Operation Manual
Appendices
119
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Situatie
Mogelijke oplossing
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 59)
De foto is te licht
De foto is overbelicht. Pas de t
belichtingswaarde aan. (pag. 56)
Schakel de flitser uit. (pag. t 46)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 56)
Schakel de flitser in. (pag. t 46)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 47)
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
Controleer of de camera goed met de t
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's t
bevat.
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel op de juiste t
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Controleer of het besturingssysteem t
wordt ondersteund.
Situatie
Mogelijke oplossing
Het aanraakscherm of
de knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
een fout
De geheugenkaart is niet gereset.
Formatteer de kaart. (pag. 110)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn onscherp
Controleer of de ingestelde t
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 48)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het t
bereik van de flitser bevindt. (pag. 121)
Controleer of de lens schoon is. Reinig t
de lens indien nodig. (pag. 114)