Operation Manual

Opname-instellingen
49
De scherpstelling aanpassen
Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het t
scherpstelkader midden in het beeld.
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:t
het onderwerp is te klein of verplaatst zich -
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond -
overeen
de camera trilt erg -
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen t
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het t
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de t
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
Intelligente aanraking-AF gebruiken
Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Raak in het aanraakgedeelte (door een kader
2
aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan.
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het t
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.t
Een groen kader wanneer u [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
apsd