Samsung SCX-5835NX, SCX-5935NX Laser MFP series - User Guide

Status van het apparaat en geavanceerde instellingen_ 98
11.
Status van het apparaat en geavanceerde instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde instellingen instelt.
Lees dit hoofdstuk aandachtig door als u optimaal gebruik wilt maken van de verschillende functies van het apparaat.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Machine Setup
De status van het apparaat controleren
Algemene instellingen
Kopieerinstellingen
Fax instellen
Netwerkinstel.
Verificatie
Optionele service
Een rapport afdrukken
Menuoverzicht
Machine Setup
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Selectee
r het juiste item dat u wilt gebruiken.
Apparaatstatus: Hiermee wordt de huidige status van het apparaat
weergegeven.
Beheerinstelling: hiermee kan een beheerder het apparaat
instellen.
Als u op Beh
eerinstelling drukt, verschijnt er een
aanmeldingsbericht. Voer het wachtwoord in en druk op OK. (De
fabrieksinstelling is 1111.)
Rap
port Gebruikspagina’s: u kunt een rapport afdrukken over het
aantal afdrukken op basis van het papierformaat en de papiersoort.
Scherm Apparaatstatus
Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel en druk vervolgens op
Apparaatstatus.
Het tabb
lad Levensduur art.: hierin worden de gebruikte en
overblijvende verbruiksartikelen getoond. Druk op de pijl-omlaag en de
pijl-omhoog om naar een volgend of vorig scherm te gaan.
Het tabb
lad Apparaatinfo: hierin wordt gedetailleerde informatie
weergegeven over het apparaat en over een aantal opties waarmee u
uw apparaat kunt valideren.
Ter
ug: hiermee gaat u terug naar het vorige scherm.
Beheerinstelling scherm
Biedt u toegang tot gedetailleerde apparaatinstellingen.
Als u op Beheerinstelling drukt, verschijnt er een
aanmeldingsbericht. Als de beheerder het wachtwoord heeft
ingesteld, moet u telkens het wachtwoord invoeren wanneer u
Beheerinstelling wilt gebruiken. (Zie "Het verificatiewachtwoord
instellen" op pagina 42.)
H
et tabblad Algemeen: hierin stelt u de basisparameters van het
apparaat in, zoals locatie, datum, tijd, enzovoort. (Zie "Algemene
instellingen" op pagina 99.)
Het tabblad
Instelling: hierin stelt u waarden in voor fax, netwerk en
aanmelding. U kunt ook de functies uit de lijst op het scherm
inschakelen.
H
et tabblad Afdrukken/Rapport: Hierin kunt u configuratie- of
lettertypelijst afdrukken en een rapport met de apparaatfuncties
weergeven. (Zie "Een rapport afdrukken" op pagina 103.)
T
erug: hiermee gaat u terug naar het vorige scherm.
De status van het apparaat controleren
U kunt de apparaatgegevens overlopen en bepaalde functies van het
apparaat valideren.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Dr
uk op Apparaatstatus > het tabblad Apparaatinfo.
Optie Beschrijving
Apparaatdetails Met deze optie geeft u het e-mailadres en
telefoonnummer weer van de
klantenondersteuningsgegevens die u hebt
opgeslagen via Beheerinstelling. Hiermee kunt
u ook het serienummer van het apparaat en
hardware- of softwarespecificaties controleren.
Afdrukken/Rapport U kunt diverse nuttige en informatieve rapporten
afdrukken, zoals Systeemrapport, Faxrapport
en Scanrapport. (Zie "Een rapport over het
apparaat afdrukken" op pagina 112
.)
Ladestatus Op dit scherm wordt weergegeven welke laden
op het apparaat zijn geïnstalleerd en hun
huidige configuratie.
Gebruikstellers U kunt ook controleren hoeveel er voor elke
categorie met het apparaat tot dusver is
afgedrukt. Druk dit rapport af. (Zie "Een rapport
afdrukken" op pagina 103.)