afdrukken op vergelijkbaar of groter papierformaat.
Ladeprioriteitsinstelling Het instellen van het ladebevestigingsbericht Als u geen lade voor het afdrukken selecteert, wordt de lade geselecteerd volgens de ingestelde volgorde in Prioriteitinstelling lade. Als er in de lade niet het gewenste papier zit, drukt het apparaat automatisch af in de ingestelde volgorde van de laden. 1. Druk op Machine instellen > Instellingen voor lade > Instellingen > Prioriteitinstelling lade.
Kopiëren 3. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Een programma-instelling gebruiken Documenten opslaan Het menu Snel kopiëren gebruiken Informatie over het scherm Kopiëren • Als u in het scherm op Kopie drukt, verschijnt het scherm Kopie dat verschillende tabbladen en opties voor kopiëren bevat. Alle opties zijn gegroepeerd per functie zodat u uw keuze gemakkelijk kunt configureren.
• • • • • • Formaat van origineel: selecteert het actuele papierformaat van de originelen (zie "Het formaat van de originelen selecteren" op pagina 59). Oorspronkelijke stand: selecteert de afdrukstand van de originelen (zie "De richting van originelen selecteren" op pagina 59). kopie ID: hiermee drukt u dubbelzijdige originelen af op één vel papier. Deze functie is handig voor het kopiëren van kleine documenten zoals visitekaartjes (zie "Identiteitskaart kopiëren" op pagina 60).
Normaal kopiëren 5. Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel. Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het kopiëren van originelen. 1. Druk in het scherm op Kopie. 6. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. 2.
• U kunt de huidige taak en de taken in de wachtrij verwijderen met de knop Taakstatus op het bedieningspaneel. Selecteer de taak die u wilt annuleren en druk op Verwijd. (zie "Knop Job Status" op pagina 29). 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Plaats de originelen van verschillend formaat met de bedrukte zijde naar boven in de DADI. Na het plaatsen van de originelen in de DADI, lijn het papier uit en duw het papier voorzichtig naar de achterzijde van de DADI-breedtegeleider.
De instellingen per kopie wijzigen 100 ~ 71% 70 ~ 31% 30 ~ 11% Op het tabblad Basis van het scherm Kopie kunt u kopieerfuncties selecteren voordat u begint met kopiëren. De tabbladinstelling Basis geldt alleen voor de huidige kopieertaak. Dit betekent dat de geselecteerde instellingen niet van toepassing zijn op de volgende kopieertaak.
U kunt ook de afbeelding op het papoer verkleinen en vergroten met de knop meer. U kunt een optie selecteren door op een knop in de lijst Verkleinen en Vergroten te drukken. Gebruik de pijl-link/rechts om de af te drukken kopie 1% tussen 25 ~ 400% te verkleinen of te vergroten. • XY-zoomen: met deze knop kunt u de x (breedte) en y (hoogte) verkleinen en vergroten tussen 25 ~ 400%. Voer de waarde in het invoergebied x of y in met behulp van het numerieke toetsenbord.
Origineel • Druk op het tabblad Basis > Uitvoer en selecteer de kopieeruitvoeropties die u wilt. Kopie • Z/W: selecteer deze instelling om een zwart-wit afdruk te maken, ongeacht of het gescande document in kleur of zwart-wit is. Zie de onderstaande voorbeeldafbeeldingen. Afhankelijk van de omstandigheden en de kwaliteit van de originelen kan de kwaliteit van de afdrukken afwijken van die van de voorbeeldafbeeldingen.
• - Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de standaard afwerkeenheid of de boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd. • Deze functie is alleen beschikbaar bij afdrukmateriaal van Letter- en A4-formaat. • Voor u deze functie gebruikt, moet u het papier laden in de laden met SEF (Short edge feed) en LEF (Long edge feed). De richting van de papierinvoer in lade 1 is bijvoorbeeld SEF, terwijl de richting van de papierinvoer in lade 2 LEF is. Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
Richting van het origineel (DADI/glasplaat van de scanner) In de DADI Op de glasplaat van de scanner In de DADI Oorspronkelijke stand (weergavescherm) De papierinvoerrichting in de lade Beschikbaar Nieten Richting Staande afbeeldingen Long Edge Feed (LEF) Links of Rechts Liggende afbeeldingen LEF Boven Staande afbeeldingen Short Edge Feed (SEF) Boven Liggende afbeeldingen SEF Links of Rechts Staande afbeeldingen LEF Boven Liggende afbeeldingen LEF Staande afbeeldingen Liggende afbeel
• Perforeren: de gaten worden in de afdrukken geperforeerd zodat u ze kunt archiveren. Afhankelijk van de door u gekozen opties zal het resultaat variëren. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor u de optie Perforeren gebruikt.
• - - De perforatiefunctie is alleen beschikbaar wanneer de perforatiekit in de optionele standaard of boekjes-afwerkeenheid is geïnstalleerd. • Het aantal perforatiegaten is afhankelijk van de perforatiekit. U kunt de 2/3-gaten perforatiekit of de 2/4-gaten perforatiekit aanschaffen. • Wanneer u de perforatiefunctie gebruikt, is alleen de afwerklade beschikbaar voor afdrukken.
Bijzondere kopieerfuncties gebruiken Het aangepaste formaat verschilt afhankelijk van de plaats van de originelen. Op het tabblad Geavanceerd of Afbeelding van het scherm Kopie kunt u specifieke kopieerfuncties selecteren. Het formaat van de originelen selecteren Als het formaat van het originele document niet automatisch kan worden herkend of wanneer u een bepaalde documentgrootte wilt selecteren, kunt u na het opgeven van het scanformaat van het document kopieën maken.
• Staande afbeeldingen: selecteer deze instelling voor een geladen origineel met de bovenkant naar de achterkant van het apparaat. De DADI gebruiken • De glasplaat van de scanner gebruiken Pictogram Identiteitskaart kopiëren Hierbij wordt één zijde van het origineel op de bovenste helft van het vel papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft, zonder het origineel te verkleinen. Deze functie is met name handig voor het kopiëren van kleine documenten zoals visitekaartjes.
6. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat begint te scannen. 7. Keer het origineel om, plaats het op de glasplaat zoals hieronder aangegeven en sluit de DADI. Meerdere pagina's per vel kopiëren (X-op-1) Het apparaat verkleint het formaat van de afbeeldingen en drukt 2 – 32 pagina’s op één vel papier af. Laat bij het plaatsen van een origineel op de glasplaat van de scanner een kleine ruimte tussen de rand van de glasplaat en het origineel.
6. Druk op de juiste paginavolgorde. • Afhankelijk van de door u gekozen opties zal het resultaat variëren. Raadpleeg de onderstaande tabel voordat u de optie 2-op-1 gebruikt.
Richting van het origineel (DADI/glasplaat van de scanner) In de DADI Oorspronkelijke stand (weergavescherm) Liggende afbeeldingen De papierinvoerrichting in de lade LEF of SEF Beschikbare richting Boven-naar-onde r of Onder-naar-bove n Resultaat Boven-naar-onder Onder-naar-boven Op de glasplaat van de scanner In de DADI Staande afbeeldingen LEF of SEF Op de glasplaat van de scanner a. LEF betekent lange zijde-invoer (Long Edge Feed). b. SEF betekent korte zijde-invoer (Short Edge Feed).
Beeld herhalen Deze optie drukt meerdere kopieën van de originele afbeelding af op dezelfde zijde van een enkele pagina. Als u een ander origineel in de DADI hebt, worden andere originele afbeeldingen op dezelfde wijze afgedrukt. • • • Als u deze optie gebruikt, zijn X-op-1, Boekje en Boekje kopiëren in het tabblad Geavanceerd niet geactiveerd. Wanneer u Autom. herhalen selecteert, is de optie Auto aanpassen niet beschikbaar voor de functie Verklein/Vergrot.
• Aangepaste marge: u kunt de marge van het papier aanpassen. - Boven & onder: past de boven- of ondermarge van het papier aan met behulp van de pijltoetsen. 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 34). 3.
- Boek kopiëren Links: het gedrukte boekje wordt naar links geopend. Met deze functie kunt u een boek kopiëren. Als het boek te dik is, opent u de DADI tot de scharnieren niet verder kunnen en sluit u het DADI weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm, kopieert u met de DADI open. • • - • Rechts: het gedrukte boekje wordt naar rechts geopend. Vouwen en nieten: selecteer deze instelling om afdrukken te vouwen en te nieten. - Uit: hiermee schakelt u deze functie uit.
• Beide pagina’s (vanaf links): drukt beginnend bij de linkerpagina beide tegenoverelkaarliggende pagina’s af. • Beide pagina’s (vanaf rechts): drukt beginnend bij de rechterpagina beide tegenoverelkaarliggende pagina’s af. Boek centreren en rand wissen: wist de schaduwen van de bindings- of boekrand in het midden en aan de zijkanten van kopieën. 6. Druk in het scherm op OK. 7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. 4.
• 7. Druk in het scherm op OK. Als u Transparanten niet heeft geselecteerd bij stap 3, dan verschijnt er een pop-upvenster. Andere vooraf ingestelde waarden: hiermee kunt u eenvoudig veelgebruikte waarden selecteren. 8. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, bijvoorbeeld in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK". U kunt de tekst alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken.
Stempel 4. Druk in het scherm op het tabblad Geavanceerd > Overlay > Aan. 5. Druk op de juiste optie. Drukt de datum en tijd, paginanummer of gebruikers-id af op de afdrukken. Wanneer u deze optie gebruikt, worden Boekje en Poster in het tabblad Geavanceerd geactiveerd. Als de functie Overlay door uw beheerder is ingesteld met de modus Geforceerd aan van Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Instellingen voor kopiëren > Overlay, kunt u niet alle overlayopties instellen of wijzigen.
Poster kopiëren De dubbelzijdige scansnelheid selecteren Uw origineel wordt in 9 delen verdeeld. U kunt de afgedrukte pagina’s aan elkaar kleven om er een poster van te maken. Met deze optie kunt u de scansnelheid verhogen. In dit geval bespaart u werkuren. Maar de kopieerkwaliteit kan minder zijn. • • • Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar als u via de glasplaat kopieert. Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar als u Origineel (100%) in Verklein/Vergrot selecteert.
1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 34). 3. Pas de instellingen van elke kopie, zoals Papierinvoer, Verklein/ Vergrot, Dubbelzijdig en meer, in het tabblad Basis aan (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 52). 4.
Randen wissen 5. Druk op de pijl-links/rechts om het niveau te wijzigen. U kunt het origineel zonder randen of marges kopiëren. U kunt deze functie niet gebruiken als u Boekje kopiëren gebruikt (zie "Boek kopiëren" op pagina 66). Zie de onderstaande voorbeeldafbeeldingen. Afhankelijk van de omstandigheden en de kwaliteit van de originelen kan de kwaliteit van de afdrukken afwijken van die van de voorbeeldafbeeldingen. 1. Druk in het scherm op Kopie. 2.
De achtergrond aanpassen Zie de onderstaande voorbeeldafbeeldingen. Afhankelijk van de omstandigheden en de kwaliteit van de originelen kan de kwaliteit van de afdrukken afwijken van die van de voorbeeldafbeeldingen. Laag Gematigd laag Origineel Gematigd hoog Deze functie is handig als u originelen kopieert die kleuren op de achtergrond bevatten, zoals bij kranten of catalogi. Hoog 6. Druk in het scherm op OK. 7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren.
3. Pas de instellingen van elke kopie, zoals Papierinvoer, Verklein/ Vergrot, Dubbelzijdig en meer, in het tabblad Basis aan (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 52). 4. Druk op het tabblad Afbeelding > Afbeelding aan achterkant wissen. 5. Druk op de juiste optie. • Uit: hiermee schakelt u deze functie uit. • Wissen: des te hoger het getal, des te lichter het achtergrondbeeld. 6. Druk in het scherm op OK. 7. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen kopiëren. 5.
Programma's beheren Documenten opslaan 1. Druk in het scherm op Kopie. 2. Druk op Programma's > Lijst. 3. Druk op de juiste optie. U kunt gescande originelen opslaan in Doc.vak (de harde schijf van het apparaat) van uw apparaat. U kunt indien nodig de opgeslagen documenten in Doc.vak afdrukken. • 1. 2. 3. • Alles selecteren: selecteert alle programma’s om alles te verwijderen. • Detail: toont gedetailleerde informatie van het geselecteerde programma. • Bewer.
Het menu Snel kopiëren gebruiken 3. Pas de instellingen voor elke kopie aan, zoals Verklein/Vergrot, Dubbelzijdig/X-op-1, Uitvoer, Papierinvoer, etc. Met het menu Snel kopiëren kunt u snel kopieeropties instellen zonder naar een onderliggend menu of ander tabblad te gaan. Dit menu beschikt echter niet over alle kopieeropties.
Bezig met scannen 4. Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan.
Originelen scannen en per e-mail verzenden (scannen naar e-mail) U kunt originelen scannen en de gescande afbeelding vanaf het apparaat per e-mail naar verschillende bestemmingen verzenden. Om een afbeelding te scannen en als bijlage via e-mail te verzenden moet u eerst de netwerkparameters, SMTP-instellingen en Scannen naar e-mail-instellingen instellen met behulp van het bedieningspaneel of SyncThru™ Web Service.
Het tabblad Afbeelding • Met de pijl-omhoog/omlaag, links onderaan, kunt u naar de volgende of vorige pagina gaan. • • Bestandsindeling: selecteert de bestandsindeling van de gescande uitvoer (zie "Bestandsind." op pagina 95). Bestandnaam: maakt de bestandsnaam van het bestand dat wordt verstuurd (zie "Bestandsnaam" op pagina 96). Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis.
• • • Als u de huidige scantaak wilt annuleren, drukt u op Stop op het bedieningspaneel. U kunt de huidige taak en de taken in de wachtrij verwijderen met de knop Taakstatus op het bedieningspaneel. Selecteer de taak die u wilt annuleren en druk op Verwijd. (zie "Knop Job Status" op pagina 29). U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het apparaat bezig is met het verzenden van een e-mailbericht. Als u de invoergebieden Adres afzender, Onderwerp en Bericht in Apparaatinst.
Een e-mailbevestigingsrapport afdrukken Informatie over het scherm Scannen naar server U kunt het apparaat zo instellen dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt waarin wordt aangegeven of de e-mail is verzonden. Druk op Scannen naar server in het scherm. Als een rapport tekens of lettertypes bevat die niet worden ondersteund door het apparaat, verschijnt in plaats van de tekens/ lettertypes het woord Unknown in het rapport. Het tabblad Basis 1. Druk op Apparaatinst.
Het tabblad Geavanceerd • • • • • • • • • • • • • • Formaat van origineel: selecteert het formaat van originelen (zie "Het formaat van de originelen selecteren" op pagina 90). Oorspronkelijke stand: selecteert de afdrukstand van de originelen (zie "De richting van originelen selecteren" op pagina 90). Uitgesteld verzenden: stelt het apparaat in om een gescande afbeelding zonder uw tussenkomst op een later tijdstip te verzenden (zie "Het verzenden van een gescande afbeelding uitstellen" op pagina 91).
6. Stel de scankwaliteit in met Dubbelzijdig en Resolutie (zie "Dubbelzijdig scannen van originelen" op pagina 89 en "De resolutie wijzigen" op pagina 89). 7. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat begint met te scannen en verzendt het origineel daarna naar de opgegeven server. Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja.
9. Druk op het invoergebied van Gebruikersdomein. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer het gebruikersdomein van de server in. Druk vervolgens op OK. • • Ingeval WebDAV, Gebruikersdomein niet verschijnt. Als de ingevoerde SMB-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg of voert u de computernaam van de SMB-server in. • Als de ingevoerde FTP-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg. 10. Druk op het invoergebied van Bestandsmap. Het pop-uptoetsenbord verschijnt.
• Toevoegen aan adres: maakt het mogelijk om een serveradres toe te voegen in de Recent resultaten van het Adresboek. • Verwijd.: maakt het mogelijk om een serveradres te verwijderen in de Recent resultaten. Druk op het serveradres dat u wilt verwijderen. Druk vervolgens op Verwijd.. 7. Stel de scankwaliteit in met Dubbelzijdig en Resolutie (zie "Dubbelzijdig scannen van originelen" op pagina 89 en "De resolutie wijzigen" op pagina 89). 8. Druk op de knop Start om het bestand te scannen en te verzenden.
Originelen scannen en verzenden naar een USB-geheugenapparaat (scannen naar USB) 9. Klik op Delen > Share this folder > Machtigingen. U kunt een document scannen en de gescande afbeelding op een USB-geheugenapparaat opslaan. Wanneer u een document scant, gebruikt het apparaat de standaardinstellingen, zoals de resolutie. U kunt bovendien uw eigen scaninstellingen aanpassen (zie "De instellingen van de scanfunctie wijzigen" op pagina 89).
Het tabblad Geavanceerd voorkant dat de afbeelding op de achterzijde van het origineel wordt meegescand (zie "Afbeeldingen op de achterzijde wissen" op pagina 94). Scan naar rand: scant originelen van rand tot rand (zie "Scan naar rand" op pagina 94). Terug: hiermee keert u terug naar het tabblad Basis. • • Het tabblad Uitvoer • • • • • Formaat van origineel: selecteert het formaat van originelen (zie "Het formaat van de originelen selecteren" op pagina 90).
Opgeslagen documenten toevoegen 3. Druk in het scherm op Naar USB scannen. 4. Druk op het tabblad Basis. Wanneer u een opgeslagen document via Scannen naar e-mail of Scannen naar server naar e-mail of server verzendt, kunt u met deze optie een opgeslagen document in het documentenvak toevoegen. U kunt alleen opgeslagen documenten van het documentenvak toevoegen. Om documenten toe te voegen moeten ze eerst in het documentenvak zijn opgeslagen (zie "Documentenvak" op pagina 155).
Hulpmiddelen De instellingen van de scanfunctie wijzigen Functie Verkleint 2 tot 4 keer de voorbeeldafbeelding. U kunt de verkleinde afbeelding bekijken. Vergroot 2 tot 4 keer de voorbeeldafbeelding. U kunt het gewenste deel van de uitvergrote afbeelding zien. Past de voorbeeldafbeelding aan, aan de grootte van het voorbeeldscherm. Als de gescande afbeelding meerdere pagina’s bevat, druk dan op de pijl-links/rechts om de andere pagina’s van te voren zien.
Functie Resolutie (dpi) Bestandsindeling Scannen naar e-mail 100, 200, 300, 400, 600 JPEG, PDF, TIFF, XPS Scannen naar USB 100, 200, 300, 400, 600 JPEG, PDF, TIFF, XPS Scannen naar server 100, 200, 300, 400, 600 JPEG, PDF, TIFF, XPS De richting van originelen selecteren 1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Oorspronkelijke stand en selecteer vervolgens de richting van het origineel. Het formaat van de originelen selecteren 1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Formaat van origineel.
Het verzenden van een gescande afbeelding uitstellen Boek scannen U kunt uw apparaat instellen om een gescande afbeelding op een later tijdstip automatisch te verzenden. De gescande afbeelding wordt in het geheugen opgeslagen. 1. Druk in het scherm op het tabblad Geavanceerd > Uitgesteld verzenden > Aan. 2. Druk op het invoergebied van Taaknaam. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer de gewenste taaknaam in. Als u geen taaknaam invoert, kent het apparaat de taaknaam "Taak uitstellen" toe. 3.
• Beide pagina’s (vanaf rechts): scant beginnend bij de rechterpagina beide tegenoverelkaarliggende pagina’s. Om een taakvoltooiingsmelding te kunnen ontvangen, moet u de netwerkparameters en de e-mailinstellingen instellen met behulp van het bedieningspaneel of SyncThru™ Web Service. Voor gedetailleerde informatie over hoe u de netwerkparameters en de e-mailinstellingen instelt, raadpleeg de beheerdershandleiding op de meegeleverde cd. 3. Druk in het scherm op OK.
Het type origineel selecteren • Met de instelling oorspronkelijk type kunt u de scankwaliteit verbeteren door het type document voor de huidige scanopdracht te selecteren. 1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Type origineel. Mono: Hiermee wordt een afbeelding in zwart-wit weergegeven. 1 bit per pixel. 3. Druk in het scherm op OK. Tonersterkte wijzigen U kunt de tonerdichtheid van de gescande uitvoer selecteren.
Contrast aanpassen Afbeeldingen op de achterzijde wissen Deze parameter kan worden gebruikt om het origineel levendiger of vloeiender te maken. 1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > contrast. 2. Druk op de pijl-links/rechts om het contrastniveau te verhogen. Deze functie voorkomt bij het scannen van de voorkant dat de afbeelding op de achterzijde van het origineel wordt meegescand Als u deze functie gebruikt, is Achtergrond aanpassen in het tabblad Afbeelding niet actief. 1.
Kwaliteit Bestandsind. Met deze optie kunt u een document van hoge kwaliteit verkrijgen. Des te hoger de kwaliteit die u selecteert, des te groter wordt het bestandsformaat. 1. Druk in het scherm op het tabblad Uitvoer > Kwalit.. U kunt de bestandsindeling selecteren voordat u de scantaak uitvoert. 1. Druk in het scherm op het tabblad Uitvoer > Bestandsindeling. 2. Druk op de juiste optie. • Beste: levert een hoge kwaliteitsafbeelding op, maar het bestandsformaat zal groter zijn.
Bestandsnaam • U kunt de naam maken van het bestand dat als bijlage moet worden verzonden. Als u geen bestandsnaam maakt voor u het bestand via e-mail verstuurt, maakt het apparaat automatisch een bestandsnaam. De door het apparaat gemaakte bestandsnaam is gebaseerd op de id van de aangemelde gebruiker en de datum en tijd. • Als er niemand is aangemeld op het apparaat, toont [Zonder titel] de gebruikersid in de naam. • De tijd in de naam is gebaseerd op de 24-uursnotatie.
Programma’s beheren 6. Druk op het invoergebied van Naam programma. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer de gewenste programmanaam in. Druk vervolgens op OK. U kunt de waarden van ingestelde Programma’s bekijken door omhoog of omlaag te schuiven en de waarden controleren met behulp van de pijl-omhoog/omlaag. 1. Druk op Scannen naar e-mail, Scannen naar server of Scannen naar USB op het scherm. 2. Druk op Programma’s > Lijst. 3. Druk op de juiste optie. 7. Druk op Opslaan.
Documenten opslaan U kunt gescande originelen opslaan in Doc.vak (de harde schijf van het apparaat) van uw apparaat. Indien nodig kunt u de opgeslagen documenten in Doc.vak afdrukken. • 1. 2. 3. 4. 5. 6. Raadpleeg het hoofdstuk Doc.vak voor meer informatie over het gebruik van Doc.vak (zie "Documentenvak" op pagina 155). • Als er belangrijke gegevens zijn opgeslagen in de Doc.vak raden wij u aan om regelmatig een back-up van uw gegevens te maken.
Bestandsindeling is alleen actief wanneer u het toepassingsprogramma als Mijn documenten selecteert. 10. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen scannen. • De gescande afbeelding wordt opgeslagen in de map Mijn documenten > Mijn afbeeldingen > Samsung op de computer. • U kunt ook scannen door in Windows te drukken op Start > Configuratiescherm > Samsung Scan- en faxbeheer 2 > Snel scannen (zie "Scan Assistant" op pagina 99).
- waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van de optie die Scanassistent biedt. • • • • Favorieten: hiermee kunt u de huidige voorkeursinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Als u Favorieten opslaat, worden alle huidige scaninstellingen opgeslagen. Om een opgeslagen instelling te gebruiken, kiest u het uit de vervolgkeuzelijst Favorieten. Het apparaat is nu ingesteld om te scannen op basis van de geselecteerde instellingen.
• Als er een waarschuwing verschijnt, klikt u op Poort wijzigen om een poort te selecteren. Als de gebruikersinterface van TWAIN verschijnt, klikt u op het tabblad Voorkeuren op Poort wijzigen om de poort te selecteren. • Raadpleeg Scan- en faxbeheer voor het gebruik van Poort wijzigen (zie "Scaninformatie instellen in Scan- en faxbeheer" op pagina 101). In Mac OS X 10.5 Controleer of het selectievakje Verbonden naast uw apparaat is ingeschakeld is in Bonjour-apparaten.
Klik op Default om de standaardinstelling voor de scanopties te herstellen. 9. Als u klaar bent, klikt u op Scan om het scannen te starten. Links onderaan het venster verschijnt de statusbalk die de voortgang van het scanproces aangeeft. Als u het scannen wilt annuleren, klikt u op Cancel. 10. De gescande afbeelding verschijnt. Gebruik de werkbalk om de gescande afbeelding te bewerken (zie "Image Manager gebruiken" op pagina 102). 11. Als u klaar bent, klikt u op Save op de werkbalk. 12.
Faxen (optioneel) 5. Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van het apparaat als faxtoestel. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • • Voorbereiden om te faxen Faxen vanaf uw computer Uitleg over het faxscherm Een fax verzenden Een fax ontvangen De documentinstellingen aanpassen • • U kunt dit apparaat niet als een faxapparaat gebruiken via een internettelefoonlijn. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie.
Een lijst met verzonden faxberichten controleren (Windows) U kunt een lijst met verzonden faxberichten op uw computer controleren. Klik in het menu Start op Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > Network PC Fax > Faxjournaal. Het Faxjournaal wordt dan weergegeven met alle faxen die u hebt verstuurd. Voor meer informatie over Faxjournaal klikt u op Help. Een fax verzenden (Macintosh) Om een fax te versturen vanaf uw computer moet het programma Faxhulpprogramma’s geïnstalleerd zijn.
Uitleg over het faxscherm • Als u de faxfunctie wilt gebruiken, drukt u op Fax in het scherm. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de optionele faxkit op uw apparaat installeren. Wordt er een ander scherm weergegeven, druk dan op ( beginscherm te gaan. ) om naar het • • • • • • • • • • • : Met deze knop kunt u rechtstreeks naar het menu USB, Kopie, Doc.vak, etc., gaan. Druk op deze knop en selecteer het gewenste menu waar u naar toe wilt.
Het tabblad Afbeelding Instellen van faxhoofd In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op iedere uitgaande fax uw faxnummer te vermelden. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Apparaat-id & faxnummer op het scherm. • • • • • • Type origineel: verbetert de faxkwaliteit op basis van het originele documenttype dat wordt gescand (zie "Het type origineel selecteren" op pagina 112).
• • • Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op Stop op het bedieningspaneel voordat het apparaat met het verzenden van de fax begint. U kunt ook op de knop Taakstatus op het bedieningspaneel drukken en de taak selecteren die u wilt verwijderen. Druk op Verwijd. (zie "Knop Job Status" op pagina 29). Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja.
Het laatste nummer opnieuw kiezen 7. Druk op het tabblad Geavanceerd > Uitgesteld verzenden > Aan. 1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 34). 2. Druk op Fax op het scherm. 3. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie "De documentinstellingen aanpassen" op pagina 111). 4.
5. Druk op OK om de informatie op te slaan. 7. Druk op het tabblad Geavanceerd > Prioritair verzenden. Handmatig ontvangen in telefoonmodus U kunt een faxoproep ontvangen door te drukken op Op de haak en vervolgens op Start wanneer u de faxtoon van het extern faxapparaat hoort. Het apparaat ontvangt een fax. Automatisch ontvangen in Antwoordapparaat/ Faxmodus Als u deze modus wilt gebruiken, moet u een antwoordapparaat aansluiten op de EXT-uitgang aan de achterzijde van uw apparaat.
Wanneer het apparaat in deze modus een fax ontvangt, wordt Afdrukk. geactiveerd. Als u de beveiligde faxberichten wilt afdrukken, druk dan op Afdrukk.. Alle beveiligde faxberichten worden afgedrukt. 4. Druk op Hele dag als u wilt dat inkomende faxberichten altijd naar het geheugen gaan. In andere gevallen, gaat u door met de volgende stap. 5. Druk op Starttijd en stel de specifieke starttijd in met de pijltoetsen omhoog/omlaag of links/rechts. Druk op OK. 6.
De documentinstellingen aanpassen Faxen van beide zijden van originelen Voordat u een fax verzendt, kunt u de documentinstellingen aanpassen, zoals de resolutie, tonerdichtheid, kleuren, duplex-functie, etc. Zie de uitleg voor dit gedeelte. Deze functie is speciaal bedoeld voor dubbelzijdige originelen. U kunt instellen of het apparaat een enkelzijdige of dubbelzijdige fax moet verzenden. 1. Druk op het tabblad Geavanceerd > Dubbelzijdig en selecteer vervolgens de richting van het origineel.
De DADI gebruiken • De glasplaat van de scanner gebruiken Pictogram Liggende afbeeldingen: Selecteer deze instelling voor een geladen origineel in de DADI met de bovenkant van het originele document naar de linkerzijde van het apparaat, of een origineel document op de glasplaat van de scanner geplaatst met de bovenkant van het originele document naar de rechterzijde van het apparaat.
De kleurmodus selecteren 1. Druk op het tabblad Afbeelding > Achtergrond aanpassen. Met deze functie kunt u een kleurenfax verzenden. 1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Kleurmodus. 2. Druk op de juiste optie. • Uit: hiermee schakelt u deze functie uit. • Auto: de achtergrond wordt geoptimaliseerd. • Verbet.: hoe hoger het getal, hoe levendiger de achtergrond. • Wissen: hoe hoger het getal, hoe lichter de achtergrond. 3. Druk op OK. 2. Druk op de juiste optie.
Een fax doorsturen naar een ander nummer Het instellen van de faxdoorstuurinstelling U kunt uw apparaat instellen om een verzonden of ontvangen fax naar ander nummers door te sturen per fax, e-mail; SMB, FTP. etc. Dit is een handige functie wanneer u een fax moet ontvangen maar niet op kantoor bent. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Inst. fax doorsturen op het scherm. Informatie over de Inst. fax doorsturen opties Druk op Apparaatinst.
Het instellen van junkfaxnummers Een rapport faxrapport Dit apparaat accepteert geen faxen van externe stations, waarvan de nummers in het geheugen als spam- en junkfaxnummers zijn opgeslagen. U kunt tot 10 ongewenste faxnummers instellen. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Faxinstellingen > Instelling ongewenste faxen op het scherm. 2. Druk op Aan om deze functie te activeren.
Een programma-instelling gebruiken Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. U kunt tevens de instellingen van voorgaande taken gebruiken. Programma's opslaan 1. Druk op Fax op het scherm. 2. Pas de documentinstellingen in het tabblad Geavanceerd of Afbeelding aan (zie "De documentinstellingen aanpassen" op pagina 111). 3. Druk op het tabblad Basis. 4. Selecteer Resolutie (zie "De resolutie wijzigen" op pagina 112). 5. Druk op Programma's. 4. 5. 6. 7.
Documenten opslaan Vorige instellingen gebruiken 1. Plaats de originelen in de DADI met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner en sluit de DADI (zie "Originelen plaatsen" op pagina 34). 2. Druk op Fax op het scherm. 3.
9. Druk op het invoergebied Bestandnaam. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer de gewenste bestandsnaam in. Druk op OK. 10. Selecteer een bestemming en druk op OK. 11. Druk op Start op het bedieningspaneel om te beginnen met scannen, een fax te verzenden en op te slaan, of uitsluitend op te slaan. Als u een origineel op de glasplaat van de scanner legt, toont het apparaat een venster waarin u wordt gevraagd of u nog een pagina wilt laden. Plaats een ander origineel en druk op Ja.
Een adresboek maken 6. Deze handleiding beschrijft de richtlijnen voor het adresboek. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een adresboek maken via het bedieningspaneel • Een adresboek maken via het bedieningspaneel Veelgebruikte faxnummers, e-mailadressen, SMB-serveradressen, FTP-serveradressen en WebDAV-serveradressen kunt u in het apparaat opslaan. • Individueel: hiermee kunt u informatie van maximaal 500 ontvangers opslaan.
6. Druk op het invoergebied Gebruikerswachtwoord. Voer vervolgens het wachtwoord in met behulp van het pop-upvenster. Druk op OK. 7. Druk op het invoergebied Gebruikersdomein. Voer vervolgens de domeinnaam in met behulp van het pop-upvenster. Druk op OK. • • Ingeval WebDAV, Gebruikersdomein niet verschijnt. Als de ingevoerde SMB-server geen geregistreerd domein heeft, laat u dit veld leeg of voert u de computernaam van de SMB-server in. 8. Druk op het invoergebied Pad.
Groepsadressen bewerken Een item in het adresboek zoeken 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm. 2. Druk op de naam van de groep die u wilt bewerken. Druk vervolgens op Bewerken. U kunt de adressen zoeken die in het adresboek zijn opgeslagen. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm. U kunt adressen in een specifieke categorie zoeken, zoals Index, Individueel, Groep, Favoriet, Email, Fax, etc.
Een item in het adresboek verwijderen U kunt het geselecteerde adres uit het adresboek verwijderen. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Adresboek op het scherm. 2. Druk op het adres dat u wilt verwijderen. Druk op Verwijd.. Een adresboek instellen met behulp van SyncThru™ Web Service U kunt eenvoudig adressen opslaan vanaf netwerkcomputers met SyncThru™ Web Service. Alleen gemachtigde gebruikers van het apparaat kunnen via een aanmelding SyncThru™ Web Service adressen opslaan.
15. Voer de aanmeldingsnaam in bij Aanmeldingsnaam. • Bij SMB of FTP, wanneer u wilt dat de server toegang verleent aan niet-gemachtigde personen. Druk op het vakje Anoniem. Dit selectievakje is standaard uitgeschakeld. Als u het vakje Anoniem hebt aangevinkt, ga dan naar stap 18. • Bij WebDAV, kunt u de bestanden gecodeerd versturen door SSL aan te vinken. Als het apparaat en de ontvangende WebDAV-server van de SSL (Secure Sockets Layer) optie verschillen, zou de overdracht kunnen mislukken.
6. Klik op Aanmelding. Als u SyncThru™ Web Service vijf minuten lang niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld. 7. Klik op Adresboek. 8. Vink het adres aan dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Als u het selectievakje van de kolomkop hebt ingeschakeld, worden alle adressen gemarkeerd. Klik op OK als het bevestigingsvenster verschijnt. Adressen zoeken in Individueel adresboek 1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser. 2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in.
8. Klik op Exporteren. Het venster Exporteren wordt geopend. Als u geen individuele adressen wilt toevoegen aan de gemaakte groepsadressen, slaagt u deze stap over. U kunt de volgende keer individuele adressen toevoegen door op Groepsdetails te drukken. 12. Klik op Toepassen. Het venster Toevoegen wordt geopend. 9. Klik op Exporteren. Vervolgens het adresboekbestand opgeslagen in uw computer. 13. Controleer de adressen die u wilt toevoegen aan Groepsadresboek in Individueel adresboek. 14.
Groepsadressen verwijderen in een Groepsadresboek • 1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser. 2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in. (Voorbeeld, http://123.123.123.123) 3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service. • Indien nodig kunt u de taal instellen in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service. 4. Klik op Aanmelding. Het venster Aanmelding wordt geopend. 5.
Bezig met afdrukken 7. In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • • • • • • Systeemvereisten Introductie van handige softwareprogramma’s Eigenschappen van het printerstuurprogramma Eenvoudige afdruktaken Voorkeursinstellingen openen Help gebruiken Apparaatopties instellen Speciale kopieerfuncties gebruiken De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows XP.
UNIX XPS-printerstuurprogramma Onderdeel • Vereisten Besturingssysteem Sun Solaris 8, 9, 10 (x86, SPARC) IBM AIX 5.x HP-UX 11i (PA-RISC, Itanium) Vrije schijfruimte Tot 100 MB • Een XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie. U kunt het XPS-printerstuurprogramma installeren door de software-cd in uw cd-romstation te plaatsen. Wanneer het installatievenster verschijnt selecteert u Geavanceerde installatie > Aangepaste installatie.
PostScript-printerstuurprogramma Functie Windows Macintosh Linux Unix Optie printerkwaliteit ● ● ● ● Poster afdrukken ● Meerdere pagina’s per vel ● ● ● (2, 4) ● (2, 4) Boekjes afdrukken ● ● ● ● Afdruk aan pagina aanpassen ● ● ● ● Afdrukken verkleinen en vergroten ● ● Voorbladopties ● ● ● ● Transparantenscheiding svel-optie ● ● ● ● Afwerkingsopties ● ● ● ● Uitvoeropties ● ● ● ● Watermerk ● Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ● ● ● ● Rastercompressie 1.
Als Afdruktaken weergeven een ►-markering bevat, kunt u andere printerstuurprogramma’s die met de geselecteerde printer zijn verbonden selecteren. 4. Vanaf het menu Document selecteert u Annuleren. U kunt dit venster ook weergeven door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( ) op de taakbalk van Windows. Afdrukmodus Met deze optie kunt u kiezen of het bestand moet worden afgedrukt of opgeslagen op de harde schijf van het apparaat. De standaard Afdrukmodus is Normaal.
• • • Opslaan: Deze modus wordt alleen gebruikt voor het opslaan van documenten op de harde schijf. Indien nodig kunt u opgeslagen bestanden laden en afdrukken. U vindt het opgeslagen bestand in het Doc.vak (zie "Documentenvak" op pagina 155). Eerst kiest u een documentenvak in Doelmap en vervolgens stelt u Opties in. - Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt zoeken via het bedieningspaneel.
• Paginakader: met deze optie kunt u uw document met een randlijn afdrukken. Deze optie is niet beschikbaar voor Poster afdrukken en Boekje afdrukken. Dubbelzijdig afdrukken Met deze optie kunt u afdrukken op beide zijden van het papier (zie "Afdrukken op beide zijden van het papier" op pagina 140). Exemplaren Met deze optie kunt het aantal af te drukken kopieën in Kleur of Grijstinten bepalen. U kunt tot 9 999 exemplaren instellen.
• - Geperforeerd: geperforeerd papier 90 tot 163 g/m2. - Dunne kaarten: kaart van 105 tot 163 g/m2. - Dikke kaarten: karton van 170 tot 216 g/m2. - Dun glanzend: dun glanzend 106 tot 169 g/m2. - Dik glanzend: dik glanzend 170 tot 253 g/m2. Speciale pagina: met deze optie kunt u speciale pagina’s maken, zoals voorbladen. U kunt de speciale pagina-instellingen van de lijst toevoegen, verwijderen of updaten. Deze optie is alleen beschikbaar als u het PCL-printerstuurprogramma gebruikt.
• • • Grafisch afdrukken: met deze optie ingeschakeld zal het stuurprogramma lettertypen als afbeeldingen downloaden. Als u documenten met veel afbeeldingen en relatief weinig TrueType-lettertypen afdrukt, kunt u het afdrukken versnellen met deze instelling. Deze optie is alleen beschikbaar als u het PCL-printerstuurprogramma gebruikt. TrueType-indeling: als uw apparaat een TrueType rasterizer-apparaat is, selecteer dan deze optie om de TrueType-lettertypes als een contourlettertype te downloaden.
• • • Deze functie is alleen beschikbaar bij afdrukmateriaal van Letter- en A4-formaat. Voor u deze functie gebruikt, moet u het papier laden in de laden met SEF (Short edge feed) en LEF (Long edge feed). De richting van de papierinvoer in lade 1 is bijvoorbeeld SEF, terwijl de richting van de papierinvoer in lade 2 LEF is. Nietopties: Met deze optie kunt u het aantal nietjes en de nietpositie bepalen.
Uitvoeropties Het tabblad Eco • Gebruik het tabblad Eco om verschillende afdrukopties in te stellen. In het tabblad Eco kunt u afdrukbronnen besparen en milieuvriendelijker kopiëren. Als u Eco-afdruk selecteert, ziet u de ecoafbeelding ( ) bij bepaalde opties. Daarnaast zijn bepaalde opties niet beschikbaar voor gebruik in de ecomodus. Klik op het tabblad Eco om onderstaande opties weer te geven.
• De feitelijk bespaarde of gereduceerde hoeveelheid kan verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, vermogen van de computer, de toepassingssoftware, aansluitmethode, het type en formaat van het afdrukmateriaal en de complexiteit van de taak, etc. Het tabblad Samsung Gebruik het tabblad Samsung om de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weer te geven.
• • - Opslagopties: Selecteer de geheugencapaciteit die op het apparaat is geïnstalleerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u het PS-printerstuurprogramma gebruikt. Perforatieopties: Deze optie is alleen beschikbaar als u Afwerkingsopties instelt. Selecteer de optionele perforatiekit die u hebt geïnstalleerd. U kunt 2/3 gaatjes of 2/4 gaatjes selecteren. - De beschikbare perforatiekit kan verschillen van land tot land.
Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier PS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op een vel maximaal 16 pagina’s afdrukken. • Taakaccountbeheer: Maakt het mogelijk om de gebruikers- en accountinformatie te associëren met elk document dat u afdrukt.
4. Selecteer de waarde voor de Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen kleven. De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten voor deze functie beschikbaar zijn, selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie Oorspronk. formaat van het tabblad Papier.
De grootte van uw document wijzigen in percentages Watermerken gebruiken U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren. Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, bijvoorbeeld in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK". U kunt de tekst alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. 1.
4. Watermerkopties selecteren. U kunt de naam, stijl, kleur, grootte en grijswaarde van het lettertype selecteren in het gedeelte Tekenstijl, en de hoek van het watermerk instellen in het gedeelte Hoek watermerk. 5. Klik op Toevoegen om het nieuwe watermerk aan de lijst Huidige watermerken toe te voegen. 6. Wanneer u klaar bent met bewerken klikt u op OK of Afdrukken tot u het menu Afdrukken verlaat. Als u geen watermerk meer wilt afdrukken selecteert u Geen in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
6. Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt. 7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
3. Selecteer het PDF-bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen. Het PDF-bestand wordt nu toegevoegd in het gedeelte Bestanden selecteren. 4. Pas de printerinstellingen naar wens aan. 5. Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de printer verzonden. Via het contextmenu 1. Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt afdrukken en kies Direct afdrukken. Het venster Direct Printing Utility verschijnt. Het PDF-bestand is hierin al toegevoegd. 2.
Afdrukken in Macintosh Printerinstellingen wijzigen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u moet afdrukken vanaf een Macintosh-computer. U moet de afdrukomgeving instellen voor u gaat afdrukken (zie installatiehandleiding). Een document afdrukken Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instelling van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2.
• • Dubblezijdig: met deze optie kunt u afdrukken op beide zijden van het papier (zie "Dubbelzijdig afdrukken" op pagina 148). Keer paginarichting om: hiermee kunt u het papier 180 graden draaien. Taakaccountbeheer Deze optie laat u toe om af te drukken met de gegeven machtiging. Graphics Het tabblad Grafisch bevat opties voor het selecteren van Kwaliteit. Selecteer Grafisch in de vervolgkeuzelijst. • • • • Kwaliteit: met deze optie stelt u de afdrukresolutie in.
- Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om te kunnen afdrukken (zie "Beveiligde taak" op pagina 30). Opslaan en afdrukken: deze modus wordt gebruikt voor het gelijktijdig afdrukken en opslaan van documenten. Indien nodig kunt u opgeslagen bestanden laden en afdrukken. U vindt het opgeslagen bestand in het Doc.vak (zie "Documentenvak" op pagina 155).
Bezig met afdrukken meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier Printerfuncties U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken. 1. Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand (voor Mac OS X 10.4: Archief). 2. Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting . Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u op één vel papier wilt afdrukken.
Als u meer dan 2 exemplaren afdrukt, is het mogelijk dat het eerste en het tweede exemplaar op hetzelfde vel worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. Afdrukken in Linux Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Met uw printer kunt u vanuit al deze toepassingen afdrukken. 1. Open een toepassing en selecteer Print in het menu File. 2.
• Connection: op dit tabblad kunt u een andere poort bekijken of selecteren. Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat op dit tabblad opnieuw configureren. • Driver: op dit tabblad kunt u een ander apparaatstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. • Jobs: met deze optie toont u de lijst met afdruktaken.
Het tabblad Text Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in. Het tabblad HPGL/2 • • • Use only black pen: hiermee worden alle grafische elementen in het zwart afgedrukt. Fit plot to page: hiermee wordt de volledige afbeelding aangepast zodat ze op een enkele pagina past. Pen Width: hiermee kunt u de waarde voor de pendikte wijzigen. De standaardwaarde is 1.000. Het tabblad Margins • • Use Margins: hiermee stelt u de marges van het document in.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 8. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Informatie over het USB-scherm Over een USB-geheugenapparaat • • Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat Het USB-geheugen beheren Informatie over het USB-scherm Over een USB-geheugenapparaat Als u de USB-functie wilt gebruiken, drukt u op USB op het scherm.
Sluit het USB-geheugenapparaat uitsluitend aan op de poort, zoals onderaan wordt getoond. Als u het USB-geheugenapparaat aan een andere poort aansluit, toont het apparaat een waarschuwingsmelding op het scherm. Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat: 1. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw apparaat. Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat en leest de gegevens in die erop zijn opgeslagen (zie "Over een USB-geheugenapparaat" op pagina 152).
• Verwijd.: wanneer u meerdere bestanden selecteert in stap 3 kunt u indien nodig een bestand selecteren uit de lijst. • Uitvoer: stelt de verschillende uitvoeropties van het apparaat in zoals uitvoeropties voor kopiëren (zie "De vorm van het gekopieerde resultaat bepalen" op pagina 54). 6. Druk op OK op het scherm om het afdrukken te starten. 7. Na het afdrukken kunt u het USB-geheugenapparaat uit het apparaat verwijderen. Druk op USB. 8. Druk op Veil. om USB-stat. te verwij.
Documentenvak 9. Deze handleiding geeft informatie over het Doc.vak. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • Informatie over het scherm Documentenvak Het vak instellen Documenten opslaan Informatie over het scherm Documentenvak U kunt door computers gestuurde bestanden of gescande afbeeldingen opslaan in het Doc.vak. Het Doc.vak bevindt zich op de harde schijf (HHD) van uw apparaat. Dit betekent dat de documenten op de harde schijf worden opgeslagen.
Het vak instellen Om Doc.vak te gebruiken, moet u eerst een nieuw vak in de Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Instelling vak maken. U kunt tevens gemaakte vakken bewerken of verwijderen. • • • • • • • • De optie Instelling vak kan uitsluitend door een gemachtigde gebruiker worden geconfigureerd die een ID en een wachtwoord op het apparaat heeft geregistreerd. Wanneer het apparaat daarom vraagt, voert u het ID en wachtwoord in. U kunt tot 999 vakken maken.
Vak verwijderen 3. Stel de juiste optie in met behulp van de pijl-links/rechts. U kunt een gecreëerd vak verwijderen. Het vak Algemeen kan niet worden verwijderd, ook niet door de beheerder. 1. Druk op Apparaatinst. > Toepassingsinstellingen > Instelling vak > Vak verwijderen op het scherm. • 2. Selecteer met de pijl-omhoog/omlaag het vaknummer dat u wilt verwijderen. U kunt het vak direct selecteren met de knop Bladeren. 3. Druk in het scherm op OK. 4.
Gedetailleerde informatie over het scherm Documentenvak • Druk op Doc.vak > selecteer een vak dat u wilt openen > Selecteren op het scherm. • • • • • • Taaktypelijst: Toont de taaktypes. Indien nodig, kunt u een jobtype selecteren. Bewerken: wijzigt de naam en bestandseigenschap van geselecteerde opgeslagen gegevens (zie "Opgeslagen bestand bewerken" op pagina 160). Verwijd.: verwijdert de geselecteerde opgeslagen gegevens (zie "Opgeslagen bestand wissen" op pagina 160).
Vooraf bekijken van opgeslagen gegevens Gescande gegevens toevoegen U kunt opgeslagen gegevens vooraf bekijken met behulp van Voorbeeld. Deze functie heeft meerdere handige opties om gegevens vooraf te bekijken. 1. Druk op Doc.vak > selecteer een vak dat u wilt openen > Selecteren op het scherm. 2. Selecteer een opgeslagen bestand uit de lijst opgeslagen gegevens en druk op Voorbeeld. 3. Druk indien nodig op de juiste optie om de gegevens vooraf te bekijken.
• Dubbelzijdig: Selecteert of het apparaat één of beide zijden van het origineel scant. • Resolutie: Selecteert de waarde van de scanresolutie. • Oorspronkelijke stand: Selecteert de papierrichting van de originelen. 5. Druk op het invoergebied Bestandnaam. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer de gewenste bestandsnaam in. Druk vervolgens op OK. 6. Druk op OK om te scannen en de gescande gegevens op te slaan.
Opgeslagen bestand verzenden U kunt het opgeslagen bestand naar een specifieke bestemming sturen met behulp van Fax, Email, Server, Vak of USB. Fax • Wanneer u een opgeslagen bestand wilt faxen, kunt u uitsluitend bestanden verzenden waarvan het Type taak Vak, Fax of Scan is. • Het verzonden bestand moet een zwart-wit document zijn als het Type taak is Vak of Scan. Anders kunt u deze functie niet gebruiken. 1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren op het scherm. 4.
5. Selecteer het bestandsformaat van het opgeslagen bestand met behulp van de pijl-links/rechts in Formatteren. 6. Druk op de knop Start om het opgeslagen bestand te verzenden. Vak 1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren op het scherm. U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het apparaat bezig is met het verzenden van een e-mailbericht.
USB • Wanneer u opgeslagen gegevens naar de server stuurt, kunt u uitsluitend gegevens sturen waarvan het Type taak is Vak, Fax of Scan is. U kunt de status van het USB-geheugenapparaat controleren met USB-capaciteit. Deze functie is alleen beschikbaar als er een USB-geheugenapparaat op het apparaat is aangesloten. 1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren op het scherm. 5.
3. Druk op de juiste optie. Algemene informatie en opgeslagen bestanden van het geselecteerde documentenvak worden afgedrukt. Als u een taaktype selecteert, tonen de afdrukken de documentenlijst van het geselecteerde taaktype. Als u bijvoorbeeld Vak selecteert, toont de afdruk de documentenlijst van de taak Vak. • • • • Exempl.: Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren. Kleurmodus: Selecteert de kleurmodus van de kopieën. Dubbelzijdig: Selecteert het apparaat voor dubbelzijdig kopiëren.
3. Druk op het invoergebied Nieuw bestand combineren. Het pop-uptoetsenbord verschijnt. Voer de naam van het vak in. Druk vervolgens op OK. • • • • Vak toevoegen: Creëert een nieuw documentenvak. Vak verwijderen: Wist een gecreëerd documentenvak. Vak bewerken: Bewerkt een gecreëerd documentenvak. Bestanden bladeren: Open het geselecteerde documentenvak. Als u bij het maken van een nieuw documentenvak Beveiligd vak kiest en een wachtwoord instelt, moet u het wachtwoord in het scherm Wachtwoord invoeren.
12. Vink Beveiligd vak aan om te voorkomen dat onbevoegde personen toegang hebben. Voer het wachtwoord in en bevestig door het opnieuw in te voeren. Als u de optie Beveiligd vak niet wilt gebruiken, kunt u deze stap overslaan. Alle gebruikers hebben toegang tot het gecreëerde vak. 13. Klik op Toepassen. Druk op Ongedaan maken om de ingevoerde informatie te verwijderen. Als u op Annuleren drukt, wordt het venster Toevoegen gesloten. Vak verwijderen U kunt een gecreëerd vak verwijderen.
• 5. Voer het ID en wachtwoord in. Selecteer een domein bij uw aanmelding op het apparaat. 6. Klik op Aanmelding. Taak: U kunt verschillende handige functies voor opgeslagen gegevens gebruiken. Als u de SyncThru™ Web Service gedurende vijf minuten niet gebruikt, wordt u automatisch afgemeld. 7. Klik op Vak. 8. Selecteer het vak dat u wilt openen. 9. Klik op Bestanden bladeren. Hierna verschijnt de opgeslagen bestandenlijst.
Opgeslagen gegevens kopiëren Een document naar uw computer downloaden U kunt een opgeslagen document naar een bepaald vak kopiëren. 1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser. 2. Voer het IP-adres van uw apparaat als URL in de browser in. (Voorbeeld, http://123.123.123.123) 3. Druk op Enter of klik op Ga naar voor toegang tot de SyncThru™ Web Service. U kunt een opgeslagen document naar uw netwerkcomputer downloaden. 1. Zet de netwerkcomputer aan en open de webbrowser. 2.
Beheerprogramma's 10. Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
5 Inhoud Toont informatie over de geselecteerde printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 6 Benod. bestellen Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. Selecteer het menu Help of klik op de knop op de optie waar u meer over wilt weten.
Samsung-printerstatus gebruiken U kunt de Gebruikershandleiding online bekijken. Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. • • • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat (zie "Systeemvereisten" op pagina 127).
(Informatie) 1 Klik op de knop Informatie voor de versie-informatie van het programma. Klik op de knop Help voor informatie over de opties die u wilt gebruiken. 6 Fax verzenden Biedt de mogelijkheid om direct vanuit Easy Document Creator een fax te verzenden als het Samsung Network PC Fax-stuurprogramma is geïnstalleerd (zie "Faxen vanaf uw computer" op pagina 103). (Help) 2 Snel scannen Scant automatisch met de instellingen die in Configuratie zijn opgegeven.
Een fax verzenden 4. Klik op Opslaan om de afbeelding op te slaan. Klik op Meer scannen om een andere afbeelding te scannen op basis van dezelfde instellingen. Naar een sociale netwerksite scannen Direct scannen 1. Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner. 2. Klik op Uploaden naar SNS in het startscherm. 3. Klik opNaar SNS scannen > Starten. 4. Klik op Scannen.
Printers configuration Het tabblad Classes Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. Het tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. 1 Schakelt naar Printers configuration. 2 Toont alle geïnstalleerde apparaten.
Scanners configuration Ports configuration In dit venster kunt u de status van scanners controleren, een lijst met geïnstalleerde apparaten van Samsung weergeven, eigenschappen van apparaten wijzigen en afbeeldingen scannen. In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. • 1 Schakelt naar Scanners configuration. 1 Schakelt naar Ports configuration.
Problemen oplossen 11. In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • Toner herverdelen De tonercassette vervangen Het reinigen van papier-stofverwijderingsstick en laders van beeldeenheden De beeldeenheid vervangen De cassette voor gebruikte toner vervangen Neem contact op met uw systeembeheerder of servicecenter als u het probleem niet kunt oplossen aan de hand van dit hoofdstuk.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kledij, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. 4. Neem de tonercassette en zet deze op één lijn met de corresponderende opening in het apparaat. Steek deze terug totdat deze op zijn plaats wordt vergrendeld. De tonercassette vervangen Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een andere tonercassette: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z).
2. Haal de betreffende tonercassette uit het apparaat.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kledij, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. 6. Neem de tonercassette en zet deze op één lijn met de corresponderende opening in het apparaat. Steek deze terug tot deze op zijn plaats vergrendeld. Het reinigen van papier-stofverwijderingsstick en laders van beeldeenheden De papier-stofverwijderingsstick en de lader van de beeldeenheid moeten na een bepaald aantal afdrukken worden gereinigd.
Duw de vergrendelingshendel omhoog. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner. (SCX-8230 8240-Series) 4. Haal de papier-stofverwijderingsstick uit het apparaat. 5. Verwijder het papierstof. 3. Houd de hendel vast, duw deze omlaag en open de binnenklep.
6. Plaats opnieuw de papier-stofverwijderingsstick in het apparaat. 8. Trek de desbetreffende laderreiniger volledig uit, zoals hieronder afgebeeld. Trek niet te hard aan de laderreiniger opdat deze niet volledig loskomt van het apparaat. Dit kan het apparaat beschadigen. 7. Sluit de binnenklep. 9. Duw de desbetreffende laderreiniger volledig in, zoals afgebeeld. Herhaal stap 8 vijf keer.
De beeldeenheid vervangen 10. Schuif de cassette voor gebruikte toner erin tot ze vastklikt. Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een aparte beeldeenheid: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z). Als de levensduur van de beeldeenheid volledig verstreken is. • De status-LED licht rood op en het scherm toont de foutmelding dat de beeldeenheid moet worden vervangen. • Controleer het type beeldeenheid van uw apparaat. Dit betekent dat de beeldeenheid vervangen moet worden.
Duw de vergrendelingshendel omhoog. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner. (SCX-8230 8240-Series) 4. Haal de betreffende beeldeenheid uit het apparaat. 3. Houd de hendel vast, duw deze omlaag en open de binnenklep. 5. Haal de nieuwe beeldeenheid uit de verpakking. Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar, om de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het oppervlak van de beeldeenheid kunnen beschadigen. 6.
7. Verwijder de tape van de hendel. 11. Trek de OPC-beschermingsmat uit. Krijgt u per ongeluk toner op uw kledij, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. 8. Haal de rubberen stop uit de ontwikkelaar. • • Let erop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de beeldeenheid. Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om schade te voorkomen.
13. Sluit de binnenklep. 14. Verwijder de LSU-schermreinigingsstick. 15. Lokaliseer de LSU-schermreinigingsopening en plaats de LSU-schermreinigingsstick. Duw en trek langzaam de LSU-schermreinigingsstick 4 of 5 keer om het LSU-scherm te reiningen. 16. Plaats de LSU-schermreinigingsstick opnieuw op zijn plaats. 17. Schuif de cassette voor gebruikte toner erin tot ze vastklikt.
1. Open de voorklep. 18. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. Als de voorklep niet volledig is gesloten, werkt het apparaat niet. De cassette voor gebruikte toner vervangen 2. Houd de linker/rechter vergrendelingshendels ingedrukt en duw ze naar buiten. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner.
Duw de vergrendelingshendel omhoog. Verwijder vervolgens de cassette voor gebruikte toner. (SCX-8230 8240-Series) 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3. Haal een nieuwe cassette voor gebruikte toner uit de verpakking. 4. Schuif de nieuwe cassette voor gebruikte toner in tot ze op haar plaats zit. Als de voorklep niet volledig is gesloten, werkt het apparaat niet.
1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. 4. Sluit de klep van de DADI. Het origineel is in de scanner vastgelopen Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI.
3. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. 5. Open de klep boven de DADI. 6. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het uit het invoergebied door er voorzichtig met beide handen aan te trekken. Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied. 4. Open de DADI. 7. Sluit de klep bovenaan van de DADI en de DADI. Plaats de verwijderde pagina’s opnieuw in de DADI.
Origineel vastgelopen tijdens het omkeren van het papier in de scanner 4. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 5. Sluit de DADI-invoerklep en de klep van de DADI. Plaats de verwijderde pagina’s opnieuw in de DADI. 3. Open de DADI-invoerlade.
Er is een origineel vastgelopen vóór het dubbelzijdige pad van de scanner 4. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 3. Open de klep bovenaan van dubbelzijdige afdruk. Sluit de klep bovenaan van dubbelzijdige afdruk en de DADI-klep. Plaats de verwijderde pagina’s opnieuw in de DADI.
Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner 6. Open de klep boven de DADI. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 7. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het uit het invoergebied door er voorzichtig met beide handen aan te trekken. 3. Open de DADI-invoerlade. 8. Sluit de klep bovenaan van de DADI en de DADI.
4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. 6. Draai het verwijderingswiel van verkeerd ingevoerde papier in de richting van de pijl om het vastgelopen papier te verwijderen. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk te verwijderen is, ga dan verder met de volgende stap. 5. Open de DADI. 7. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. 8. Sluit de DADI-invoerklep en de klep van de DADI. Plaats de verwijderde originelen opnieuw in de DADI.
Het origineel is vastgelopen in het dubbelzijdige uitvoergebied van de scanner 4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Open de klep van de DADI. 3. Open de DADI-invoerlade. Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied. 5. Open de DADI.
6. Draai het verwijderingswiel voor verkeerd ingevoerde papier in de richting van de pijl om het vastgelopen papier te verwijderen. 7. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. Als u het vastgelopen papier niet ziet of niet gemakkelijk kunt verwijderen, ga dan verder met de volgende stap. 8. Open de uitvoerladeklep. 9. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI. 10. Sluit de klep van de uitvoerlade, de DADI-invoerlade en de DADI-klep.
Tips om papierstoringen te voorkomen 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een papierstoring optreedt. • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 36). Plaats niet te veel papier in de lade.
Papierstoring in lade 2 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan. 5. Schuif lade1 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. Sluit de klep rechts onderaan. Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied.
Papierstoring in lade 3 3. Open lade 2. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 5. Schuif lade 2 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Papierstoring in lade 4 3. Open lade 3. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 5. Schuif lade 3 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Vastgelopen papier in optionele hogecapaciteitsinvoer 3. Open lade 4. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de optionele hogecapaciteitsinvoer. 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 5. Schuif lade 4 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Vastgelopen papier in multifunctionele lade 3. Trek de hogecapaciteitsinvoerlade uit. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Als het papier niet op de juiste wijze werd ingevoerd, trekt u het uit het apparaat. 4. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. 2. Open en sluit de voorklep om verder te gaan met afdrukken. 5. Schuif de hogecapaciteitsinvoerlade terug in het apparaat tot ze vastklikt.
Vastgelopen papier in het apparaat (invoerblokkering 1) Vastgelopen papier in het apparaat (invoerblokkering 2) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan. 1. Open de klep rechts. 2.
Vastgelopen papier in het apparaat (invoerblokkering 3) Vastgelopen papier in het apparaat (invoerblokkering 4) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. 1. Open de klep rechts onderaan van de dubbele cassette-invoer. 2.
Vastgelopen papier in het apparaat (detectie van vastgelopen papier) Vastgelopen papier in het apparaat (vastgelopen papier bij fixeeruitvoer) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
Papierstoring bovenaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig retour) Papierstoring bovenaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig 1) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
Papierstoring in het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig 2) Papierstoring onderaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdige registratie) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
Papierstoring in het uitvoergebied (storing uitvoer voorkant omlaag) lade-vol-sensor geopend is. De lade-vol-sensor bevindt zich aan de voorkant van de ingang van de brugeenheid. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. 2. Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Papierstoring in het uitvoergebied (storing uitvoer voorkant omhoog) Papierstoring in de afwerkeenheid tijdens het uitwerpen naar de bovenste lade Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep bovenaan van de afwerkeenheid. 2.
Papierstoring in de uitvoer van de afwerkeenheid tijdens het uitwerpen naar de bovenste lade Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Papierstoring in de afwerkeenheid tijdens het uitwerpen naar de hoofdlade Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep bovenaan van de afwerkeenheid. 1. Open de klep bovenaan van de afwerkeenheid. 2.
Papierstoring in de uitvoer van de afwerkeenheid tijdens het uitwerpen naar de hoofdlade 3. Til de bovenste lade op. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep bovenaan van de afwerkeenheid. 4. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. Sluit de klep bovenaan van de afwerkeenheid.
Papierstoring in de afwerkeenheidbrug 5. Plaats de bovenste lade terug op haar oorspronkelijke positie. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Til het brugdeksel op en houd het vast. 6. Open en sluit de klep aan de voorzijde van de afwerkeenheid. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig naar buiten te trekken. Papierstoring in de invoer van de afwerkeenheid Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Til het brugdeksel op en houd het vast. 3. Open en sluit de klep aan de voorzijde van de afwerkeenheid. De printer gaat automatisch door met afdrukken. 2. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig naar buiten te trekken.
3. Open en sluit de klep aan de voorzijde van de afwerkeenheid. De printer gaat automatisch door met afdrukken. papierstoringen en schuin uitgelijnde perforatiegaten veroorzaken. Als de papierstoring zich blijft voordoen, controleer of de brugdeksels correct zijn geplaatst.
Papierstoring bij perforeerder of afwerkeenheid Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Papierstoring in de invoer van de boekjes-maker (uitsluitend bij de boekjes-afwerkeenheid voor 3 250 vellen) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de klep bovenaan van de afwerkeenheid. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. 2.
3. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig naar buiten te trekken. Papierstoring in de boekjes-maker (uitlsuitend bij de boekjes-afwerkeenheid voor 3 250 vellen) Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. 4. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid. Als de papierstoring zich blijft voordoen, controleer of de brugdeksels correct zijn geplaatst.
3. Til de boekjesingangsgeleider omhoog en houd deze vast. 5. Plaats de boekjes-maker. 4. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 6. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Papierstoring vóór de boekjesvouwer (uitsluitend bij de boekjes-afwerkeenheid voor 3 250 vellen) 3. Draai het meswiel enkele keren in de richting van de pijl. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. 4. Open de klep van de boekjes-maker. 2. Verwijder de boekjes-maker.
5. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 7. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 8. Plaats de boekjes-maker. 6. Draai het vouwwiel in de richting van de pijl tot u het vastgelopen papier kunt verwijderen. 9. Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Papierstoring na de boekjesvouwer (uitsluitend bij de 3 250 vellen boekjes-afwerkeenheid) 3. Draai het meswiel enkele keren in de richting van de pijl. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. 4. Draai het vouwwiel in de richting van de pijl tot u het vastgelopen papier kunt verwijderen. 2. Verwijder de boekjes-maker.
5. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. Weergegevenberichten op het display begrijpen Op het display worden berichten weergegeven om de status van het apparaat of fouten aan te geven. Sommige foutmeldingen worden geïllustreerd met afbeeldingen om u te helpen bij de oplossing van het probleem. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem.
Bericht Fout boekjesmaker [foutnummer]:Open en sluit de klep. Betekenis Er is een probleem in de boekjes-maker. Voorgestelde oplossingen Open en sluit de klep aan de voorzijde van de boekjes-afwerkeenheid. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. [color] beeldeenheid storing [error number]: plaats beeldeenheid [color] opnieuw. Er is een probleem met de beeldeenheid. Herinstalleer de beeldeenheid.
Bericht Probl. [foutnummer] met DCF-syst. Control. interne DCF-verbind. Betekenis Er is een probleem in de dubbele capaciteitsinvoer. Voorgestelde oplossingen Open en sluit de dubbele capaciteitsinvoer of controleer de verbinding van de dubbele capaciteitsinvoer met het apparaat. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen. Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Probleem [foutnummer] met het faxsysteem. Zet het apparaat uit en weer aan.
Voorgestelde oplossingen Bericht Betekenis Fixeereenheid niet compatibel. Raadpleeg de gebruikershandleidi ng. De fixeereenheid die u hebt geïnstalleerd, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer een originele fixeereenheid van Samsung die speciaal is ontworpen voor uw apparaat. Fixeereenheid is niet correct geplaatst. Plaats er een. De fixeereenheid is niet goed geïnstalleerd. Installeer de fixeereenheid opnieuw. Neem contact op met de klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Origin. vastgel. in uitv.gebied van scanner. De originelen zijn vastgelopen in de dubbelzijdige automatische documentinvoer. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner" op pagina 192). Papierst. bij ingang van afwerkeenheid. Het papier is vastgelopen bij het afwerken.
Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Papierst. bij retour van duplexpad Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring bovenaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig retour)" op pagina 205). Papierstoring bovenaan het duplexpad Het papier is vastgelopen bij het dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring bovenaan het dubbelzijdige pad (storing dubbelzijdig 1)" op pagina 205).
Bericht Papierstoring in lade 3 Betekenis Voorgestelde oplossingen Er is papier vastgelopen in het invoergedeelte van de lade of van de hogecapaciteitsinvo er. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring in lade 3" op pagina 198 of "Vastgelopen papier in optionele hogecapaciteitsinvoer" op pagina 200). Papierstoring in lade 4 Er is papier vastgelopen in het invoergedeelte van de lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoring in lade 4" op pagina 199).
Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Schud de cassette met [kleur] toner heen en weer De tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 176). Te veel afdrukmedia in boekjeslade. Verwijder de afdrukken. De boekjeslade is vol. Verwijder de afdrukken uit de boekjeslade, waarna de printer doorgaat met afdrukken.
Bericht Betekenis Voorgestelde oplossingen Toneropvangbak is bijna vol. Bestel een nieuwe. De geschatte levensduur van de cassette voor gebruikte toner is bijna bereikt. Houd een nieuwe cassette voor gebruikte toner gereed om de oude te vervangen. Toneropvangbak is vol. Vervang de cassette. De levensduur van de cassette voor gebruikte toner is bijna verstreken.
Problemen met papierinvoer Toestand Toestand Voorgestelde oplossingen Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 196). Papier kleeft aan elkaar. • • • • Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. • • Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • • • • • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 242).
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Toestand Voorgestelde oplossingen Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-schakelaar en het stopcontact. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De voorklep is niet gesloten. Sluit de voorklep. • Er is een papierstoring opgetreden.
Toestand Mogelijke oorzaak Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet volledig. De kabel van het apparaat zit los of is defect. Er worden blanco pagina’s "afgedrukt". Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Voorgestelde oplossingen Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan.
Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Lichte of vage afdrukken Voorgestelde oplossingen Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
Toestand Voorgestelde oplossingen Gekleurde of zwarte achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond): • Vervang de beeldtransportriem bij het bereiken van zijn levensduur. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. • Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden (lage luchtvochtigheid) of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen leiden tot een grijzere achtergrond.
Toestand Vouwen of kreuken Voorgestelde oplossingen • • • • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 242). Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Controleer of de klep rechts onderaan van de standaardlade, de klep rechts onderaan van de dubbele cassetteinvoer of de klep rechts onderaan van de hogecapaciteitsinvoer goed vergrendeld is.
Problemen met kopiëren Toestand Problemen met scannen Voorgestelde oplossingen Probleem Kopieën zijn te licht of te donker. Gebruik de Licht- en Donker-pijlen om de achtergrond van de kopieën respectievelijk lichter of donkerder te maken op het tabblad Basis in het menu Kopie. Er verschijnen vegen, strepen, vlekken of stippen op kopieën. • • Kopie is scheef.
Probleem Voorgestelde oplossingen • Het volgende bericht verschijnt op het computerscherm: • Apparaat kan niet in de gewenste H/ W-modus staan. • Poort wordt gebruikt door een ander programma. • Poort is gedeactiveerd. • Scanner is bezig met ontvangen of afdrukken van gegevens. Probeer het opnieuw zodra de huidige taak is voltooid. • Ongeldige ingang. • Scannen is mislukt. • • • • • Probleem Er wordt mogelijk een kopieer- of afdruktaak uitgevoerd.
Algemene PostScript-problemen Algemene problemen onder Windows De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt. Mogelijke oorzaak Het PostScript-stuurpro gramma is mogelijk niet correct geïnstalleerd. Oplossing • • • Installeer het PostScript-stuurprogra mma. Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS.
Algemene Linux-problemen Probleem Het apparaat drukt niet af. Probleem Voorgestelde oplossingen • • • • • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Probleem Het apparaat komt niet voor in de scannerlijst. • • • Het apparaat scant niet. Algemene Macintosh-problemen Voorgestelde oplossingen • • Controleer of uw apparaat met uw computer is verbonden, op de juiste manier op de USB-poort is aangesloten en ingeschakeld is. Controleer of het scannerstuurprogramma voor uw apparaat op uw computer is geïnstalleerd. Open de Unified Linux Driver-configurator, ga naar Scanners configuration en druk op Drivers.
Specificaties 12. In dit hoofdstuk vindt u informatie over de specificaties van het apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Hardwarespecificaties Milieuspecificaties Electrische specificaties Specificaties van de afdrukmedia De onderstaande specificaties zijn gebaseerd op voorlopige gegevens. Zie www.samsung.com/printer voor actuele informatie.
Electrische specificaties De voedingsvereisten zijn gebaseerd op het land/gebied waar het apparaat is verkocht. Schakel werkingsvoltages niet om. Doet u dit toch, dan kan het apparaat beschadigd raken en vervalt de productgarantie.
Specificaties van de afdrukmedia Type Normaal papier Formaat Letter Gewicht/capaciteit van afdrukmediaa Afmetingen 216 x 279 mm papierlade 1, 2, 3, 4/ hogecapaciteitsinvoerb 71 tot 90 g/m2 multifunctionele lade 71 tot 90 g/m2 2 • 520 vellen van 80 g/m voor elke papierlade • 2 000 vellen van 80 g/m2 voor de hogecapaciteitsinvoer • 100 vellen van 80 g/m2 Grootboek 279 x 432 mm Legal 216 x 356 mm Executive 184 x 267 mm Statement 140 x 216 mm A3 297 x 420 mm A4 210 x 297 mm A5 148 x
Type Formaat Gewicht/capaciteit van afdrukmediaa Afmetingen papierlade 1, 2, 3, 4/ hogecapaciteitsinvoerb multifunctionele lade Extra zwaar 1 Zie Normaal papier Zie Normaal papier 176 tot 216 g/m2 • 200 vellen stapelen • Niet beschikbaar in de hogecapaciteitsinvoer 176 tot 216 g/m2 • 10 vellen stapelen Extra zwaar 2 Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in papierlade 1, 2, 3, 4/hogecapaciteitsinvoer 217 tot 253 g/m2 • 10 vellen stapelen Dun papier Zie Normaal papier Zie Nor
Type Formaat Gewicht/capaciteit van afdrukmediaa Afmetingen Papierlade 1, 2, 3, 4 minimaal formaat (aangepast) 139,7 x 210 mm Papierlade 1, 2, 3, 4 maximaal formaat (aangepast) 305 x 457 mm Multifunctionele lade minimaal formaat (aangepast) 98 x 148 mm Multifunctionele lade maximaal formaat (aangepast) 320 x 1 200 mm papierlade 1, 2, 3, 4/ hogecapaciteitsinvoerb multifunctionele lade - 60 tot 216 g/m2 - 60 tot 253 g/m2 a.
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center Web Site ALBANIA 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 BAHRAIN 8000-4726 BELARUS 810-800-500-55-500 BELGIUM 02-201-24-18 BOSNIA 05 133 1999 BRAZIL 0800-124-421 4004-0000 www.
Country/Region Customer Care Center Web Site GREECE IT and Mobile : 80111-SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/ from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100 www.samsung.com GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com HONG KONG (852) 3698-4698 www.samsung.com/hk www.samsung.com/hk_en/ HUNGARY 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com INDIA 3030 8282 1800 3000 8282 www.
Country/Region Customer Care Center Web Site PHILIPPINES 1800-10-SAMSUNG (726-7864) 1-800-3-SAMSUNG (726-7864) 1-800-8-SAMSUNG (726-7864) 02-5805777 www.samsung.com POLAND 0 801 1SAMSUNG (172678) 022-607-93-33 www.samsung.com PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com RUMANIA 08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network Romtelecom - local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff. www.samsung.
Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). BOOTP Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen.
DHCP ECM Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts. Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1.
Grijswaarden IPX/SPX Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven. IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare.
MAC-adres Originelen Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
Protocol TCR Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt. PS Zie PostScript.
Watermerk Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen. WEP WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.
Index A het tabblad Papier in de printervoorkeurinstellingen 132 kartonpapier 45 richtlijnen 35 speciale media 43 transparanten 44 uitvoersteun gebruiken 242 aanraakscherm probleemoplossing 228 aansluiten netwerkkabel 27 printerkabel 27 achtergrond wissen faxen 113 kopiëren 73 scannen 94 achterkant 17 achterzijde wissen scannen 94 adresboek D de achtergrond aanpassen faxen 113 kopiëren 73 documentenvak documenten opslaan 157, 159 het vak instellen 156, 165 informatie over het scherm Documentenvak 15
F groep fax email individueel adres 119 fax ontvangen een intern telefoontoestel 109 fax sending resending automatically 107 sending a fax 108 meerdere paginas per vel kopiëren 61 negatieve beelden kopiëren 74 normaal kopiëren 50 overlay 68 poster kopiëren 70 proefkopie 58 programmainstelling 74 rand wissen 72 scherpte aanpassen 72 sorteren 54 spiegelafbeeldingen kopiëren 73 stempel 69 taak samenstellen 71 taakvoltooiingsmelding 70 tonerdichtheid aanpassen 58 transparanten kopiëren 67 voorblad kopiëren
plaatsen 40 speciale afdrukmedia gebruiken 43 help gebruiken 137 Linux 149 problemen N aanraakscherm 228 problemen met de afdrukkwaliteit 232 problemen met kopiëren 235 problemen met papierinvoer 229 voedingsproblemen 228 naar een USBgeheugenapparaat 86, 87 negatief beeld kopiëren 74 nietmachine de handmatige nietmachine gebruiken 32 voorbeeld 88 scannen naar email 78 scannen naar server 81 scanner documenten plaatsen 34 glasplaat 34 serveradres serveradressen invoeren in invoerveld 83 serveradress
USBgeheugenapparaat afdrukken 153 hoe u moet scannen 86 V verklarende woordenlijst 248 verwijderen adresboek 122 verzenden het verzenden van een gescande afbeelding uitstellen 91 vooraf ingestelde scaninstellingen 95 voorkant 1 15 voorkant 2 16 W watermerk afdrukken 141 bewerken 142 maken 141 verwijderen 142 weergavescherm 24 Windows afdrukken 127 algemene Windowsproblemen 237 scannen 77 systeemvereisten 127 X XPSprinterstuurprogramma functies 128 Z zoeken adresboek 121 Index_ 257