Operation Manual
23
De opnamemodus kiezen
De modus Programma gebruiken ( )
Als u de automatische modus selecteert, kiest de camera zelf de
optimale instellingen. U kunt nog altijd alle functies handmatig
aanpassen, met uitzondering van de diafragmawaarde en de
sluitertijd.
1. Selecteer de modus Programma met
de knop MODE. (p.21)
2.
Druk op de menuknop om geavanceerde
functies in te stellen.
Zie p. 38 voor nadere details.
De modus DUAL IS (Dual beeldstabilisatie, Dual Image Stabilization) gebruiken ( )
Deze modus zal het effect van het trillen van de camera verminderen en
u erbij helpen om een goed belichte opname in donkere omstandigheden
te krijgen.
1. Selecteer de modus DUAL IS met de
knop MODE. (p.21)
2. Richt de camera op het onderwerp en
stel de opname samen door het
LCD-scherm te gebruiken.
3. Druk op de Sluiterknop om een
opname te maken.
Zaken om op te letten wanneer u de DUAL IS-modus gebruikt
1. De digitale zoom functioneert niet in de DUAL IS-modus.
2. Als de lichtomstandigheden feller zijn dan fl uorescerende
lichtomstandigheden schakelt de DUAL IS niet aan.
3. Als de lichtomstandigheden donkerder zijn dan fl uorescerende
lichtomstandigheden wordt de indicator voor het trillen van de camera
(
Ã
) getoond. Voor de beste resultaten neemt u uitsluitend foto’s in
omstandigheden waarbij de indicator voor het trillen van de camera
(
Ã
) niet wordt getoond.
4. Als het onderwerp beweegt kan de uiteindelijke opname wazig zijn.
5. Aangezien de DUAL IS de digitale processor van de camera gebruikt,
kan het bij opnamen die met DUAL IS worden gemaakt iets langer
duren voordat de camera ze verwerkt heeft.