Samsung CLP-300 Color Laser Printer series - User's Guide

Specificaties
8.
4
Constructie: Voor het afdrukken dienen enveloppen plat te
zijn, hetgeen impliceert dat ze niet meer mogen uitsteken
dan 6 mm en geen lucht mogen bevatten.
Voorwaarde: de enveloppen mogen niet verkreukt,
gescheurd of anderzijds beschadigd zijn.
Temperatuur. U moet enveloppen gebruiken die bestand zijn
tegen de hitte en de druk in de printer.
Formaat: U mag enkel enveloppen gebruiken met de
volgende afmetingen.
OPGELET
: Er kunnen papierstoringen optreden wanneer u
afdrukmaterialen gebruikt die korter zijn dan 127 mm. Dit kan
worden veroorzaakt door papier dat beschadigd is door de
omstandigheden waarin het werd bewaard. Om een optimaal
resultaat te garanderen, dient u het papier op de juiste wijze
te bewaren en te behandelen. Zie “Bewaaromgeving van
printer en papier” op pagina 8.3.
Enveloppen met dubbelzijdige naden
Enveloppen met dubbelzijdige naden hebben verticale in plaats
van diagonale naden aan de beide uiteinden. Deze enveloppen
kunnen sneller kreuken. Zorg dat de naad helemaal tot aan de
hoek van de enveloppe doorloopt zoals hieronder
weergegeven.
Enveloppen met plakstroken of zelfklevende
kleppen
De kleefmiddelen van enveloppen met een plakstrook of met
meer dan een klep moeten bestand zijn tegen de warmte en
druk in het apparaat. De extra klep en strips kunnen
verkreuken, scheuren of papierstoringen veroorzaken en zelfs
de fixeereenheid beschadigen.
Minimaal Maximaal
Papierlade 76 x 127 mm 216 x 356 mm
Juist
Verkeerd
Enveloppenmarges
Onderstaande tabel bevat de gangbare adresmarges voor een
commerciële #10 of DL-enveloppe.
NB
:
Voorzie marges op minstens 15 mm van de rand van de
enveloppe voor het beste afdrukresultaat.
Druk niet af over de plaats waar de naden van de enveloppe
samenkomen.
Enveloppen bewaren
Bewaar enveloppen op de juiste manier met het oog op een
optimale afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten liggend worden
bewaard. Als er lucht opgesloten zit in een envelop waardoor er
een luchtbel ontstaat, kan de envelop kreuken tijdens het
afdrukken. Zie “Afdrukken op enveloppen” op pagina 3.3 voor
meer informatie.
Etiketten
OPGEPAST
:
Gebruik alleen etiketten die zijn aanbevolen voor
lasterprinters om te vermijden dat de printer wordt
beschadigd.
Druk nooit meer dan één keer af op hetzelfde vel etiketten,
en druk nooit af op een gedeeltelijk vel etiketten.
Houd rekening met de kwaliteit van elke component wanneer u
etiketten kiest:
Kleefstoffen: De kleefstof moet stabiel blijven 180 °C, de
fusertemperatuur van de printer.
Schikking: Gebruik uitsluitend etiketten zonder ruimte
ertussen. Etiketten kunnen loskomen van de vellen zodat
een ruimte ontstaat tussen de etiketten, wat ernstige
papierstoringen kan veroorzaken.
Krullen: Voor het afdrukken, moeten de etiketten plat liggen
en niet meer uitsteken dan 13 mm in alle richtingen.
Voorwaarde: Gebruik geen etiketten met kreuken, blazen of
loszittende etiketten.
Zie “Afdrukken op etiketten” op pagina 3.3 voor meer
informatie.
Transparanten
Transparanten die in het apparaat worden gebruikt, moeten
bestand zijn tegen een temperatuur van 180 °C, de
smelttemperatuur van het apparaat.
O
PGEPAST
: Om te vermijden dat u het toestel beschadigt,
gebruikt u best alleen transparanten die speciaal bedoeld zijn
voor laserprinters.
Type adres Minimaal Maximaal
Adres van afzender 15 mm 51 mm
Adres van geadresseerde 51 mm 90 mm