Samsung Xpress SL-C48x, SL-C48xW, SL-C48xFN, SL-C48xFW Color Laser MFP series - User Guide
Draadloos netwerk instellen
183
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
• De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de 
beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
• Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de 
USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk
• De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel 
los van uw apparaat.
Verbindingsprobleem - Het IP-adres toewijzen
• Schakel het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat uit 
en weer in.
Fout bij verbinding met pc
• Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen 
uw computer en het apparaat.
-Voor een DHCP-netwerkomgeving
De printer ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de 
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
Als u in DHCP-modus niet kunt afdrukken, wordt het probleem 
waarschijnlijk veroorzaakt door het automatisch gewijzigde IP-adres. 
Vergelijk het IP-adres van het product met dat van de printerpoort.
Hoe kunt u vergelijken:
1  Druk het netwerkinformatierapport van uw printer af en controleer 
het IP-adres (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op 
pagina 156).
2  Controleer het IP-adres van de printerpoort op uw computer.
a  Klik op het menu Start van Windows. 
•In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens 
Zoeken > Instellingen.
b Voor Windows XP Service Pack 3/2003 selecteert u Printers en 
faxapparaten. 
•Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u 
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. 
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > 
Hardware > Apparaten en printers. 
•In Windows 7/ Windows 8: selecteer achtereenvolgens 
Configuratiescherm > Apparaten en printers. 
c  Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
d Voor Windows XP Service Pack 3/2003/2008/Vista, drukt u op 
Eigenschappen.
In Windows 7/Windows 8 of Windows Server 2008 R2: selecteer 
in de contextmenu's de optie Eigenschappen van printer.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ►staat, 
kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde 
printer selecteren.
e  Klik op het tabblad Poort.










