Deze handleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie hierin kan zonder verwittiging vooraf gewijzigd worden. Samsung Electronics is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte wijzigingen die voortvloeien uit of verband houden met het gebruik van deze handleiding. © 2006 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. • CLP-300 en CLP-300N zijn benamingen van printers van Samsung Electronics Co., Ltd. • SAMSUNG en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co.
contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE INDONESIA 0800-112-8888 www.samsung.com ITALIA 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com/latin JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com/jp LATVIA 800-7267 www.samsung.com/lv LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com/lt www.samsung.
COUNTRY CUSTOMER CARE CENTER WEB SITE SWITZERLAND 0800-SAMSUNG (726-7864) TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com THAILAND 1800-29-3232 02-689-3232 www.samsung.com/th TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/latin TURKEY 444 77 11 www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) 8000-4726 www.samsung.com U.K 0845 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.S.A. 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/us UKRAINE 8-800-502-0000 www.samsung.
INHOUD 1.Inleiding Speciale functies .................................................................................................................... Printeronderdelen .................................................................................................................. Voorkant ......................................................................................................................... Achterkant ...................................................................................
Een configuratiepagina afdrukken ............................................................................................. Verbruiksartikelen vervangen .................................................................................................. Beheer van tonercassettes ...................................................................................................... Bewaren van tonercassettes ...............................................................................................
Belangrijke voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinformatie 15 Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag. Indien mogelijk koppelt u het apparaat van het wisselstroomnet voor de duur van het onweer. Houd u bij gebruik van dit apparaat altijd aan de onderstaande basisinstructies om de kans op brand, elektrische schokken en persoonlijke ongelukken zo klein mogelijk te houden: 1 Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
Ozonveiligheid OPGELET: Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant die verantwoordelijk is voor de naleving van de toepasselijke voorschriften, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet langer de toestemming heeft om het apparaat te gebruiken. Tijdens normale werking produceert dit apparaat ozon. De geproduceerde ozon vormt geen gevaar voor de gebruiker. Wij raden echter aan het apparaat op te stellen in een goed geventileerde ruimte.
G G Declaration of Conformity For the following product: Color Laser Printer model " CLP-300N " ," CLP-300 ", ”Phaser6110” Manufactured at: of Samsung Electronics Co., Ltd. #259, Gongdan-Dong, Gumi-City, Gyeongsangbuk-Do, 730-030 Korea of Samsung Electronics (Shandong) Digital Printing Co., Ltd. 264209, Samsung Road, Weihai Hi-Tech. IDZ, Shandong Province, P.R.China of Weihai Shin Heung Digital Electronics Co., Ltd. 98, Samsung Road, Weihai Hi-Tech. IDZ, Shandong Province, P.R.China.
1 Tijd en geld besparen Inleiding 1 2 3 4 Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer! In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Speciale functies • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen. • U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken (Handmatig dubbelzijdig afdrukken) in Windows en Macintosh. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie. • U kunt afdrukken op voorbedrukte formulieren en briefpapier. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
Achterkant Printeronderdelen Dit zijn de belangrijkste onderdelen van de printer. Let erop dat in deze gebruikershandleiding afbeeldingen van de CLP-300N worden gebruikt en dat sommige onderdelen kunnen verschillen met uw printer.
StatusLED Kennismaking met het bedieningspaneel Toner LED’s Toner LED’s Technische gegevens licht groen op Alle LED’s knippert rood op Alle tonercassettes zijn bijna leeg. knippert rood Alle LED’s lichten rood op Alle tonercassettes zijn bijna leeg. U kunt afdrukken, maar de kwaliteit zal onbetrouwbaar zijn. licht rood op Alle LED’s lichten rood op • Alle tonercassettes zijn volledig leeg. U kunt niet afdrukken. • Er werd een verkeerde tonercassette geïnstalleerd.
2 Uw printer installeren In dit hoofdstuk wordt u stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer installeert. 2 Verwijder de verpakkingstape aan de voorkant van de lade en trek de lade uit de printer. Verwijder de verpakkingstape en het papierkussen uit de lade. 3 Kies een geschikte plaats voor de printer: • Laat voldoende ruimte vrij om laden en kleppen te openen en een goede ventilatie te verzekeren.
4 Schud de tonercassette zachtjes van links naar rechts om de toner gelijkmatig te verdelen. 5 Verwijder de dopjes van de cassette. De tonercassettes installeren 1 2 Open de voorklep. Verwijder het papier van de beeldeenheid. OPGELET: Veeg op uw kleding gemorste toner af met een droge doek en was ze vervolgens uit met koud water. De toner zet zich immers vast in de stof als u warm water gebruikt.
7 Neem de tonercassettes en zorg ervoor dat ze in de overeenkomstige slots in de printer passen. Plaats ze vervolgens in de overeenkomstige slots tot ze vastklikken. Papier plaatsen De lade kan tot 150 vellen gewoon papier van 75 g/m2 bevatten. U kunt verschillende soorten papier gebruiken. Om papier te plaatsen: 8 1 Trek de lade uit de printer. 2 Open de papierklep. 3 Pas de grootte van de lade aan tot hij een klikgeluid maakt. 4 Maak de lade breder door de papierbreedtegeleider te verplaatsen.
5 Buig de stapel papier naar voren en achteren en waaier hem vervolgens uit om de vellen van elkaar te scheiden. Schik hem op een vlak oppervlak om er een rechte stapel te maken. 6 Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. Let erop dat u niet te veel papier in de lade plaatst en dat het papier in alle hoeken onder de haakjes ligt, zoals hieronder is aangegeven. Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
4 Het formaat van het papier in de lade wijzigen Verschuif de lengtegeleider zachtjes tot tegen de stapel papier. Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif hem tot tegen de stapel papier zonder deze te buigen. Om het papierformaat te wijzigen, moet u de lengtegeleider juist instellen. 1 Trek de papierlade uit de printer. Open de papierklep en verwijder indien nodig het papier uit de lade.
Printerkabel aansluiten Afdrukken in een netwerk (alleen CLP-300N) Lokaal afdrukken U kunt de printer op een netwerk aansluiten met behulp van een Ethernetkabel (UTP-kabel met RJ.45-connector). De CLP-300N heeft een ingebouwde netwerkkaart. Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, dient u de printer op uw computer aan te sluiten met behulp van een USB-kabel. OPGELET: Om uw printer via de USB-poort op uw computer aan 1 Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uitgeschakeld zijn.
De printer aanzetten Testpagina afdrukken 1 Sluit het netsnoer aan op de netaansluiting aan de achterkant van de printer. Om te controleren of de printer goed werkt, kunt u een testpagina afdrukken. 2 Steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact en zet de printer aan. Om een voorbeeldpagina af te drukken: Houd de knop Stop 2 seconden lang ingedrukt in gereedmodus.
NB: Printersoftware installeren • Onder Windows NT 4.0/2000/XP/2003 dient de systeembeheerder de software te installeren. • Windows NT 4.0 wordt alleen ondersteund door de CLP-300N. Gebruik de meegeleverde cd-rom met het printerstuurprogramma nadat u de printer heeft geïnstalleerd en op uw computer heeft aangesloten. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie. De cd-rom met het printerstuurprogramma bevat de volgende software: • Macintosh 10.3 ~10.
3 Soort en capaciteiten Gebruik van afdrukmedia Papiertype Capaciteit* Dit hoofdstuk bevat informatie over de verschillende soorten papier die u kunt gebruiken en hoe u het papier het best laadt voor een optimale afdrukkwaliteit.
Meer informatie over het laden van papier vindt u in “Papier plaatsen” op pagina 2.3. De uitvoerlade controleren Als u reeds bedrukt papier wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar boven en de vlakke rand in de richting van de printer. Als er problemen zijn met de invoer van het papier, draait u het papier om. De printer beschikt over een uitvoerlade waarin het papier met de bedrukte zijde naar onder en in de juiste volgorde wordt opgevangen.
Afdrukken op etiketten Afdrukken op speciale afdrukmaterialen • Gebruik uitsluitend etiketten die geschikt zijn voor uw printer. • De lijm van de etiketten moet gedurende 0,1 seconde bestand zijn tegen een fixeertemperatuur van 180 °C. Afdrukken op enveloppen • Controleer of er tussen de labels geen kleefstof blootligt. Blootliggende gedeelten op het etikettenvel kunnen ervoor zorgen dat de etiketten eraf vallen tijdens het afdrukken en een papierstoring veroorzaken.
Afdrukken op transparanten Afdrukken op voorbedrukt papier • Plaats transparanten op een horizontaal oppervlak nadat u ze uit de printer heeft gehaald. • Met voorbedrukt papier wordt papier bedoeld dat al een bepaalde opdruk heeft voordat het door de printer wordt gevoerd (bijvoorbeeld papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina). • Laat transparanten niet te lang in de lade liggen. Als er stof of vuildeeltjes op komen, kunnen de afdrukken vlekkerig worden.
Afdrukken op kaarten of afdrukmedia met een aangepast formaat • Uw printer bedrukt postkaarten, indexkaarten van 76 bij 127 mm en andere aangepaste afdrukmaterialen. De minimumafmeting is 76 bij 127 mm en de maximale afmeting bedraagt 216 bij 356 mm. • Voer steeds de korte zijde eerst in de printer. Als u wilt afdrukken in de afdrukstand Liggend, selecteert u deze optie in uw softwaretoepassing. Door afdrukmaterialen met de langste zijde eerst te laden, veroorzaakt u papierstoringen.
4 Eenvoudige afdruktaken Een document afdrukken Met deze printer kunt u afdrukken vanuit verschillende Windows-toepassingen, vanop een Macintosh-computer of vanop een Linux-systeem. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. In dit hoofdstuk worden eenvoudige afdruktaken toegelicht. • Een document afdrukken • Afdruktaak annuleren Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
5 Onderhoud van uw printer Verbruiksartikelen vervangen Om de optimale prestaties van uw printer te garanderen en problemen met de afdrukkwaliteit als gevolg van versleten onderdelen te vermijden, vervangt u best af en toe onderstaande onderdelen. De volgende onderdelen moeten vervangen worden na het afdrukken van een bepaald aantal pagina’s of na het verstrijken van de levensduur van een specifiek onderdeel.
Om de toner te herverdelen: Beheer van tonercassettes 1 Open de voorklep. 2 Haal de desbetreffende tonercassette uit de printer. 3 Schud de tonercassette zachtjes van links naar rechts om de toner gelijkmatig te herverdelen. Bewaren van tonercassettes Voor een optimaal resultaat van de tonercassettes dient u de volgende richtlijnen in acht te nemen: • Neem tonercassettes pas uit hun verpakking op het moment dat u ze gaat gebruiken. • Vul lege tonercassettes niet bij.
4 Plaats de tonercassette weer in het overeenkomstige slot in de printer tot ze vastklikt. 2 Open de voorklep. 3 Haal de lege tonercassette uit de printer. 4 Neem een nieuwe tonercassette uit de verpakking. 5 Schud de tonercassette zachtjes van links naar rechts om de toner gelijkmatig te verdelen. 6 Verwijder de dopjes van de cassette. OPGELET: Gebruik een droge doek om tonerresten op uw kleding af te vegen en was ze vervolgens uit met koud water.
7 Plaats de tonercassette in het overeenkomstige slot in de printer. tot ze vastklikt. De beeldeenheid vervangen De gebruiksduur van de beeldeenheid bedraagt ca. 20.000 zwartwitpagina's of 50.000 afbeeldingen, afhankelijk van welk aantal als eerste wordt bereikt. Wanneer de beeldeenheid versleten is, verschijnt het Smart Panel-programmavenster op het computerscherm om aan te geven dat de beeldeenheid vervangen moet worden.Anders stopt de printer met afdrukken.
5 Trek de handgreep bovenop de beeldeenheid verder uit om de beeldeenheid uit de printer te halen. 6 Verwijder de beschermingselementen aan weerszijden van de beeldeenheid en verwijder het papier dat het oppervlak van de beeldeenheid beschermt. 8 Verwijder de vier kapjes op de openingen voor de tonercassettes in de beeldeenheid. Om het beschermkapje van de tonercassette te verwijderen, tilt u de hendel omhoog en trekt u het eruit.
De cassette voor gebruikte toner vervangen 5 Neem een nieuwe cassette voor gebruikte toner uit de verpakking. 6 Breng de nieuwe tonercassette op z’n plaats en duw ze er opnieuw in tot ze goed vastzit. 7 Sluit de voorklep goed. De gebruiksduur van de cassette voor gebruikte toner bedraagt ca. 1.250 pagina's voor kleurenafdrukken met 5% vlakvulling of 5.000 pagina's voor zwart-witafdrukken.
4 De printer reinigen Trek de handgreep bovenop de beeldeenheid verder uit om de beeldeenheid uit de printer te halen. Tijdens het afdrukken kunnen deeltjes papier, toner en stof zich in de printer ophopen. Na verloop van tijd kan dit de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden (bijv. tonervlekken of -vegen). Uw printer heeft een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen verholpen en vermeden kunnen worden.
7 Duw de beeldeenheid in de printer tot hij vast klikt. De printer vanop de website beheren (alleen voor CLP-300N) Als u uw apparaat hebt aangesloten op een netwerk en de TCP/IPparameters juist hebt ingesteld, kunt u het apparaat beheren via Samsung’s SyncThru™ Web Service, een ingesloten webserver. Gebruik SyncThru™ Web Service om: • De eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status te controleren. • De TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te stellen.
6 Problemen oplossen Controlelijst voor probleemoplossing Dit hoofdstuk biedt nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het gebruik van uw printer een fout optreedt. Raadpleeg onderstaande controlelijst als uw de printer niet naar behoren werkt. Als de printer ergens blijft haperen, volgt u de suggesties om het probleem op te lossen.
Algemene afdrukproblemen oplossen Maak gebruik van de oplossingen uit onderstaande tabel ingeval u problemen ondervindt tijdens het gebruik van uw printer. Probleem Mogelijke oorzaak De printer drukt niet af. De printer krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is verbonden. de aan/uitschakelaar en het stopcontact. De printer is niet ingesteld als standaardprinter. Selecteer de Samsung CLP-300 Series als uw standaardprinter.
Probleem De helft van de pagina is blanco. Het afdrukpapier blijft vastlopen. De printer drukt af, maar de tekst is verkeerd, vervormd of onvolledig. Mogelijke oorzaak Oplossing Probleem De ingestelde afdrukstand is onjuist. Wijzig de afdrukstand in uw programma. Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie. Het papierformaat en de instellingen voor het papierformaat stemmen niet overeen.
1 Trek het papier uit de printer en verwijder het vastgelopen papier. OPGELET: Mocht het papier scheuren, zorg er dan voor dat alle stukjes uit de printer worden verwijderd. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, gaat u door naar de volgende stap. 2 3 Open de achterklep om het vastgelopen papier te verwijderen. 4 Sluit de achterklep en open de bovenklep. 5 Haal terwijl u de binnenklep openhoudt zorgvuldig het vastgelopen papier uit de printer.
Tips om papierstoringen te vermijden Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen De meeste papierstoringen zijn te vermijden als u de juiste soort papier selecteert. Volg de stappen in “Vastgelopen afdrukpapier verwijderen” op pagina 6.3 als het papier vastloopt. Vuil in de printer of papier dat verkeerd werd geladen kan ten koste gaan van van de afdrukkwaliteit. De tabel hieronder biedt verschillende oplossingen voor een aantal problemen. • Volg de procedures op pagina 3.2.
Probleem Oplossing Verticale lijnen Als de afdrukken zwarte, verticale strepen vertonen: AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Gekleurde of zwarte achtergrond AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Tonervlekken Verticale regelmatige fouten AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc Probleem Schaduwvlekken • Er zit waarschijnlijk een kras op de beeldeenheid. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe. Zie pagina 5.3. Als de pagina witte verticale strepen vertoont: A • Reinig de binnenkant van de printer.
Probleem Vouwen of kreuken Achterkant van afdrukken zijn vuil Oplossing Probleem Horizontale strepen • Plaats het papier op de juiste manier in het apparaat. • Controleer papiersoort en -kwaliteit. Zie “Papierspecificaties” op pagina 8.1. • Draai de papierstapel in de lade om. Probeer ook het papier 180° in de lade te draaien. AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc • De tonercassette lekt mogelijk. Reinig de binnenkant van de printer. Zie “De binnenkant van de printer reinigen” op pagina 5.7.
Probleemoplossing bij foutberichten Algemene Windows-problemen Als de printer een defect ondervindt, zal het bedieningspaneel een foutmelding geven, de indicator oplichten en het Smart Panel-programmavenster de status en foutmeldingen van de printer weergeven. Zoek het lichtpatroon hieronder dat overeenstemt met het lichtpatroon van de printer en volg de voorgestelde oplossingen om de fout te verhelpen.
Gebruikelijke Macintosh-problemen Probleem De printer drukt het PDF-bestand niet goed af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Mogelijke oorzaak en oplossing Het PDF-bestand en de Acrobat-producten zijn niet compatibel: Mogelijk kunt u het probleem oplossen door het PDF-bestand af te drukken als afbeelding. Schakel de optie Afdrukken als afbeelding in bij de Acrobat-afdrukopties. Opmerking: het afdrukken van het PDF-bestand als afbeelding neemt meer tijd in beslag.
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Ik gebruik BSD lpr (Slackware, Debian, oudere versies), en sommige in LLPR gekozen opties lijken geen effect te hebben. Oude BSD lpr-systemen hebben een vaste beperking op de lengte van de optiereeks die naar het afdruksysteem kan worden gestuurd.
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Sommige kleurafbeeldingen worden afgedrukt in onverwachte kleuren. Dit is een bekend probleem in Ghostscript (tot GNU Ghostscript versie 7.xx) wanneer de basiskleurruimte van het document wordt geïndexeerd als RGB-kleurruimte en wordt geconverteerd via CIE-kleurruimte. Omdat Postscript CIE-kleurruimte gebruikt voor het kleurvergelijkingssysteem, dient u Ghostscript op uw systeem te upgraden naar GNU Ghostscript versie 8.xx of een hogere versie.
7 Uw printer als netwerkprinter gebruiken Een netwerkprinter instellen (alleen voor CLP-300N) Als u in een netwerkomgeving werkt, kan de printer worden gedeeld met andere gebruikers op het netwerk. U moet de netwerkprotocollen instellen op de printer die u wilt gebruiken als uw netwerkprinter. Protocollen kunnen worden ingesteld via het meegeleverde netwerkprogramma.
6 Selecteer in het menu Start van Windows Programma's > Samsung Network Printer Utilities > SetIP. 7 Selecteer de naam van uw printer en klik op . OPGELET:Als de naam van uw printer niet wordt weergegeven, klikt u op 8 om de lijst te vernieuwen. Voer het MAC-adres, het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway van de netwerkkaart in, en klik vervolgens op Toepassen.
8 Onderdeel Specificaties In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Buitenafmetingen (B x D x H) 390 x 344 x 265 mm Bedrijfsomgeving Temperatuur: 10 ~ 32,5 °C • Specificaties van de printer Luchtvochtigheid: 20 ~ 80 % RL • Papierspecificaties SPL-C (Samsung Printer Language Color) Geheugen CLP-300: 32 MB(niet uitbreidbaar) Interface CLP-300: USB 2.0 CLP-300N: USB 2.
Ondersteunde papierformaten Lade*(mm) Normaal papier Letter (216 x 279 mm) A4 (210 x 297 mm) A5 (148 x 210 mm) Executive (184 x 267 mm) Legal (216 x 356 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) A6 (105 x 148 mm) Oficio (216 x 343 mm) Folio (216 x 330 mm) Richtlijnen voor papiergebruik Gewicht Papierlade 1 60 tot 90 g/m2 bankpostpapier 150 vellen van 75 g/m2 bankpostpapier 60 tot 105 g/m2 bankpostpapier 1 vel papier 75 tot 90 g/m2 bankpostpapier 1 vel papier Handmatige invoer Voor het beste resultaat gebruikt u
Papierspecificaties Onderwerp Bewaaromgeving van printer en papier De omgevingsvoorwaarden voor papieropslag hebben rechtstreeks invloed op de invoer van het papier in de printer. Specificaties Zuurtegraad pH van 5,5 tot 8,0 Krompasser 0,094 ~ 0,18 mm Kromming Vlak binnen 5 mm Snijranden Gesneden met scherpe messen zonder zichtbare rafels. Fixeervereisten Mag niet verschroeien, smelten, afgeven of gevaarlijke emissies vrijgeven bij opwarming tot 180 °C gedurende 0,1 seconde.
Enveloppenmarges • Constructie: Voor het afdrukken dienen enveloppen plat te zijn, hetgeen impliceert dat ze niet meer mogen uitsteken dan 6 mm en geen lucht mogen bevatten. Onderstaande tabel bevat de gangbare adresmarges voor een commerciële #10 of DL-enveloppe. • Voorwaarde: de enveloppen mogen niet verkreukt, gescheurd of anderzijds beschadigd zijn. Type adres • Temperatuur. U moet enveloppen gebruiken die bestand zijn tegen de hitte en de druk in de printer.
INDEX A L aansluiten netwerk 2.6, 5.8 USB 2.6 afdrukken in een netwerk kabel, aansluiten 2.6 netwerkprinter, instellen 7.1 Linux gebruikelijke problemen 6.9 stuurprogramma, installeren 2.8 B beeldeenheid levensduur 8.1 vervangen 5.4 C cassette voor gebruikte toner levensduur 8.1 vervangen 5.6 configuratiepagina, afdrukken 5.1 E enveloppen, afdrukken 3.3 ethernetkabel, verbinden 2.6 etiketten, afdrukken 3.3 F functies 1.1 H handmatige invoer, gebruiken 3.2 K kaarten, afdrukken 3.
Samsung-printer Software
SOFTWARE INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4 Software installeren voor afdrukken via een lokale printer ......................................................................................... 4 Software installeren voor afdrukken via een netwerk .....................................................
Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 22 Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 22 Nieuw watermerk maken ..........................................................................................................................................
Hoofdstuk 7: UW PRINTER GEBRUIKEN MET EEN MACINTOSH Software voor Macintosh installeren ................................................................................................................................ 34 De printer instellen .......................................................................................................................................................... 35 Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh ..................................................................
1 Standaardinstallatie Printersoftware installeren onder Windows In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Printersoftware installeren • Printersoftware opnieuw installeren • Printersoftware verwijderen Dit type installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het afdrukken worden geïnstalleerd. 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat.
7 OPMERKING: Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Voltooien. Vervolgens wordt de website van Samsung geopend. Anders klikt u gewoon op Voltooien. • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op Volgende.
3 Klik op Volgende. OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, • Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst. verschijnt het volgende venster. • Gebruikershandleiding weergeven: biedt u de mogelijkheid om de gebruikershandleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer geïnstalleerd is, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader automatisch te installeren. 4 5 Selecteer Aangepaste installatie. Klik op Volgende.
9 Als u zich wilt registreren als gebruiker van een Samsung-printer zodat Samsung u hierover informatie kan toesturen, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Voltooien. Vervolgens wordt de website van Samsung geopend. Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren... Typ X:\Setup.exe, waarbij u “X” vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK. Anders klikt u gewoon op Voltooien. 3 Klik op Volgende.
5 Aangepaste installatie De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende. U kunt individuele onderdelen selecteren die moeten worden geïnstalleerd en een specifiek IP-adres instellen. 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
5 6 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende. • Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen om uw printer aan het netwerk toe te voegen. Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren. Selecteer de onderdelen die u wilt installeren.
Printersoftware opnieuw installeren OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt. 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Herstellen en klik op Volgende. 4 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt.
Printersoftware verwijderen 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Verwijderen en klik op Volgende. Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk kunt verwijderen. 4 Selecteer de onderdelen die u wilt verwijderen en klik op Volgende. 5 Als u wordt gevraagd om uw keuze te bevestigen, klikt u op Ja.
2 1 2 Standaard afdrukinstellingen In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven. Documenten afdrukken • Printerinstellingen Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie. U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik.
Tabblad Lay-out Printerinstellingen Het tabblad Lay-out bevat opties waarmee u de weergave van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder Lay-out-opties hebt u de keuze uit Pagina’s per vel en Poster afdrukken. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt.
Tabblad Papier Gerecycled papier: gerecycleerd papier van 75~90 g/m2. Gekleurd papier: gekleurd papier van 75~90 g/m2. De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. 5 Schalen Met Schalen kunt u uw afdruktaak automatisch of handmatig schalen op een pagina. U hebt de keuze uit Geen, Verkleinen/Vergroten en Aan pagina aanpassen.
Tabblad Grafisch Geavanceerde keuzes Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op Geavanceerde keuzes. Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op het tabblad Grafisch om het onderstaande venster te openen. • TrueType-opties: deze optie bepaalt wat het stuurprogramma de printer doorgeeft over het afbeelden van de tekst in uw document.
Tabblad Extra Tabblad Info Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Op het tabblad Info worden de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weergegeven. Als u beschikt over een internetbrowser, kunt u een verbinding maken met het internet door op het website-pictogram te klikken.
Favorieten Via de optie Favorieten, die u terugvindt op elk tabblad Eigenschappen, kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik. Zo voegt u een instelling toe aan Favorieten: 1 2 3 Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. Geef in het invoervenster Favorieten een naam aan deze instellingen. Klik op Opslaan. Wanneer u instellingen opslaat onder Favorieten, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
3 Geavanceerde afdrukinstellingen Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven. 1 2 3 4 OPMERKING: • Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Posters afdrukken Boekjes afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken. 1 2 3 8 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12. Klik op het tabblad Lay-out en selecteer Poster afdrukken in de keuzelijst Type.
1 Afdrukken op beide zijden van het papier 2 3 U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. “Documenten afdrukken” op pagina 12. Selecteer de afdrukstand op het tabblad Lay-out. Selecteer in het vak Dubbelzijdig afdrukken(Handmatig) de gewenste dubbelzijdige afdrukoptie.
Documenten vergroot of verkleind afdrukken Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken. 1 2 3 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12. Selecteer Verkleinen/Vergroten in de keuzelijst Type op het tabblad Papier. Voer in het veld Percentage de gewenste schaalfactor in.
Nieuw watermerk maken Watermerk afdrukken 1 Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken. 2 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12.
Watermerk bewerken 1 2 3 4 5 Overlay afdrukken Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12. Klik op het tabblad Extra op Bewerken onder Watermerk. Het venster Watermerk bewerken wordt geopend. Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in de lijst Huidige watermerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties. Klik op Bijwerken als u de wijzigingen op wilt slaan.
4 Overlay gebruiken Klik in het venster Overlay bewerken op Overlay maken. Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: 1 2 3 4 5 5 Open een document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document aan. Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 12. Klik op het tabblad Extra. Selecteer de gewenste overlay in de keuzelijst Overlay.
6 7 Klik, indien nodig, op Overlay bevestigen voor afdrukken. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens wanneer u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en een overlay werd geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document. Klik op OK of Ja totdat het afdrukken wordt gestart.
4 Een lokale printer delen Instellen als hostcomputer 1 2 3 4 5 6 U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windowsgebruikershandleiding of on line Help voor andere Windowsbesturingssystemen. OPMERKINGEN: Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. Selecteer in het menu Start de optie Printers en faxapparaten.
5 Smart Panel gebruiken Indien u een Windows-gebruiker bent, selecteert u in het menu Start de optie Programma’s of Alle programma’s → de naam van uw printerstuurprogramma → Smart Panel. Smart Panel is een programma waarmee de status van de printer wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de printerinstellingen aanpassen. Smart Panel wordt automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de printersoftware installeert.
5 Instelling stuurprogramma (Alleen voor Windows) Via het venster met printereigenschappen heeft u toegang tot alle printeropties die u nodig heeft als u de printer gebruikt. Meer informatie vindt u onder Zie "Printerinstellingen" op pagina 13 De instellingen van Smart Panel wijzigen Klik met de rechtermuisknop (in Windows of Linux) of klik (in Mac OS X) op het pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Het volgende venster verschijnt.
6 De printer gebruiken onder Linux Systeemeisen U kunt uw printer gebruiken in een Linux-omgeving. Ondersteunde besturingssystemen In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Red Hat 8.0 ~ 9.0 • Systeemeisen • Fedora Core 1, 2, 3 • Het printerstuurprogramma installeren • Mandrake 9.2 ~ 10.1 • De printeraansluitingsmethode wijzigen • SuSE 8.2 ~ 9.
Voor Expert selecteert u de gewenste optie en klikt u op Begin Install. Het printerstuurprogramma installeren 1 2 Sluit de printer aan op uw computer. Zet zowel de computer als de printer aan. Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u “root” in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. OPMERKING: u moet zich aanmelden als een superuser (root) om de printersoftware te kunnen installeren. Als u geen superuser bent, neemt u contact op met de systeembeheerder.
9 De printeraansluitingsmethode wijzigen Klik op het tabblad Connection (Verbinding) en controleer of de printerpoort juist is ingesteld. Als dit niet het geval is, wijzigt u de apparaatinstelling. Als u tijdens het gebruik van de printer de printeraansluitingsmethode wijzigt van USB naar parallel of omgekeerd, moet u uw Linux-printer opnieuw configureren door de printer toe te voegen aan uw systeem. Volg de onderstaande stappen: 1 2 Sluit de printer aan op uw computer.
De installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken 1 Het configuratiehulpprogramma Selecteer Linux Printer en vervolgens Configuration Tool (Configuratietool) via het pictogram Startup Menu (Opstartmenu) onderaan op het bureaublad. Het configuratiehulpprogramma geeft toegang tot beheertaken, zoals het toevoegen en verwijderen van printers en het wijzigen van hun globale instellingen.
Op het tabblad Properties (Eigenschappen) kunt u de standaardprinterinstellingen wijzigen. U kunt dit venster ook op de volgende manieren openen. • Selecteer Linux Printer en vervolgens Linux LPR via het pictogram Startup Menu (Opstartmenu) onderaan in het scherm. 3 • Als het printerconfiguratievenster geopend is, selecteert u Test Print (Afdruk testen) in het menu Print (Afdrukken). Het venster LLPR Properties (LLPR-eigenschappen) wordt geopend.
7 Het printerstuurprogramma installeren Uw printer gebruiken met een Macintosh 1 2 3 Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USBinterface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het CUPS-stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren. 4 5 6 7 8 Opmerking: sommige printers ondersteunen geen netwerkinterface.
De printer instellen De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel. Voor een op een netwerk aangesloten Macintosh OPMERKING: sommige printers ondersteunen geen netwerkinterface. Controleer voordat u uw printer aansluit in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
Afdrukinstellingen wijzigen Afdrukken U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. OPMERKING: Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Behalve de naam, bestaat het printereigenschappenvenster uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier Printerfuncties instellen Het tabblad Printer Features bevat opties waarmee u de papiersoort kunt selecteren en de afdrukkwaliteit kunt instellen. U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken. Selecteer Printer Features in de keuzelijst Presets om toegang te krijgen tot de volgende functies: 1 2 Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. Selecteer Layout.
SOFTWARE INDEX A H afdrukken aan pagina aanpassen 21 boekjes 19 document 12 dubbelzijdig 20 meer pagina's per vel Macintosh 37 Windows 18 overlay 23 poster 22 schalen 21 vanuit Macintosh 36 vanuit Windows 12 watermerk 22 afdrukstand, afdrukken Windows 13 help, gebruik 17 B boekjes afdrukken 19 D document, afdrukken Macintosh 36 Windows 12 dubbelzijdig afdrukken 20 E Extra, tabblad, eigenschappen, instellen 16 F favorieten, instellingen, gebruik 17 G geavanceerd afdrukken, gebruik 18 grafische eigen
S software installatie ongedaan maken Linux 32 Macintosh 34 Windows 11 installeren Linux 30 Macintosh 34 Windows 4 opnieuw installeren Windows 10 systeemeisen Linux 29 Macintosh 34 statusmonitor, gebruik 27 systeemeisen Linux 29 Macintosh 34 W watermerk afdrukken 22 bewerken 23 maken 22 verwijderen 23 39
Ver. 4.